Ingediend | 19 mei 2022 |
---|---|
Beantwoord | 28 juni 2022 (na 40 dagen) |
Indiener | Alexander Kops (PVV) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | energie huisvesting natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z09877.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3286.html |
Wij delen deze conclusie niet. Om te voldoen aan de afspraken uit het Klimaatakkoord en de ambities uit het coalitieakkoord zullen we allemaal moeten bijdragen aan een duurzamere energievoorziening met minder CO2-uitstoot. Het stellen van een heldere norm biedt leveranciers, installateurs en woning- en gebouweigenaren een duidelijk perspectief.
Nee, wij delen deze mening niet. De huidige gasprijzen raken mensen hard in hun portemonnee, en ook om geopolitieke redenen is het belangrijk om het gebruik van aardgas te verminderen. Dit vertaalt zich momenteel al in een enorme vraag naar (hybride) warmtepompen. De vorm van normering die vanaf 2026 wordt ingevoerd stelt aanvullende eisen aan de verwarmingsinstallatie op moment van vervangen. Dit betekent dat de nieuwe installatie efficiënter zal zijn dan de cv-ketel. De huiseigenaar is vrij om te kiezen welke installatie dit wordt en er gelden uitzonderingen wanneer het niet haalbaar is.
Voor veel mensen zal de investering in de hybride warmtepomp zich terugverdienen via een lagere energierekening. Daarnaast zorgen we ervoor dat het voor iedereen mogelijk is om te kunnen investeren in een hybride warmtepomp, onder andere via het aanbieden van een investeringssubsidie (ISDE) en door financiering te verstrekken via het Nationaal Warmtefonds.
De handhaving van de normering gaan we de komende tijd verder uitwerken.
Een woning is niet geschikt als het economisch, technisch of functioneel niet haalbaar is om aan de normering te voldoen. Dat houdt in dat de duurzame installatie goed in de woning moet kunnen worden geïnstalleerd en de woning goed moet verwarmen tegen aanvaardbare kosten. We gaan deze uitgangspunten in de komende periode verder uitwerken. Daarnaast komt er een uitzonderingsmogelijkheid voor woningen die binnen aanzienlijke tijd op een warmtenet worden aangesloten.
Wij onderschrijven de uitspraak van Vereniging Eigen Huis. Het is goed om hier onderscheid te maken tussen een hybride warmtepomp en volledig elektrische warmtepomp. Uw vraag gaat over de geschiktheid van woningen voor een volledig elektrische warmtepomp. Het klopt dat veel woningen die zijn gebouwd na 1995 vaak goed zijn geïsoleerd. Voordat u een volledig elektrische warmtepomp aanschaft is het belangrijk dat de woning naast isolatie ook een laagtemperatuur afgiftesysteem heeft en goede ventilatie. Woningen van vóór 1995 variëren sterk in energielabel. De hybride warmtepomp kan in veel gevallen worden ingezet voor ruimteverwarming.
De consumentenbond heeft eerder dit jaar een artikel gedeeld waarin verschillende hybride warmtepompen zijn getest. Hierin zijn zowel type, aanschafprijs en terugverdientijd in meegenomen. Graag verwijs ik u naar dit artikel.3 De belangrijkste conclusie die hieruit volgde is dat er met een hybride warmtepomp flink kan worden bespaard.
Hierbij beantwoord ik graag vraag 8 en 9 in een keer.
Uit het in februari jl. verschenen rapport van de Installatiemonitor met praktijkgegevens van hybride warmtepompen4 blijkt het volgende: De hybride warmtepomp voorziet in de praktijk in 60% van de gemiddelde jaarlijkse warmtevraag voor ruimteverwarming. De overige 40%, evenals de tapwatervraag, wordt ingevuld door de gasketel. De SCOP van hybride warmtepompen is gemiddeld over een jaar over de verschillende woningtypen 3,8, wat betekent dat met 1 kWh elektriciteit 3,8 kWh warmte wordt geleverd. Toepassing van een hybride warmtepomp betekent daarmee gemiddeld een meerverbruik van 2,3 kWh aan elektriciteit voor iedere m3 aardgas die wordt bespaard.
Een gemiddelde woning op gas gebruikt nu 1.450 m3 aardgas (Milieu Centraal). Hiervan is ca 250 m3/jaar voor tapwater. Dit zal dus leiden tot een gasbesparing van ca 720 m3/jaar, waar 1.660 kWh aan elektriciteit voor de hybride warmtepomp voor in de plaats komt.
Bij een gasprijs van 1 euro per m³ en stroomprijs van 22 cent wordt dus 720 Euro aan gas bespaard en 365 euro extra aan elektriciteit uitgegeven, een netto besparing van ca 350 euro per jaar. De huidige gasprijs (> 2 euro per m3) en elektriciteitsprijs (> 0,50 euro per kWh) resulteert in een jaarlijkse besparing van gemiddeld 600 euro.
Zie antwoord vraag 8.
Ik ben bekend met het onderzoek van PBL, maar zou hier twee belangrijke opmerkingen bij willen plaatsen. Allereerst hebben deze bevindingen geen betrekking op de installatie van (hybride) warmtepompen. PBL heeft destijds gekeken naar de kosten versus opbrengsten van het verduurzamen van de gehele woning direct naar aardgasvrij en dus niet naar het installeren van een efficiëntere installatie op zichzelf. Bovendien zijn deze conclusies inmiddels enigszins verouderd omdat zij gebaseerd zijn op veel lagere gasprijzen die dankzij de geopolitieke situatie niet meer in de lijn der verwachting liggen. Ten slotte zijn deze conclusies gedaan voordat het subsidie-instrumentarium voor onder andere isolatie en het investeringsinstrumentarium buiten de wijkaanpak flink zijn uitgebreid in het najaar van 2021 en in afspraken uit het Coalitieakkoord.
Onderzoeken van o.a. de Nederlandse Verwarmingsindustrie en van DWA6 laten zien dat de investering in een hybride warmtepomp zich kan terugverdienen in 10–15 jaar. Dit is gerekend met gasprijzen van voor de oorlog in Oekraïne. Momenteel is de terugverdientijd gemiddeld daarom veel korter. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met o.a. de installatie- en fabrikantenbranche om te komen tot opschaling van installaties en vakbekwame installateurs dit zal op termijn bijdragen nog verder bijdragen aan kostendaling voor de bewoner.
Op basis van het Coalitieakkoord is er een indicatieve opgave vastgesteld voor de gebouwde omgeving in 2030. Deze opgave is het bereiken van 10 Mton restemissie in 2030. Dat is meer dan de 3,4 Mton die was afgesproken in het Klimaatakkoord en waarmee het doel was om op 15,3 Mton restemissie uit te komen in 2030. Klimaatverandering wordt het best bestreden worden als alle landen bijdragen aan CO2-reductie en hier wordt internationaal hard aan gewerkt. Nederland zal ondertussen haar eigen verantwoordelijkheid nemen. Ook in de gebouwde omgeving.
Ik ben van mening dat zowel de verduurzaming van de gebouwde omgeving als het zorgen voldoende betaalbare woningen belangrijk is. Voor de plannen voor woningbouw en betaalbaar wonen verwijs ik u naar de programma’s op deze terreinen uit de Nationale Woon- en Bouwagenda7