Kamervraag 2021Z07752

De fiscale verschillen tussen werknemers en zelfstandigen

Ingediend 11 mei 2021
Beantwoord 8 juni 2021 (na 28 dagen)
Indiener Steven van Weyenberg (D66)
Beantwoord door Hans Vijlbrief (staatssecretaris financiën) (D66)
Onderwerpen arbeidsvoorwaarden belasting financiën werk
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z07752.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3098.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Acht fouten in het bruto/netto werknemer/zzp-model van Financiën. Toch ligt het straks op de formatietafel»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Wat zijn de aannames onder de figuren 4, 5 en 6 en tabel 9 bij de nota naar aanleiding van het verslag over het Belastingplan 2021?2

    In de figuren 4 en 5 wordt de gemiddelde druk van een werknemer, een directeur-grootaandeelhouder (dga) en een ondernemer voor de inkomstenbelasting (IB-ondernemer) vergeleken voor verschillende jaren.
    Bij de onderliggende berekeningen is aangenomen dat de belastingplichtige alleenstaand is en geen kinderen heeft. De belastingplichtige heeft ook geen recht op hypotheekrenteaftrek of andere aftrekposten, wel profiteert de IB-ondernemer van de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Daarnaast heeft de belastingplichtige geen recht op huurtoeslag. De zorgtoeslag is in deze berekeningen wel meegenomen.
    Verder zijn enkele aannames nodig om de werknemer, de dga en de IB-ondernemer zo goed mogelijk vergelijkbaar te maken (zie ook het antwoord op vraag 6). Die aannames en rekenwijze worden hieronder opgesomd en toegelicht:3
    In de genoemde figuur 6 en tabel 9 wordt de marginale druk weergegeven voor werknemers en IB-ondernemers. Bij de berekening van de marginale druk in die tabellen is voor de IB-ondernemer geen rekening gehouden met de opbouw van een oudedagsvoorziening, premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering en reserveringen voor werkloosheid en loondoorbetaling bij ziekte.

  • Vraag 3
    Wat is op dit moment ongeveer het omslagpunt voor ondernemers om vanwege fiscale redenen als IB-ondernemer te opereren in plaats van als directeur-grootaandeelhouder (DGA), nog afgezien van andere gronden om daar tussen te kiezen?

    Onder de bovenstaande aannames is de gemiddelde druk voor een dga lager dan voor een IB-ondernemer vanaf een winst van ongeveer € 243.000. Bij een winst kleiner dan € 243.000 zou het dus gunstiger zijn om als IB-ondernemer te opereren.

  • Vraag 4
    Kunt u per inkomensgroep van € 5.000 onder dat punt aangeven wat de gemiddelde en marginale belastingdruk is? En hoe de gemiddelde en marginale belastingdruk in de structurele situatie zal zijn?

    Gemiddelde druk uitgedrukt als percentage van de werkgeverslasten of winst
    Brutoinkomen werknemer
    Werkgeverslasten of winst
    Werknemer
    IB-ondernemer
    Dga
    € 0
    € 0
    0,0%
    0,0%
    0,0%
    € 5.000
    € 6.127
    0,0%
    0,0%
    0,0%
    € 10.000
    € 12.255
    12,8%
    3,6%
    8,6%
    € 15.000
    € 18.503
    18,7%
    8,6%
    13,6%
    € 20.000
    € 25.188
    22,6%
    12,6%
    20,9%
    € 25.000
    € 30.845
    26,3%
    15,6%
    30,1%
    € 30.000
    € 38.483
    35,4%
    20,4%
    37,9%
    € 35.000
    € 45.122
    39,6%
    27,6%
    42,3%
    € 40.000
    € 51.760
    42,4%
    33,0%
    44,9%
    € 45.000
    € 58.399
    44,9%
    36,4%
    46,6%
    € 50.000
    € 65.037
    46,9%
    38,9%
    47,9%
    € 55.000
    € 71.676
    48,6%
    41,3%
    48,9%
    € 60.000
    € 78.314
    49,9%
    43,5%
    49,7%
    € 65.000
    € 84.389
    50,7%
    45,1%
    50,2%
    € 70.000
    € 90.110
    51,2%
    46,1%
    50,5%
    € 75.000
    € 95.831
    51,8%
    46,7%
    50,7%
    € 80.000
    € 101.552
    52,5%
    47,2%
    50,9%
    € 85.000
    € 107.273
    53,1%
    47,5%
    51,1%
    € 90.000
    € 112.994
    53,7%
    47,7%
    51,2%
    € 95.000
    € 118.715
    54,2%
    48,0%
    51,3%
    € 100.000
    € 124.436
    54,6%
    48,2%
    51,4%
    € 105.000
    € 130.157
    55,0%
    48,4%
    51,4%
    € 110.000
    € 135.878
    55,4%
    48,6%
    51,4%
    € 115.000
    € 141.285
    55,5%
    48,7%
    51,3%
    € 120.000
    € 146.448
    55,4%
    48,5%
    51,0%
    € 125.000
    € 151.611
    55,2%
    48,4%
    50,7%
    € 130.000
    € 156.774
    55,1%
    48,3%
    50,4%
    € 135.000
    € 161.937
    55,0%
    48,2%
    50,2%
    € 140.000
    € 167.100
    54,8%
    48,1%
    49,9%
    € 145.000
    € 172.263
    54,7%
    48,0%
    49,7%
    € 150.000
    € 177.426
    54,6%
    47,9%
    49,5%
    € 155.000
    € 182.589
    54,5%
    47,8%
    49,4%
    € 160.000
    € 187.752
    54,4%
    47,8%
    49,2%
    € 165.000
    € 192.915
    54,3%
    47,7%
    49,0%
    € 170.000
    € 198.078
    54,3%
    47,6%
    48,9%
    € 175.000
    € 203.241
    54,2%
    47,6%
    48,7%
    € 180.000
    € 208.404
    54,1%
    47,5%
    48,6%
    € 185.000
    € 213.567
    54,0%
    47,4%
    48,4%
    € 190.000
    € 218.730
    54,0%
    47,4%
    48,3%
    € 195.000
    € 223.893
    53,9%
    47,3%
    48,2%
    € 200.000
    € 229.056
    53,8%
    47,3%
    48,0%
    In de structurele situatie verandert de druk voor de IB-ondernemer door de geleidelijke afbouw van de zelfstandigenaftrek naar € 3.240. In 2021 is deze € 6.670. Het verschil met de werknemer wordt hierdoor kleiner. Vooral bij brutoinkomens van werknemers tussen de € 30.000 en € 75.000 neemt het verschil met een kwart tot een derde af.
    Gemiddelde druk uitgedrukt als percentage van de werkgeverslasten of winst
    Brutoinkomen werknemer
    Werkgeverslasten of winst
    Werknemer
    IB-ondernemer
    Dga
    € 0
    € 0
    0,0%
    0,0%
    0,0%
    € 5.000
    € 6.127
    0,0%
    0,0%
    0,0%
    € 10.000
    € 12.255
    12,7%
    4,9%
    8,6%
    € 15.000
    € 18.503
    18,6%
    9,5%
    13,5%
    € 20.000
    € 25.188
    22,5%
    13,2%
    20,8%
    € 25.000
    € 30.845
    26,3%
    17,1%
    30,0%
    € 30.000
    € 38.483
    35,4%
    25,1%
    37,8%
    € 35.000
    € 45.122
    39,5%
    31,7%
    42,2%
    € 40.000
    € 51.760
    42,4%
    36,0%
    44,8%
    € 45.000
    € 58.399
    44,9%
    38,9%
    46,5%
    € 50.000
    € 65.037
    46,9%
    41,1%
    47,8%
    € 55.000
    € 71.676
    48,5%
    43,2%
    48,8%
    € 60.000
    € 78.314
    49,9%
    45,3%
    49,6%
    € 65.000
    € 84.389
    50,7%
    46,6%
    50,1%
    € 70.000
