Ingediend | 1 juni 2021 |
---|---|
Beantwoord | 8 oktober 2021 (na 129 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | bouwen en verbouwen huisvesting |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z09468.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-235.html |
Het Binnenhof wordt, conform kabinetsbesluit2, integraal gerenoveerd voor een periode van 5,5 jaar, waarbij voor alle gebruikers is gezocht naar tijdelijke huisvesting voor de periode van de renovatie. In 2016 is gekozen om het Ministerie van Algemene Zaken, ambtelijk en onder andere het Trêvesgebied en andere beveiligde functies, tijdelijk te huisvesten in en rondom het Catshuis met aanvullend tijdelijke kantoorunits. U bent hierover destijds geïnformeerd3.
Voor de tijdelijke huisvesting van het Ministerie van Algemene Zaken zijn destijds verschillende locaties verkend. Hierbij is nadrukkelijk gekeken naar de noodzakelijke faciliteiten, bijbehorende beveiligingsmaatregelen en eraan verbonden kosten. Daarna is besloten dat het Catshuisterrein, de voorkeurslocatie was voor de tijdelijke huisvesting.
Ja. Voor de periode van de tijdelijke huisvesting moet het Ministerie van Algemene Zaken, ambtelijk en onder andere het Trêvesgebied, over passende tijdelijke huisvesting beschikken. In de vijfde voortgangsrapportage4 heb ik voor wat betreft het Catshuisterrein wel aangegeven dat er een aantal nog nader te analyseren aandachtspunten rond de beveiliging is die op hun consequenties moeten worden bezien en gewogen. Deze weging is nog steeds gaande. In de volgende voortgangsrapportage van december 2021 zal ik hier uiteraard op terugkomen. Ik zal dan ook ingaan op de consequenties van de op 15 juli jl. in de Haagse gemeenteraad aangenomen motie tegen de tijdelijke huisvesting op het Catshuis. Hierover ben ik in gesprek met de gemeente Den Haag.
Zie antwoord vraag 2.
Op 24 juni jl. heb ik u geïnformeerd, dat de beantwoording van de gestelde Kamervragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ingezonden op 1 juni 2021, met het kenmerk 2021Z09468) niet binnen de termijn van drie weken mogelijk was. De beantwoording van de Kamervragen was op dat moment binnen de zes weken termijn voorzien. Echter de afstemming met de gemeente Den Haag vraagt meer tijd naar aanleiding van de op 15 juli jl. aangenomen motie in de Haagse gemeenteraad over de tijdelijke huisvesting van het Ministerie van Algemene Zaken op het terrein van het Catshuis.
Hierbij deel ik u mede dat de gestelde Kamervragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ingezonden op 1 juni 2021, met het kenmerk 2021Z09468) niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. De benodigde nadere afstemming vergt helaas meer tijd. Uw Kamer ontvangt de antwoorden binnen drie weken.