Ingediend | 28 maart 2022 |
---|---|
Beantwoord | 9 mei 2022 (na 42 dagen) |
Indieners | René Peters (CDA), Don Ceder (CU), Kees van der Staaij (SGP) |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie internationaal organisatie en beleid religie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z05856.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-2663.html |
Ja. Manieren om dergelijke berichten zelf na te gaan zijn beperkt. Nederland heeft geen ambassade in Pyongyang, er zijn momenteel geen EU ambassades meer open in Pyongyang en ook de VN heeft geen toegang meer tot het land. De informatiepositie, zoals voor veel landen en organisaties, is zeer beperkt. Wel heeft Ministerie van Buitenlandse Zaken contact met NGO’s en mensenrechtenorganisaties. Maar ook voor hen gelden dezelfde beperkingen.
De dialoog met Noord-Korea verloopt moeizaam, mede vanwege de door Noord-Korea zelf verkozen geïsoleerde positie. De directe contacten zijn beperkt. Echter, in voorkomende gevallen zal Nederland altijd in bilateraal verband mensenrechtenschendingen adresseren. Daarnaast bepleit Nederland in EU- en VN-verband voor verbetering van de mensenrechtensituatie in Noord-Korea.
Zie onder 1. Zo mogelijk trekt Nederland met de overige LS op.
Ja. Het beeld in het rapport van deze commissie (waarbij voorbeelden uit het verleden worden aangehaald) wordt bevestigd in het jaarlijkse rapport van het VS Department of State en het tweejaarlijkse Duitse «Bericht der Bundesregierung zur weltweiten Lage der Religionsfreiheit». De gemelde executies passen in dat beeld.
Wegens de ontoegankelijkheid van Noord-Korea kunnen berichten waaraan in vraag 1 wordt gerefereerd niet worden bevestigd. Ook het VS rapport baseert zich expliciet op bronnen als Open Doors.
Dat zijn er heel weinig, gegeven de isolationistische koers van Noord-Korea. Het kabinet zet vooral in op steun aan het mandaat van de «Special Rapporteur on the situation of human rights in the Democratic People’s Republic of Korea», die in zijn laatste rapport, van maart 2022 een pessimistisch beeld schetst. Nederland steunt – tezamen met de EU en haar lidstaten en andere gelijkgezinden – de rapporteur in de uitoefening van zijn lastige taak, o.a. door actieve betrokkenheid bij de aanvaarding van zijn rapport door de Mensenrechtenraad, resp. de Algemene Vergadering van de VN.
In een door de EU ingediende resolutie heeft de Mensenrechtenraad in zijn laatste zitting steun uitgesproken voor het mandaat en erop aangedrongen dat de rapporteur toegang krijgt tot Noord-Korea. De resolutie steunde ook het mandaat van het kantoor van het OHCHR kantoor voor «accountability» in Seoul.
Ja. Mij is verzekerd dat een benoeming aanstaande is.
Het kabinet houdt uiteraard grote zorgen over de situatie in Noord-Korea. Nederland kiest er voor met name in EU-verband de mensenrechtenschendingen te adresseren. De door de EU ingestelde sancties van Noord-Koreaanse personen en entiteiten, direct betrokken bij de mensenrechtenschendingen, zijn op dit moment daarvoor de meest geëigende instrumenten.