Ingediend | 9 september 2022 |
---|---|
Beantwoord | 19 oktober 2022 (na 40 dagen) |
Indiener | Kiki Hagen (D66) |
Beantwoord door | Vivianne Heijnen (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA), Mark Harbers (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | natuur en milieu stoffen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z16605.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-403.html |
Ja.
Voor de deelnemers die mee hebben gedaan aan het onderzoek van de Vrije Universiteit (VU) van Amsterdam moet het verontrustend zijn geweest om te horen dat hun borstvoeding PFAS bevat. Echter, er is ten onrechte geconcludeerd dat de borstvoeding van deze vrouwen meer dan tien keer meer PFAS bevat dan wat op basis van de gezondheidskundige grenswaarde als veilig wordt geacht. De VU heeft naar aanleiding van de berichtgeving door Zembla een verklaring naar buiten gebracht waarin zij afstand neemt van de conclusies die in de uitzending van Zembla van 9 september jl. worden getrokken.2
De gemiddelde hoeveelheid PFAS komt in het onderzoek uit op ongeveer 77 ng/L borstvoeding. Dit blijft ruim onder de concentratie van 133 ng/L PFAS in moedermelk die de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) als grenswaarde hanteert. Bij deze concentratie worden geen nadelige effecten van PFAS in moedermelk op het immuunsysteem van jonge kinderen verwacht. De gemeten PFAS-concentraties in de steekproef van de VU geven voor het RIVM ook geen aanleiding om te adviseren een kortere periode borstvoeding te geven of helemaal te stoppen met borstvoeding geven.
Van de Vlaamse overheid is vernomen dat op dit moment wordt onderzocht welke emissies plaatsvinden van Indaver naar de lucht en of deze aanvaardbaar zijn. Indien nodig zullen extra voorwaarden worden opgenomen in de omgevingsvergunning. Op basis hiervan kan niet op voorhand gesteld worden dat er nu of in het verleden luchtemissies hebben plaatsgevonden zonder dat daar de benodigde vergunning voor was afgegeven.
Het lozen van stoffen in oppervlaktewater is (anders dan in Nederland) in Vlaanderen gekoppeld aan de mogelijkheid tot het kunnen meten ervan. De relevante meetmethode en de vastgelegde rapportagegrenzen (of bij afwezigheid daarvan: de bepalingsgrenzen) zijn doorslaggevend om te bepalen wanneer er voor een bepaalde parameter een lozingsnorm moet aangevraagd worden. Het is de verantwoordelijkheid van een bedrijf om het lozen van stoffen gereguleerd te krijgen via de vergunning.
Indaver heeft sinds 10 november 20113 een lozingsvergunning voor zes soorten PFAS. Deze werden op aandringen van het bevoegd gezag door het bedrijf aangevraagd en opgenomen in de omgevingsvergunning. In de recente vergunning4 zijn de lozingsnormen voor PFAS aangescherpt en zijn meer soorten PFAS opgenomen, die eerder nog niet in de vergunning waren opgenomen.
Vlaanderen kan vanuit de vergunningsgeschiedenis niet eenduidig concluderen dat er illegale PFAS-lozingen zouden hebben plaatsgevonden.
De Vlaamse overheid meldt aan ons dat Indaver op dit moment voldoet aan de nieuw opgelegde lozingseisen. Sinds de recente aanscherping van de lozingsnormen op 18 juni 2022 heeft de omgevingsinspectie van het Departement Omgeving tweewekelijkse analyseresultaten beoordeeld en de situatie van nabij opgevolgd. Analyse gebeurt volgens vastliggende kwaliteitsprocedures door een gecertificeerd laboratorium. Vlaanderen heeft aangegeven dat indien daaruit blijkt dat stappen nodig zijn richting het bedrijf, de omgevingsinspectie die ook zal ondernemen.
Sinds het najaar van 2021 heeft de Vlaamse overheid met Nederlandse overheden informatie gedeeld over bedrijven die vergunningen hebben om PFAS te lozen en het proces dat in Vlaanderen wordt doorlopen om vergunningen aan te passen (te verscherpen) en verscherpte normen in de regelgeving op te nemen. Vergunningen met grensoverschrijdende effecten worden vanuit Vlaanderen ter advisering gepubliceerd. Dit is een procedure die vergelijkbaar is met de Nederlandse zienswijzeprocedure. In dit verband heeft Rijkswaterstaat in een zogenoemd «openbaar onderzoek» voorafgaand aan de totstandkoming van de vergunning voor Indaver tot tweemaal toe geadviseerd aan de Vlaamse overheid.
De uitkomst van dit proces was een besluit van Minister Demir tot een verder aangescherpte vergunning voor Indaver. Daarnaast is door de Vlaamse overheid melding gemaakt van 27 vergunningen die tegen het licht zijn gehouden voor wat betreft de PFAS-lozingen, waarbij bij 25 vergunningen dit tot aanscherping heeft geleid. In de Vlaamse regelgeving zijn inmiddels scherpere normen voor PFAS-lozingen opgenomen.
Ja.
Op basis van de invulling van de motie-Hagen (Kamerstuk 30 175, nr. 402) zal bezien worden of en zo ja welk perspectief dit kan bieden voor andere situaties, zoals bijvoorbeeld Indaver.
Rijkswaterstaat heeft namens mij brieven verzonden aan het college van burgemeester en schepenen en het Vlaams departement Omgeving waarmee werd gereageerd op de aanvraag en op de bijgestelde aanvraag respectievelijk van Indaver voor een omgevingsvergunning. Deze twee brieven zijn als bijlage bijgevoegd. Anders dan in de media wordt verondersteld, zijn deze brieven niet binnenskamers gehouden, maar zijn zij ingebracht in een openbaar onderzoek. De brieven waren of zijn op geen enkele wijze geheim; in het besluit van de Vlaamse Minister op de vergunningaanvraag van Indaver wordt ook naar het advies van Rijkswaterstaat verwezen. Over de brieven is ook gesproken in het PFAS-overleg dat tussen de diverse betrokken partijen plaatsvindt onder leiding van de PFAS-coördinatoren.
In 2019 heeft Nederland PFAS geagendeerd in de Internationale Schelde Commissie (ISC) en wordt er internationaal (ook met Vlaanderen) over de PFAS-problematiek in het Scheldestroomgebied gesproken. Tegelijkertijd zijn bilateraal met Vlaanderen gesprekken en onderzoektrajecten gestart om de verontreiniging in de Schelde beter in kaart te brengen. In het najaar van 2021 is Rijkswaterstaat op de hoogte gebracht van de bedrijven in Vlaanderen met vergunningen waarin PFAS-lozingen zijn opgenomen, waaronder Indaver.
Rijkswaterstaat is in januari 2022 door Vlaanderen uitgenodigd om in het kader van een openbaar onderzoek advies uit te brengen op de aangevraagde aanpassing van de vergunning van Indaver Antwerpen, aangezien dit een vergunning betreft met grensoverschrijdende effecten. Het was duidelijk dat het hierbij om een vergunning ging met een mogelijke significante impact op de Westerschelde. Door RWS is op 28 januari 2022 een pro-forma advies naar de gemeente Antwerpen verstuurd. Op 18 februari 2022 is het pro-forma advies aangevuld om dit compleet te maken. Mede op basis van de ingediende adviezen is door Indaver een aangepaste aanvraag opgesteld waarbij de lozingsvoorwaarden verder zijn aangescherpt.
Het Vlaamse Departement voor de Omgeving heeft op 18 mei 2022 aan RWS een verzoek gestuurd voor een tweede advies op basis van de bijgestelde aanvraag. Naar aanleiding van de bijgestelde aanvraag en ter voorbereiding van het tweede advies is er op 30 mei 2022 een ambtelijk overleg geweest met het Vlaamse Departement Omgeving. Op 7 juni 2022 is de brief met het tweede advies aan het Vlaamse Departement Omgeving verstuurd.
Op 24 juni 2022 heeft Vlaamse overheid Rijkswaterstaat op de hoogte gebracht van definitieve vergunning van 18 juni 2022, waarbij deze vergunning nog verder is aangescherpt ten opzichte van de voorgelegde aangepaste aanvraag.
Op 13 juli heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de Minister van IenW en de Vlaamse Minister Demir, waarin onder andere is gesproken over de vergunningverlening aan Indaver en meer in algemene zin over de aanpak van PFAS-lozingen.
Zie de beantwoording van vraag 9.
Ja, de documenten zijn als bijlage aan de beantwoording toegevoegd. Zie ook het antwoord bij vraag 8, die de RWS-adviezen betreffen. Daarnaast is het rapport van de onderzoeker bijgevoegd.
De Minister van IenW is de verantwoordelijk bewindspersoon voor lozingen van afvalwater. Deze was geen deelnemer aan het commissiedebat Externe Veiligheid. In het debat is, naar aanleiding van vragen van enkele leden over lozingen van PFAS, door de Staatssecretaris aangegeven dat de Minister hierop terug komt voorafgaand aan het WGO Water.
In de op 15 juli aan uw Kamer toegestuurde voortgangsrapportage van de PFAS-coördinatoren zijn de contacten over Indaver vermeld, in de gehele context van de contacten met Vlaanderen over het verminderen van PFAS-lozingen.
De Kamer wordt hier voorafgaand aan het Commissiedebat PFAS met een Kamerbrief over geïnformeerd.
Ja.
Naar aanleiding van een uitzending van Zembla over PFAS en de nieuwe risicogrenzen voor PFAS in oppervlaktewater hebben meerdere leden van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over PFAS3, 4, 5, 6, 7. De vragen kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoord worden omdat er meer tijd nodig is voor de afstemming, ook met andere betrokken overheden. Mijn collegas en ik streven ernaar de beantwoording zo snel mogelijk aan de Kamer te verzenden.