Ingediend | 14 oktober 2020 |
---|---|
Beantwoord | 19 november 2020 (na 36 dagen) |
Indieners | Peter Kwint , Sandra Beckerman |
Beantwoord door | Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | cultuur cultuur en recreatie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z18796.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-856.html |
Ja
De Commandobunker Clingendael, ook bekend als de Seyss-Inquart bunker, is een gebouw met hoge cultuurhistorische waarden dat om die reden is aangewezen als rijksmonument. Als belangwekkend erfgoed van de Tweede Wereldoorlog en de periode van de Koude Oorlog kan de bunker een rol vervullen in het vertellen van het verhaal van deze perioden.
Ik ben ermee bekend dat een deel van de herinneringscentra is afgebroken. En ik vind het net als u belangrijk dat betekenisvol erfgoed uit deze periode goed wordt bewaard. Dat geldt zowel voor de herinneringscentra als voor het nationaal-socialistische erfgoed. De commandobunker Clingendael en het Nationaal Tehuis van de NSB («Muur van Mussert») in Lunteren zijn belangrijke getuigen van het nationaal-socialisme in Nederland. Zij herinneren ons aan donkere bladzijden uit onze geschiedenis. Door deze gebouwen te beschermen en in stand te houden, dragen zij bij aan de bewustwording dat een open en democratische samenleving, die gestoeld is op vredelievendheid en naastenliefde, het sterkste wapen is tegen haat en onverdraagzaamheid. Om deze reden is bijvoorbeeld ook de schuilbunker in Apeldoorn in 2000 aangewezen als rijksmonument en ben ik bezig met de aanvullende bescherming van wat nog niet beschermd is en wel bescherming verdient, zoals aangekondigd in mijn beleidsbrief van 28 april 2020.
Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) heeft de afgelopen jaren het nodige instandhoudingsonderhoud gepleegd en zal dit ook tot de overdracht aan een nieuwe eigenaar blijven plegen conform hetgeen in de Erfgoedwet is vastgelegd en ook in de Leidraad Afstoot Monumenten (bijlage bij Kamerstuk 32 820, nr. 351) is opgenomen. Ten aanzien van de verkoopprocedure heeft de Staatssecretaris in beantwoording van Kamervragen van de leden Geluk-Poortvliet en Van Dam (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2772) vorig jaar de verkoopprocedure uiteengezet. Eerst zal het Rijksvastgoedbedrijf een participatietraject doorlopen met omwonenden en belangengroepen naar aanleiding van de concept Nota van Uitgangspunten (stedenbouwkundige, maar ook specifieke erfgoedaangelegenheden). Daarna zal de definitieve Nota van Uitgangspunten worden aangeboden aan de gemeenteraad van de gemeente Wassenaar. Vervolgens zal er een voorselectie plaatsvinden van kandidaten op basis van hun visie op het gehele complex. Deze visies zullen worden beoordeeld door een selectiecommissie bestaande uit onder andere RVB, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en gemeente Wassenaar. Het RVB streeft ernaar om de verkoop eind 2021 af te ronden.
Ja, dit onderzoek is bekend. De aanbevelingen in het onderzoek bestrijken een breed spectrum dat gaat van nader onderzoek en instandhoudingsopgave tot reconstructie. Ik onderschrijf de aanbevelingen voor zover ze niet op de planvorming vooruit lopen en niet in strijd zijn met de waardering voor de Koude Oorlogperiode. Er wordt nog aanvullend onderzoek uitgevoerd op het gebied van Koude Oorlog-erfgoed en archeologie. Door COVID-19 maatregelen loopt dit onderzoek enkele maanden vertraging op.
De onderhoudsanalyse is door het RVB uitgevraagd om in algemene zin inzicht te krijgen in de bouwkundige staat. Het RVB heeft gebruik gemaakt van de adviezen en met inzet van de erfgoedexpertise binnen deze dienst om de onderhouds- en herstelwerkzaamheden, die vereist zijn voor een gedegen instandhouding conform de Erfgoedwet, te laten uitvoeren.
Zie antwoord op vraag 4 en 6.
