Ingediend | 21 december 2020 |
---|---|
Beantwoord | 24 december 2020 (na 3 dagen) |
Indieners | Joël Voordewind (CU), Madeleine van Toorenburg (CDA), Maarten Groothuizen (D66) |
Beantwoord door | Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z25599.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1204.html |
Ja.
Toen dit voorjaar de eerste coronamaatregelen van kracht werden, heb ik besloten tot het invoeren van een coulanceregeling voor onder andere afgewezen asielzoekers. De regeling hield in dat de opvang bij het COA werd gecontinueerd voor asielzoekers die een negatieve beslissing op hun asielaanvraag hadden gekregen, onderdeel uitmaakten van de caseload van de DT&V en waarvan de vertrektermijn van 28 dagen, om zelfstandig te vertrekken, was verstreken. De afbouw van de coulanceregeling hield gelijke tred met de afbouw van de coronamaatregelen in het algemeen en de hervatting van processen in de asielketen in het bijzonder.
Het voornaamste verschil nu ten opzichte van het voorjaar is dat de processen in de asielketen als vitaal zijn bestempeld. Werkzaamheden van bijvoorbeeld het COA en de DT&V vinden, voor zover nodig in aangepaste vorm, doorgang. Uitgangspunt is dat asielzoekers, zoals gebruikelijk, recht op opvang hebben gedurende hun asielprocedure en gedurende de beroepsfase. Verder hebben Dublinclaimanten tot aan hun overdracht in beginsel recht op opvang. Voor afgewezen asielzoekers geldt dat zij kunnen doorstromen naar onderdaklocaties van het COA, te weten de vrijheidsbeperkende locatie (vbl) en de gezinslocaties. Zelfstandig vertrek naar alle landen is in beginsel mogelijk.
Vreemdelingen waarvan de 28-dagen vertrektermijn is verstreken en die moeten terugkeren, kunnen onder voorwaarden in de vbl worden geplaatst. Indien er tijdelijk vertrekbeletselen zijn, zoals beperkt vliegverkeer of het vereiste van een negatieve COVID-test, wordt hier rekening mee gehouden. Voor uitgeprocedeerde gezinnen met minderjarige kinderen geldt dat zij onderdak kunnen krijgen in een gezinslocatie. Aangezien er onderdakvoorzieningen zijn voor afgewezen asielzoekers en de processen in de asielketen operationeel blijven, heb ik besloten de coulanceregeling niet opnieuw in te voeren. Wel betracht het COA de kerstcoulance voor kwetsbare groepen en, indien noodzakelijk, de gebruikelijke vorstcoulance.
Deze gang van zaken herken ik niet. Vreemdelingen waarvan de asielaanvraag is afgewezen en die tegen een negatieve beslissing een beroepsprocedure hebben lopen, mogen hun beroep in beginsel altijd in Nederland afwachten. Zij hebben hangende de beroepsfase recht op opvang op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers. Indien de rechtbank bekrachtigt dat deze vreemdelingen Nederland moeten verlaten, vangt opnieuw de 28-dagen vertrektermijn aan waarin eveneens recht op opvang bestaat. Pas na het verstrijken van deze termijn is onderdak in de vbl mogelijk aan de orde.
Voor vreemdelingen afkomstig uit deze landen is de beantwoording op eerdere vragen gelijkelijk van toepassing. Daar kan ik aan toevoegen dat zij grote kans hebben op inwilliging van hun asielaanvraag en, indien dat het geval is, tot aan het moment van uitplaatsing naar een gemeente bij het COA kunnen verblijven. Het is mogelijk dat de asielaanvragen van deze vreemdelingen niet door Nederland ingewilligd worden, omdat een andere lidstaat krachtens de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Dublinclaimanten hebben tot aan hun overdracht in beginsel recht op opvang. Plaatsing in de vbl of gezinslocaties is derhalve niet aan de orde.
De vermeende handelingswijze dat vreemdelingen waarvan de asielaanvraag is afgewezen ¨zo maar op straat¨ worden gezet, herken ik geenszins. Een van de redenen dat processen in de asielketen als vitaal zijn bestempeld, is juist omdat het in het kader van de bestrijding van het virus van het grootste belang is dat reguliere werkzaamheden, uiteraard met inachtneming van de RIVM-richtlijnen, zoveel mogelijk doorgang vinden. Om te voorkomen dat ik in herhaling val, verwijs ik wat betreft de mogelijkheid van opvang en onderdak bij het COA graag naar de beantwoording op eerdere vragen. Betreffende vreemdelingen hoeven zich dus niet te beroepen op gemeentelijke opvangvoorzieningen, zoals de indieners lijken te veronderstellen.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 5.
Dat is realistisch, aangezien alle DT&V-processen operationeel zijn en zelfstandig vertrek naar alle landen in beginsel mogelijk is. Dit is gelukkig ook zichtbaar in de praktijk; hoewel er tijdelijk vertrekbeletselen kunnen zijn, zoals beperkt vliegverkeer of het vereiste van een negatieve COVID-test, is doorlopend sprake van vertrek. Sinds juli van dit jaar vertrekken wekelijks gemiddeld 80 vreemdelingen zelfstandig dan wel gedwongen. De coronamaatregelen d.d. 14 december jl. hebben naar verwachting beperkte invloed op de mogelijkheden om te vertrekken. Voor zover nodig betracht de DT&V maximale welwillendheid als het gaat om het bieden van vertrek- en herintegratieondersteuning.
Zie antwoord vraag 2.
Ja.