Ingediend | 2 maart 2021 |
---|---|
Beantwoord | 21 mei 2021 (na 80 dagen) |
Indiener | Sadet Karabulut |
Beantwoord door | Stef Blok (VVD), Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66) |
Onderwerpen | arbeidsomstandigheden cultuur en recreatie sport werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z04031.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2871.html |
Ja.
Nederland moet zich nog kwalificeren voor het WK voetbal in Qatar in 2022. Volgens het kwalificatieschema zal hier november 2021 meer bekend over zijn. Uitvoering van de motie is op dit moment derhalve nog niet aan de orde.
Zie antwoord vraag 2.
Het kabinet is van mening dat dergelijke misstanden betreurenswaardig zijn en ongevallen vanwege slechte arbeidsomstandigheden te allen tijde voorkomen dienen te worden. In het kader van de samenwerkingsovereenkomst tussen Qatar en de International Labour Organization (ILO) heeft de Qatarese overheid de afgelopen jaren verschillende arbeidshervormingen doorgevoerd om de situatie van arbeidsmigranten te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn de afschaffing van het exit-visum vereiste, zodat werknemers zonder toestemming van hun werkgever het land kunnen verlaten, invoering van een non-discriminatoir minimumloon, en de afschaffing van de No Objection Certificate, waardoor werknemers zonder toestemming van hun werkgever van baan kunnen wisselen.
De uitvoering van deze hervormingen blijft echter een punt van zorg dat het kabinet regelmatig aan de Qatarese autoriteiten overbrengt. Internationale (mensenrechten)organisaties geven aan dat het van belang is samenwerking en kritische dialoog voort te zetten, teneinde duurzame veranderingen in de situatie van arbeidsmigranten in Qatar te realiseren.
Data over arbeidsgerelateerde ongevallen worden door verschillende (overheids)instanties in Qatar verzameld op een niet eenduidige wijze. De ILO meldt dat Qatar een gestandaardiseerd systeem aan het ontwikkelen is voor het definiëren en registreren hiervan. Qatarese autoriteiten geven op basis van de aanwezige data aan dat de 6.500 doden niet eenduidig zijn toe te schrijven aan de bouwwerkzaamheden voor het WK sinds de toewijzing daarvan aan Qatar in 2010. In gesprekken met stakeholders, waaronder de internationale gemeenschap en (mensenrechten) organisaties, wordt deze duiding bevestigd.
Het kabinet beoogt door middel van constructief kritisch beleid, waarbij samenwerking en dialoog centraal staan, duurzame positieve verandering te faciliteren op het gebied van mensenrechten en specifiek de positie van arbeidsmigranten. Verandering die verder reikt dan het WK voetbal 2022 en in alle sectoren van de samenleving doorwerking heeft.
Dit onderwerp is ter sprake gekomen in reguliere contacten tussen Minister Blok en Minister Al Thani. Tevens stonden mensenrechten en specifiek de positie van arbeidsmigranten, op de agenda van de bilaterale politieke consultaties van februari jl. tussen Nederland en Qatar en zijn de zorgen naar aanleiding van de recente berichtgeving recentelijk wederom overgebracht. Op (hoog)ambtelijk niveau wordt regelmatig gesproken met mensenrechten- en internationale organisaties en diplomatieke vertegenwoordigingen, waaronder ambassades van zendende landen, om over een goede informatiepositie te beschikken en gezamenlijk verbeteringen te bewerkstelligen.
Nederland ondersteunt concreet de Qatarese samenwerking met de ILO om de positie van arbeidsmigranten te bevorderen door middel van het delen van kennis en expertise. Het ministerie organiseerde in 2019 een missie naar Nederland voor de Qatarese arbeidsinspectie om inzicht te bieden in hoe de Nederlandse arbeidsinspectie te werk gaat met het oog op versterking van de lokale capaciteit. In 2020 organiseerde het ministerie in samenwerking met het Qatarese Ministerie van SZW, de ILO en de Sociaal Economische Raad in Nederland een reeks medezeggenschapstrainingen voor arbeidsmigranten die zitting hebben in Joint Committees (de Qatarese variant van een medezeggenschapsraad). De trainingen dienden om beter inzicht te bieden in participatierechten en samenwerking tussen arbeiders en management te versterken. Het ministerie werkt momenteel aan een tweede reeks medezeggenschapstrainingen, waar personeelszaken, financiën en veiligheid en gezondheid op het werk centraal zullen staan.
Het laten bijdragen aan financiële compensatie voor slachtoffers en hun nabestaanden door iedereen die profiteert van het WK is een nobel streven, maar praktisch uitdagend. Qatar heeft wetgeving omtrent financiële compensatie na arbeidsgerelateerde letsels en sterfgevallen. De WK organisatie voert deze regeling uit en heeft in individuele gevallen ook onafhankelijk onderzoek naar de compensatie laten doen. In gesprekken met deze organisatie is grotere transparantie hierover aangemoedigd.
De misstanden ten aanzien van de arbeidsomstandigheden in Qatar zijn al langer bekend en hebben vanzelfsprekend de aandacht van het kabinet. Nederland brengt de zorgen over de positie van arbeidsmigranten stelselmatig over, op politiek en hoogambtelijk niveau. Naar aanleiding van de zorgelijke berichten over arbeidsmigranten bij de bouw van voetbalstadions in Qatar heeft de Minister voor BHOS besloten om de digitale handelsmissie naar Qatar, die gepland stond van 22 maart tot en met 1 april 2021, uit te stellen.
Tegelijkertijd richt Nederland zich nog steeds op politieke en economische samenwerking en dialoog met Qatar. Nederlandse bedrijven die zaken willen doen in Qatar kunnen dus ook gebruik maken van ondersteuning door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De Golfregio, inclusief Qatar, is een politiek strategische regio en prioritaire markt in de handelsagenda van het kabinet. De regio kent uitdagingen op terreinen waar Nederlandse bedrijven veel expertise hebben. Denk aan watertekorten, transitie naar hernieuwbare energie en afhankelijkheid van voedselimport. Het kabinet ondersteunt Nederlandse bedrijven om deze uitdagingen te adresseren en kansen te verzilveren.
Het kabinet hecht er groot belang aan dat alle Nederlandse bedrijven die internationaal ondernemen de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights naleven. Het kabinet zet daarom ook in op een brede gepaste zorgvuldigheidsverplichting voor bedrijven, bij voorkeur op Europees niveau.
Zie antwoord vraag 7.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Karabulut (SP) met kenmerk 2021Z04031, ingezonden op 2 maart 2021, en de schriftelijke vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Van den Hul (PvdA), Karabulut (SP) en Van den Nieuwenhuijzen (GroenLinks), met kenmerk 2021Z04402, ingezonden op 10 maart 2021, willen wij u meedelen dat het helaas niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De reden hiervoor is dat het verzamelen van informatie ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt.