Ingediend | 4 februari 2021 |
---|---|
Beantwoord | 25 mei 2021 (na 110 dagen) |
Indiener | Maurits von Martels (CDA) |
Beantwoord door | Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | natuur en milieu stoffen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z02294.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2893.html |
Ja.
Bij asfaltcentrales in de provincie Gelderland werd na metingen in 2017 bekend dat er emissies van benzeen plaatsvinden. Bij twee van de zes asfaltcentrales in Gelderland is gebleken dat de emissiegrenswaarden voor benzeen wordt overschreden. Het ministerie is begin 2018 op de hoogte gebracht van de situatie. Ik heb mij onlangs door bevoegd gezag laten informeren over de laatste stand van zaken. Inmiddels zijn bij meerdere asfaltcentrales metingen verricht naar benzeen. Op basis van door bevoegde gezagen verstrekte informatie kan ik u aangeven dat er 29 actieve asfaltcentrales zijn in Nederland. Van deze actieve asfaltcentrales is bekend dat 10 asfaltcentrales de emissiegrenswaarde voor benzeen overschrijden, 8 asfaltcentrales voldoen en over 11 asfaltcentrales zijn geen emissiegegevens van benzeen bekend. Voor de 11 asfaltcentrales waarvan geen gegevens over benzeenemissies bekend zijn, zijn de bevoegde gezagen in contact met de asfaltcentrales voor het meten van benzeen en treden indien nodig handhavend op. Het is van belang dat bevoegd gezag over emissiegegevens beschikt zodat duidelijk wordt of sprake is van een overschrijdingssituatie en op basis waarvan vervolgstappen kunnen worden bepaald door bevoegd gezag. Het handelen door bevoegde gezagen verschilt. Een aantal bevoegde gezagen geeft aan een handhavingstraject gestart te zijn.
Door de branche wordt onderzocht hoe de uitstoot van benzeen bij hergebruik van asfalt kan worden verminderd. Insteek van het onderzoek is te komen tot inzicht in wat voor maatregelen getroffen kunnen worden om emissies van benzeen te verminderen.
Zie antwoord vraag 2.
Van belang is dat de uitstoot van de schadelijke stof benzeen voldoet aan de emissiegrenswaarde en geminimaliseerd wordt, om mens en milieu te beschermen. Door de branche wordt onderzocht hoe de uitstoot van benzeen bij hergebruik van asfalt kan worden verminderd, ik ga met de branche in gesprek over de voorgang van het onderzoek. Van het aanpassen van regelgeving is momenteel geen sprake, het streven is dat wordt voldaan aan de emissiegrenswaarde van 1 mg/Nm3. Op leefniveau, daar waar burgers kunnen worden blootgesteld aan emissies van benzeen, zijn geen overschrijdingen van de Europese immissiegrenswaarde geconstateerd.
De situatie heeft de volle aandacht van de betrokken bevoegde gezagen, die zich vanuit hun verantwoordelijkheid in vergunningverlening, toezicht en handhaving, op verschillende manieren inzetten om de overschrijdingsgevallen op te lossen. De inzet van bevoegd gezag varieert van het opvragen van emissiegegevens tot handhavend optreden. Ik blijf hierover in gesprek met de bevoegde gezagen en zal de bevoegde gezagen aanspreken op de toezichthoudende en handhavende taken.
In 2020 heb ik mede in het kader van het Schone Lucht Akkoord onderzoek laten doen naar de actualisatie van de algemene eisen van het Activiteitenbesluit voor lucht (afdeling 2.3). Uit dit onderzoek2 is gebleken dat de emissiegrenswaarde voor de gas- of dampvormige ZZS, waartoe benzeen behoort, nog actueel is. Naast de geldende emissiegrenswaarde voor benzeen van 1 mg/Nm3 geldt ook voor ZZS de verplichting om de emissies terug te dringen.
De situatie heeft de volle aandacht van de betrokken bevoegde gezagen, zoals aangegeven in de beantwoording op vraag 4 blijf ik hierover in gesprek met de bevoegde gezagen en zal ik de bevoegde gezagen aanspreken op de toezichthoudende en handhavende taken. Nadat het onderzoek naar de uitstoot van benzeen bij asfaltcentrales is afgerond zal ik de Kamer zoals eerder toegezegd3 informeren over de vervolgstappen die zullen worden genomen.
Hierbij informeer ik u over de voortgang van de beantwoording van vragen van het lid Van Eijs (D66) en het lid Von Martels (CDA) over benzeenemissies bij asfaltcentrales (ingezonden 3 en 4 februari 2021, kenmerk 2021Z02179 en kenmerk 2021Z02294). Aangezien de vragen ook een aantal onderwerpen betreffen waarbij andere overheden en organisaties betrokken zijn, is nadere afstemming nodig. Hierdoor kunnen de vragen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.