Ingediend | 22 augustus 2022 |
---|---|
Beantwoord | 26 oktober 2022 (na 65 dagen) |
Indiener | Roelof Bisschop (SGP) |
Beantwoord door | Henk Staghouwer (CU) |
Onderwerpen | dieren landbouw natuur en milieu stoffen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z15643.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-487.html |
Ja, ik ben bekend met het bericht op de website van Wageningen Universiteit.
Een waardeoordeel over de effecten van de vervanging van kunstmest door drijfmest is lastig te geven als niet alle resultaten bekend zijn. De literatuurstudie doet geen vergelijkende uitspraken over de algehele uitspoeling van kunstmest en runderdrijfmest. Het definitieve rapport van het praktijkonderzoek, waar ook de gegevens over de uitspoeling in komen, zal in het najaar van 2022 worden opgeleverd.
Nederland heeft zich altijd sterk gemaakt voor een mogelijkheid om op graslandbedrijven meer stikstof uit dierlijke mest te mogen toepassen. De onderbouwing van de Nederlandse derogatie voor graasdiermest op graasdierbedrijven is steeds gebaseerd op de hoge stikstofopname en het lange groeiseizoen van grasland.3 Nederland heeft daaraan opvolgende derogatieaanvragen gestaafd met de derogatierapportages van RIVM, die gedeeld zijn met de Europese Commissie, en ook aan uw Kamer zijn aangeboden. Uit deze rapportages blijkt dat grondwaterkwaliteit op derogatiebedrijven beter is dan op niet-derogatiebedrijven.
De onderhandelingen over de derogatie zijn afgerond. Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer hierover op 5 september geïnformeerd. De tussenresultaten van het genoemde praktijkonderzoek waren niet gepubliceerd en ook nog niet door een wetenschappelijk reviewproces gegaan. Het rapport wordt na verwachting in oktober 2022 verwacht. Ik zal deze tussenresultaten nu niet met de Commissie delen.
Zie antwoord vraag 3.