Ingediend | 10 november 2021 |
---|---|
Beantwoord | 1 december 2021 (na 21 dagen) |
Indiener | Lisa Westerveld (GL) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA), Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie gezondheidsrisico's sport zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z19918.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-926.html |
Ja, ieder kind moet in Nederland (goed) kunnen zwemmen.
Voor de publieke binnenruimte van een locatie voor de beoefening van sport (waaronder ook de kleedkamers) geldt vanaf 18 jaar een CTB-plicht voor het publiek. En omdat zwemles in een dergelijke locatie gegeven wordt, geldt ook voor deze activiteit en haar bezoekers de CTB-plicht. Dit heb ik op 15 november ook aangegeven in antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Hijink (2021Z19607 ingezonden 5 november 2021).
Zie antwoord op vraag 2.
Ja daar ben ik mee bekend.
De kinderen die zelf kunnen omkleden, kinderen van gevaccineerde ouders en kinderen van ouders die op andere wijze een CTB kunnen tonen, kunnen gewoon de zwemles blijven volgen. Hoewel dit voor de overige kinderen natuurlijk zeer onwenselijk is, voorzie ik hier geen grote gevolgen voor de wachtlijsten voor zwemles als geheel omdat deze groep beperkt is.
Het blijft voor ieder kind en iedere volwassene ontegenzeggelijk van groot belang om zwemvaardig te zijn. Wanneer kinderen hulp nodig hebben bij het omkleden voorafgaand aan de zwemles is voor de ouders een CTB vereist. Dat betekent dat ouders die niet gevaccineerd zijn een negatieve test of een herstelbewijs moeten hebben.
Ik ben in regelmatig contact met de Nationale Raad Zwemveiligheid die het overgrote deel van de zwembaden, zwemlesaanbieders en werknemers in de zwembadbranche vertegenwoordigd over de veilige invulling van zwemlessen. Daarin is zwemles zonder CTB geen onderwerp, maar het protocol veilig zwemmen wordt continu geüpdate op basis van de geldende maatregelen.
Sinds maart 2020 rapporteert het Mulier Instituut ieder half jaar de gevolgen van de coronacrisis voor de sportwereld. Daarbij kijken ze ook naar de gevolgen van de maatregelen voor de sportdeelname. Aanvullend voert het RIVM iedere zes weken een onderzoek uit naar gedragsveranderingen in tijden van corona waaronder ook sport- en beweeggedrag valt. En tenslotte peilt NOC*NSF iedere maand de sportdeelname onder de Nederlandse bevolking.
Voor iedereen ligt het risico op uitsluiting van het sociale leven op de loer bij maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van het coronavirus, maar bij de groep die u benoemt in het bijzonder. In het geval dat sporters met een handicap begeleiding nodig hebben bij de beoefening van hun sportactiviteit dan zijn deze begeleiders toegestaan op het sportpark, ook als ze zelf geen sport beoefenen. Dit geldt ook voor G-teams, wanneer begeleiders nodig zijn, dan zijn deze (ook zonder CTB) toegestaan. Verder geldt op dit moment dat supporters, al dan niet met een beperking, bij sportwedstrijden niet zijn toegestaan.
Het uitgangspunt van de CTB-plicht is dat bezoekers primair zelf verantwoordelijk zijn voor de naleving van de gestelde maatregelen. Daarbij zijn ter ondersteuning voor de aanbieders door NOC*NSF en NRZ protocollen opgesteld. Hoewel dat op veel plaatsen goed lukt, ontvang ik ook signalen dat verenigingen het lastig vinden dit met vrijwilligers te organiseren. Als het niet lukt om met eigen vrijwilligers, in samenwerking met de exploitant van de accommodatie, andere verenigingen of met behulp van externe krachten dit te organiseren, dan kan in overleg met de gemeente nagedacht worden over een doelmatige inzet van derden. Dit kan worden gefinancierd uit het budget van 45 miljoen euro dat het kabinet in september beschikbaar stelde aan de gemeenten om handhavingskosten te dekken.
Ik verwacht dat dit gehandhaafd wordt. De toepassing van het CTB zorgt er namelijk voor dat sectoren, waaronder sport, op een veiligere wijze georganiseerd kunnen worden en open kunnen blijven. Zo probeert het kabinet op advies van het OMT te voorkomen dat extra maatregelen genomen moeten worden of bepaalde sectoren weer volledig gesloten moeten worden. Dat is ook voor de mensen die sport beoefenen uiterst onwenselijk en het kabinet wil dat met maatregelen, zoals het CTB, voorkomen. Handhaving is dus in het belang van de sportwereld en sporters in het bijzonder.
In een rondgang langs enkele sportbonden hebben de onderzoekers van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) geconcludeerd dat in de eerste twee weekenden waarin sporters CTB-plichtig waren, het meeviel met het aantal uitgevallen wedstrijden. Ook het aantal noodgedwongen terugtrekkingen uit de competitie viel op basis van deze rondgang zeer mee.
In zijn algemeenheid is afgesproken dat bij het overtreden van de regels in eerste instantie een waarschuwing wordt gegeven. Bij herhaaldelijke overtredingen kan een dwangsom worden opgelegd. Deze situaties proberen we uiteraard te voorkomen en we roepen op gezamenlijk (zie antwoord op vraag 10) tot een oplossing te komen als het verenigingen niet lukt het CTB te controleren.