    € 90.110
    51,2%
    47,4%
    50,4%
    € 75.000
    € 95.831
    51,8%
    47,8%
    50,7%
    € 80.000
    € 101.552
    52,5%
    48,2%
    50,9%
    € 85.000
    € 107.273
    53,1%
    48,6%
    51,0%
    € 90.000
    € 112.994
    53,6%
    48,8%
    51,2%
    € 95.000
    € 118.715
    54,1%
    49,0%
    51,3%
    € 100.000
    € 124.436
    54,6%
    49,2%
    51,3%
    € 105.000
    € 130.157
    55,0%
    49,4%
    51,4%
    € 110.000
    € 135.878
    55,4%
    49,5%
    51,4%
    € 115.000
    € 141.285
    55,5%
    49,5%
    51,2%
    € 120.000
    € 146.448
    55,3%
    49,4%
    50,9%
    € 125.000
    € 151.611
    55,2%
    49,2%
    50,7%
    € 130.000
    € 156.774
    55,1%
    49,1%
    50,4%
    € 135.000
    € 161.937
    54,9%
    49,0%
    50,1%
    € 140.000
    € 167.100
    54,8%
    48,8%
    49,9%
    € 145.000
    € 172.263
    54,7%
    48,7%
    49,7%
    € 150.000
    € 177.426
    54,6%
    48,6%
    49,5%
    € 155.000
    € 182.589
    54,5%
    48,5%
    49,3%
    € 160.000
    € 187.752
    54,4%
    48,4%
    49,2%
    € 165.000
    € 192.915
    54,3%
    48,3%
    49,0%
    € 170.000
    € 198.078
    54,2%
    48,2%
    48,9%
    € 175.000
    € 203.241
    54,2%
    48,2%
    48,7%
    € 180.000
    € 208.404
    54,1%
    48,1%
    48,6%
    € 185.000
    € 213.567
    54,0%
    48,0%
    48,4%
    € 190.000
    € 218.730
    53,9%
    48,0%
    48,3%
    € 195.000
    € 223.893
    53,9%
    47,9%
    48,1%
    € 200.000
    € 229.056
    53,8%
    47,8%
    48,0%
    Tabellen 3 en 4 geven de marginale wig voor werknemers, IB-ondernemers en dga’s met hun bv onder dezelfde aannames als in tabellen 1 en 2. In de marginale wig is het gehele verschil tussen werkgeverslasten of winst en netto-inkomen na toeslagen en reserveringen meegenomen. Hiermee wijkt deze berekening van de marginale druk af van de berekening zoals in figuur 6 en tabel 9 in de nota naar aanleiding van het verslag bij Belastingplan 2021. In die figuren is namelijk alleen het stelsel van belastingen en toeslagen en het werknemersdeel van de pensioenpremie meegenomen bij de berekening van de marginale druk. Dat is vanuit het oogpunt van werknemers een logische keuze, maar voor de vergelijkbaarheid van werknemers, IB-ondernemers en dga’s ligt een berekening van de marginale wig meer voor de hand.
    Brutoinkomen werknemer
    Werkgeverslasten of winst
    Werknemer
    IB-ondernemer
    Dga
    € 0
    € 0
    € 5.000
    € 6.127
    20,7%
    12,4%
    17,6%
    € 10.000
    € 12.255
    26,0%
    15,8%
    20,7%
    € 15.000
    € 18.503
    30,2%
    18,4%
    23,3%
    € 20.000
    € 25.188
    33,3%
    23,6%
    41,1%
    € 25.000
    € 30.845
    43,2%
    29,2%
    71,2%
    € 30.000
    € 38.483
    72,1%
    39,7%
    69,2%
    € 35.000
    € 45.122
    63,7%
    69,5%
    67,8%
    € 40.000
    € 51.760
    61,6%
    69,9%
    62,8%
    € 45.000
    € 58.399
    64,5%
    62,9%
    59,6%
    € 50.000
    € 65.037
    64,5%
    61,0%
    59,2%
    € 55.000
    € 71.676
    64,5%
    64,1%
    58,8%
    € 60.000
    € 78.314
    64,5%
    67,5%
    58,5%
    € 65.000
    € 84.389
    61,2%
    65,6%
    56,3%
    € 70.000
    € 90.110
    58,8%
    60,6%
    54,7%
    € 75.000
    € 95.831
    61,0%
    57,2%
    54,4%
    € 80.000
    € 101.552
    64,0%
    54,7%
    54,2%
    € 85.000
    € 107.273
    64,0%
    53,1%
    53,9%
    € 90.000
    € 112.994
    64,0%
    52,3%
    53,7%
    € 95.000
    € 118.715
    64,0%
    53,1%
    53,5%
    € 100.000
    € 124.436
    64,0%
    53,1%
    53,0%
    € 105.000
    € 130.157
    64,0%
    53,1%
    52,2%
    € 110.000
    € 135.878
    64,0%
    53,1%
    52,0%
    € 115.000
    € 141.285
    58,1%
    48,8%
    47,0%
    € 120.000
    € 146.448
    51,1%
    45,1%
    42,7%
    € 125.000
    € 151.611
    51,1%
    45,1%
    42,6%
    € 130.000
    € 156.774
    51,1%
    45,1%
    42,5%
    € 135.000
    € 161.937
    51,1%
    45,1%
    42,4%
    € 140.000
    € 167.100
    51,1%
    45,1%
    42,3%
    € 145.000
    € 172.263
    51,1%
    45,1%
    43,3%
    € 150.000
    € 177.426
    51,1%
    45,1%
    43,6%
    € 155.000
    € 182.589
    51,1%
    45,1%
    43,4%
    € 160.000
    € 187.752
    51,1%
    45,1%
    43,3%
    € 165.000
    € 192.915
    51,1%
    45,1%
    43,2%
    € 170.000
    € 198.078
    51,1%
    45,1%
    43,0%
    € 175.000
    € 203.241
    51,1%
    45,1%
    42,9%
    € 180.000
    € 208.404
    51,1%
    45,1%
    42,8%
    € 185.000
    € 213.567
    51,1%
    45,1%
    42,7%
    € 190.000
    € 218.730
    51,1%
    45,1%
    42,6%
    € 195.000
    € 223.893
    51,1%
    45,1%
    42,5%
    € 200.000
    € 229.056
    51,1%
    45,1%
    42,4%
    Omdat de zelfstandigenaftrek niet afhangt van het inkomen, wijzigt de marginale druk in de structurele situatie bij de meeste inkomens niet. Wel verschuift het verloop van de marginale druk door de afbouw van de zelfstandigenaftrek (de denkbeeldige figuur verschuift naar links), waardoor de voorbeelden net in een ander traject kunnen vallen. Dat effect is in de tabel met name te zien bij een winst van € 38.483.
    Brutoinkomen werknemer
    Werkgeverslasten of winst
    Werknemer
    IB-ondernemer
    Dga
    € 0
    € 0
    € 5.000
    € 6.127
    20,7%
    14,1%
    17,6%
    € 10.000
    € 12.255
    25,9%
    16,8%
    20,6%
    € 15.000
    € 18.503
    30,1%
    18,4%
    23,2%
    € 20.000
    € 25.188
    33,3%
    23,6%
    41,1%
    € 25.000
    € 30.845
    43,1%
    34,1%
    71,1%
    € 30.000
    € 38.483
    72,1%
    57,5%
    69,1%
    € 35.000
    € 45.122
    63,6%
    69,8%
    67,7%
    € 40.000
    € 51.760
    61,5%
    65,7%
    62,8%
    € 45.000
    € 58.399
    64,5%
    60,9%
    59,6%
    € 50.000
    € 65.037
    64,5%
    60,9%
    59,2%
    € 55.000
    € 71.676
    64,5%
    64,0%
    58,8%
    € 60.000
    € 78.314
    64,5%
    67,4%
    58,5%
    € 65.000
    € 84.389
    61,2%
    64,2%
    56,3%
    € 70.000
    € 90.110
    58,8%
    58,1%
    54,7%
    € 75.000
    € 95.831
    60,9%
    54,6%
    54,4%
    € 80.000
    € 101.552
    64,0%
    54,6%
    54,2%
    € 85.000
    € 107.273
    64,0%
    55,5%
    53,9%
    € 90.000
    € 112.994
    64,0%
    53,1%
    53,7%
    € 95.000
    € 118.715
    64,0%
    53,1%
    53,5%
    € 100.000
    € 124.436
    64,0%
    53,1%
    53,0%
    € 105.000
    € 130.157
    64,0%
    53,1%
    52,2%
    € 110.000
    € 135.878
    64,0%
    53,1%
    52,0%
    € 115.000
    € 141.285
    58,1%
    48,8%
    47,0%
    € 120.000
    € 146.448
    51,1%
    45,1%
    42,7%
    € 125.000
    € 151.611
    51,1%
    45,1%
    42,6%
    € 130.000
    € 156.774
    51,1%
    45,1%
    42,5%
    € 135.000
    € 161.937
    51,1%
    45,1%
    42,4%
    € 140.000
    € 167.100
    51,1%
    45,1%
    42,3%
    € 145.000
    € 172.263
    51,1%
    45,1%
    43,3%
    € 150.000
    € 177.426
    51,1%
    45,1%
    43,6%
    € 155.000
    € 182.589
    51,1%
    45,1%
    43,4%
    € 160.000
    € 187.752
    51,1%
    45,1%
    43,3%
    € 165.000
    € 192.915
    51,1%
    45,1%
    43,2%
    € 170.000
    € 198.078
    51,1%
    45,1%
    43,0%
    € 175.000
    € 203.241
    51,1%
    45,1%
    42,9%
    € 180.000
    € 208.404
    51,1%
    45,1%
    42,8%
    € 185.000
    € 213.567
    51,1%
    45,1%
    42,7%
    € 190.000
    € 218.730
    51,1%
    45,1%
    42,6%
    € 195.000
    € 223.893
    51,1%
    45,1%
    42,5%
    € 200.000
    € 229.056
    51,1%
    45,1%
    42,4%