Ja. Ons erfgoedstelsel is erop ingericht dat de bescherming van rijksmonumenten niet afhankelijk is van het type eigenaar. Voor iedere eigenaar gelden namelijk dezelfde regels. Op grond van de wet is voor het wijzigen van het monument of de bestemming een omgevingsvergunning noodzakelijk. De gemeente is hiervoor het bevoegde gezag. Deze beslist over de vergunning na advisering door de gemeentelijke monumentencommissie en (bij ingrijpende werkzaamheden) de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Ik wijs erop dat in Nederland vele duizenden eigenaren op een uitstekende manier voor hun erfgoed zorgen.
Daarnaast geldt op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) de verplichting voor gemeenten om bij de totstandkoming van bestemmingsplannen rekening te houden met aanwezige cultuurhistorische waarden. Dat betekent dat een gemeente de mogelijkheid heeft om functies en bestemmingen die niet met deze waarden verenigbaar zijn, te verhinderen.
Bij verkoop van de bunker kunnen partijen een bod doen onder de voorwaarde dat zij een visie indienen voor de herontwikkeling van het complex dat goed past bij de bedoelingen van de Staat en de gemeente en de Nota van Uitgangspunten. De visies worden eerst getoetst voor akkoord door een selectiecommissie van experts van RVB, RCE en gemeente. Getoetst wordt op de inhoud van de Nota van Uitgangspunten. Integere omgang met gebouw en opgave is daarbij een zeer belangrijk aspect.
Nee, ik deel die zorgen niet. Zie allereerst mijn antwoord op vraag 8.
De regels van ons erfgoedstelsel zijn niet tijdelijk, maar voortdurend van toepassing. Het zonder vergunning wijzigen of beschadigen van een monument is een misdrijf. Verder wordt overwogen te kiezen voor het opleggen van een kwalitatieve verplichting omdat dit juridisch een sterkere werking heeft dan een kettingbeding. Hoewel de Nota van Uitgangspunten nog niet definitief is vastgesteld kan ik op voorhand stellen dat een escaperoom niet hiermee strookt.
Naast de inbedding van de erfgoedzorg in het daarvoor ingerichte stelsel, neemt de rijksoverheid nog aanvullende stappen om historisch erfgoed zo goed mogelijk te behouden door het verkoopproces ervan zorgvuldig in te richten en te begeleiden.
Nee, op grond van het bestemmingsplan kunnen regels worden gesteld ten aanzien van functie van een monument. De huidige wet- en regelgeving (Erfgoedwet en wetten en regels op het gebied van bouwen en de ruimtelijke ordening) biedt voldoende handvatten om eisen te stellen aan het uiterlijk en gebruik van de bunker. De Leidraad Afstoot Monumenten van april 2020 is ervoor bedoeld dat de bij afstoting, wijziging en herbestemming van rijksmonumenten betrokken rijkspartijen gezamenlijk en in overleg met mede-overheden bijdragen aan een goede uitgangspositie voor dit erfgoed in andere handen.
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 8 en 9. De Visie Erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog en de Leidraad Afstoot Monumenten hebben als doel bij te dragen aan de zorgvuldige omgang met waardevol erfgoed (in het geval van de Visie: het erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog).
Ik heb geen oordeel over welke partij de commandobunker zou moeten bezitten en beheren. De verkoopprocedure is er niet op gericht om zomaar degene met de hoogste prijs te selecteren. Eerst worden alleen die partijen geselecteerd die een zorgvuldig plan hebben passend binnen de kaders van de Nota van Uitganspunten. Verder verwijs ik u naar de antwoorden op vraag 8, 9 en 10.
Op 14 oktober jongstleden hebben de leden Beckerman en Kwint (SP) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over het bericht «De beladen bunker van Seyss-Inquart kwijnt weg». Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk omdat voor het goed beantwoorden van de vragen, meer tijd nodig is om alle aspecten ten aanzien van de Commandobunker Clingendael, ook bekend als de bunker van Seyss-Inquart in beeld te brengen. Ik zal de vragen van de leden Beckerman en Kwint zo snel mogelijk beantwoorden.