  • Vraag 5
    Kunt u daarbij in ieder geval rekening houden met het maximale bedrag dat een IB-ondernemer voor zijn oudedagreserve mag aftrekken?

    In de praktijk mag de IB-ondernemer maximaal 9,44% van de winst toevoegen aan de fiscale oudedagreserve (FOR). Hierbij geldt een maximaal bedrag van € 9.395 in 2021.
    Tabel 5 geeft de gemiddelde druk voor een IB-ondernemer wanneer rekening wordt gehouden met de maximale toevoeging aan de FOR. Bij relatief lage inkomens is de pensioenpremie van een werknemer lager dan 9,44% van de winst van een ondernemer. In dat geval is voor de vergelijkbaarheid uitgegaan van een opbouw van een oudedagsvoorziening die gelijk is aan die van de werknemer. Anders gezegd, de IB-ondernemer zet geen groter bedrag opzij voor zijn oudedagsvoorziening dan de werknemer (ook al kan formeel gesproken niet worden gekozen voor een gedeeltelijke FOR-opbouw). Ook is in deze tabel aangenomen dat IB-ondernemers met een relatief hoge winst evenveel sparen voor hun oudedagsvoorziening als de werknemer. Deze IB-ondernemers worden beperkt door het maximum van de FOR. Daarom is aangenomen dat zij het verschil met de pensioenpremie van de werknemer aanvullen uit hun netto inkomen. Hiervoor is – net als bij de reservering voor werkloosheid en ziekte – een factor van 50% aangenomen. Hierdoor zijn vanaf een winst van € 40.000 kleine verschillen in de gemiddelde druk zichtbaar in vergelijking met de uitkomsten in tabel 1.
    Brutoinkomen werknemer
    Werkgeverslasten of winst
    Gemiddelde druk IB-ondernemer als percentage van de winst
    € 0
    € 0
    0,0%
    € 5.000
    € 6.127
    0,0%
    € 10.000
    € 12.255
    3,6%
    € 15.000
    € 18.503
    8,6%
    € 20.000
    € 25.188
    12,6%
    € 25.000
    € 30.845
    15,6%
    € 30.000
    € 38.483
    20,4%
    € 35.000
    € 45.122
    27,6%
    € 40.000
    € 51.760
    33,1%
    € 45.000
    € 58.399
    36,4%
    € 50.000
    € 65.037
    38,9%
    € 55.000
    € 71.676
    41,3%
    € 60.000
    € 78.314
    43,5%
    € 65.000
    € 84.389
    45,1%
    € 70.000
    € 90.110
    46,0%
    € 75.000
    € 95.831
    46,5%
    € 80.000
    € 101.552
    47,0%
    € 85.000
    € 107.273
    47,4%
    € 90.000
    € 112.994
    47,7%
    € 95.000
    € 118.715
    48,0%
    € 100.000
    € 124.436
    48,2%
    € 105.000
    € 130.157
    48,4%
    € 110.000
    € 135.878
    48,6%
    € 115.000
    € 141.285
    48,6%
    € 120.000
    € 146.448
    48,5%
    € 125.000
    € 151.611
    48,4%
    € 130.000
    € 156.774
    48,3%
    € 135.000
    € 161.937
    48,2%
    € 140.000
    € 167.100
    48,1%
    € 145.000
    € 172.263
    48,0%
    € 150.000
    € 177.426
    47,9%
    € 155.000
    € 182.589
    47,8%
    € 160.000
    € 187.752
    47,7%
    € 165.000
    € 192.915
    47,7%
    € 170.000
    € 198.078
    47,6%
    € 175.000
    € 203.241
    47,5%
    € 180.000
    € 208.404
    47,5%
    € 185.000
    € 213.567
    47,4%
    € 190.000
    € 218.730
    47,4%
    € 195.000
    € 223.893
    47,3%
    € 200.000
    € 229.056
    47,3%
    Brutoinkomen werknemer
    Werkgeverslasten of winst
    Marginale wig IB-ondernemer
    € 0
    € 0
    € 5.000
    € 6.127
    12,4%
    € 10.000
    € 12.255
    15,8%
    € 15.000
    € 18.503
    18,4%
    € 20.000
    € 25.188
    23,6%
    € 25.000
    € 30.845
    29,2%
    € 30.000
    € 38.483
    39,7%
    € 35.000
    € 45.122
    69,5%
    € 40.000
    € 51.760
    70,1%
    € 45.000
    € 58.399
    62,6%
    € 50.000
    € 65.037
    60,9%
    € 55.000
    € 71.676
    64,0%
    € 60.000
    € 78.314
    67,4%
    € 65.000
    € 84.389
    65,5%
    € 70.000
    € 90.110
    60,5%
    € 75.000
    € 95.831
    54,4%
    € 80.000
    € 101.552
    54,0%
    € 85.000
    € 107.273
    55,8%
    € 90.000
    € 112.994
    53,1%
    € 95.000
    € 118.715
    53,1%
    € 100.000
    € 124.436
    53,1%
    € 105.000
    € 130.157
    53,1%
    € 110.000
    € 135.878
    53,1%
    € 115.000
    € 141.285
    48,8%
    € 120.000
    € 146.448
    45,1%
    € 125.000
    € 151.611
    45,1%
    € 130.000
    € 156.774
    45,1%
    € 135.000
    € 161.937
    45,1%
    € 140.000
    € 167.100
    45,1%
    € 145.000
    € 172.263
    45,1%
    € 150.000
    € 177.426
    45,1%
    € 155.000
    € 182.589
    45,1%
    € 160.000
    € 187.752
    45,1%
    € 165.000
    € 192.915
    45,1%
    € 170.000
    € 198.078
    45,1%
    € 175.000
    € 203.241
    45,1%
    € 180.000
    € 208.404
    45,1%
    € 185.000
    € 213.567
    45,1%
    € 190.000
    € 218.730
    45,1%
    € 195.000
    € 223.893
    45,1%
    € 200.000
    € 229.056
    45,1%

  • Vraag 6
    Kunt u aangeven wat de fiscale verschillen worden als rekening gehouden wordt met wat er daadwerkelijk wordt afgetrokken voor pensioensparen en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen? Hoeveel IB-ondernemers maken bijvoorbeeld maximaal gebruik van de fiscale oudedagsreserve (FOR)?

    Het doel van de modelmatige vergelijking zoals eerder gepubliceerd is om de gevolgen te laten zien van verschillen in de fiscale behandeling van verschillende contractvormen. Om alleen dit effect te laten zien, zijn alle andere kenmerken zoveel mogelijk gelijk gehouden (ceteris paribus). Er is uitgegaan van gelijke kosten voor de opdrachtgever/werkgever, van gelijke huishoudsituaties, en van zoveel mogelijk vergelijkbare bescherming/reserveringen.
    In de praktijk zijn de kenmerken en omstandigheden bij bijna elke werkende anders. Ook op groepsniveau naar contractvorm zijn er verschillen. IB-ondernemers en dga’s zijn in de praktijk bijvoorbeeld vaak minder verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en bouwen minder aan oudedagsvoorziening op. Ook deze verschillen leiden tot verschillen in de uitkomsten. Wie minder premie betaalt, houdt netto meer over. Het verschil in netto inkomen is kleiner dan het verschil in premies. Dit komt door de fiscale omkeerregel, die zegt dat premies aftrekbaar zijn en uitkeringen belast. Minder premies betalen betekent dus ook minder premies aftrekken en meer belasting betalen. En tegenover de lagere premiebetalingen staan lagere uitkeringen (en lagere belastingen) bij eventuele arbeidsongeschiktheid en/of bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Anderzijds bouwen IB-ondernemers en dga’s vaak vermogen binnen hun onderneming op dat zij bij hun pensionering te gelde kunnen maken.
    Een indruk van verschillen in de praktijk:
    Hoewel het in beginsel mogelijk is allerlei casussen door te rekenen, acht ik het methodologisch niet correct om in de vergelijking van de fiscale behandeling naar contractvorm rekening te houden met andere verschillen. Dan zouden de verschillen in de uitkomsten immers ook (deels) veroorzaakt worden door die andere verschillen en dus niet uitsluitend het gevolg zijn van verschillen in fiscale behandeling naar contractvorm.

  • Vraag 7
    Kunt u aangeven wat de fiscale verschillen worden als ook rekening gehouden wordt met het daadwerkelijke gebruik van ondernemersregelingen?

    In de vergelijking is uitgegaan van een werkende die een voltijds jaarinkomen verdient door als werknemer, als IB-ondernemer of als dga arbeid te verrichten voor een werkgever/opdrachtgever. Om de verschillen als gevolg van het verschil in contractvorm te kunnen laten zien, zijn de overige omstandigheden zoveel mogelijk gelijk gehouden.
    Bij elke contractvorm is rekening gehouden met de regelingen waarop min of meer per definitie recht bestaat. Er is dus bijvoorbeeld wel rekening gehouden met de arbeidskorting, omdat die geldt voor alle werkenden, maar niet met de inkomensafhankelijke combinatiekorting (iack), omdat die alleen geldt voor een deel van de werkenden. Bij de IB-ondernemer is rekening gehouden met de MKB-winstvrijstelling en de zelfstandigenaftrek omdat alle voltijds als zelfstandige/ondernemer werkende IB-ondernemers daar recht op hebben. Er is geen rekening gehouden met eventuele andere ondernemers- of ondernemingsregelingen, omdat die slechts voor een deel van de IB-ondernemers van toepassing zijn.

  • Vraag 8
    Is het mogelijk om een vergelijking te maken van de fiscale behandeling voor een aantal beroepen en sectoren waar zowel werknemers als zelfstandigen werken, waarbij rekening wordt gehouden met beloningsverschillen?

    Hoewel het in beginsel mogelijk is allerlei casussen door te rekenen, acht ik het methodologisch niet correct om in de vergelijking van de fiscale behandeling naar contractvorm rekening te houden met andere verschillen. Dan zouden de verschillen in de uitkomsten immers ook (deels) veroorzaakt worden door die andere verschillen, in dit geval verschillen in de hoogte van de beloning, en dus niet uitsluitend het gevolg zijn van verschillen in fiscale behandeling naar contractvorm.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z07752
Volledige titel: De fiscale verschillen tussen werknemers en zelfstandigen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-3098
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Weyenberg over de fiscale verschillen tussen werknemers en zelfstandigen