Ingediend | 17 augustus 2020 |
---|---|
Beantwoord | 5 oktober 2020 (na 49 dagen) |
Indiener | Daniel Koerhuis (VVD) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | bouwen en verbouwen huisvesting |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z14771.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-312.html |
Ja.
Ten tijde van de aankondiging van de sluiting van de regeling was er voor 80 duizend woningen een aanvraag ingediend. Het aantal aanvragen is uiteindelijk opgelopen tot 119.000 woningen, waarvan 115.000 bij corporaties. Als ook rekening wordt gehouden met nog openstaande aanvragen van de in 2018 gesloten heffingsvermindering voor nieuwbouw gaat het in totaal om 150 duizend woningen bij corporaties (160.000 in totaal). Aanvragers hebben vijf jaar de tijd om deze woningen te realiseren. Niet elke investering zal echter daadwerkelijk gerealiseerd worden, omdat de realisatie van woningen altijd onzekerheden kent. Als alle aanvragen daadwerkelijk omgezet worden in een definitieve heffingsvermindering in de komende vijf jaar, dan liggen de aantallen gerealiseerde woningen ruim hoger dan het aantal woningen dat de laatste jaren is gerealiseerd in het segment tot de aftoppingsgrens.
Om te zorgen dat de vermindering verhuurderheffing voor nieuwbouw daadwerkelijk zo snel mogelijk leidt tot de bouw van nieuwe woningen, heb ik op 13 september jl. met AEDES en VNG afgesproken dat wij de bouw samen gaan bewaken en aanjagen. Hiertoe richten wij nog dit jaar een gezamenlijke taskforce op. Met deze gezamenlijke aanpak willen we bereiken dat in de komende twee jaar de bouw van de 150.000 reguliere sociale huurwoningen kan starten. Daarnaast willen partijen dat er de komende twee jaar 10.000 tijdelijke en flexibele woningen worden gebouwd en gaan daarvoor aan de slag met het oplossen van de knelpunten. De Taskforce gaat monitoren of de bouw van de woningen daadwerkelijk plaatsvindt.
De heffingsvermindering zorgt voor lagere lasten bij de sector als geheel. Deze lagere lasten komen terecht op de plekken waar de meeste heffingsverminderingen zijn aangevraagd en het woningtekort het grootst is. Ook heeft de heffingsvermindering effect op de prijsstelling van de woningen, er komen meer woningen in een goedkope huurcategorie beschikbaar. Dit blijkt onder meer uit de rapportage verhuurderheffing, die ik in mei van dit jaar aan de Eerste en Tweede Kamer heb gestuurd. Daar bleek ook uit dat er aanwijzingen zijn dat de heffingsvermindering nieuwbouw die aan te vragen was tot 1 juli 2018 leidt tot een hogere investeringsratio in volgende jaren.
De heffingsvermindering heeft dus positieve effecten, hier is echter niet een exact getal aan te koppelen. Bouwprojecten zijn vaak tot in een laat stadium door onzekerheid omgeven, waardoor het lastig te bepalen is of een bouwplan nieuw is, of zonder heffingsvermindering al dan niet ook uitgevoerd zou zijn. Wel is duidelijk dat een heffingsvermindering bijdraagt aan de financiële haalbaarheid van plannen, waardoor het risico op uitval kleiner wordt.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Er is voor een bedrag van € 2,66 miljard aan heffingsvermindering nieuwbouw aangevraagd, dit ligt boven de € 1 miljard. De regeling is inmiddels gesloten. De budgettaire verwerking van de reeds gerealiseerde aanvragen in de begroting is op Prinsjesdag gepresenteerd.
Deze uitspraken komen overeen met de bevindingen uit de eerder genoemde evaluatie van de heffingsverminderingen, die ik in mei naar de Tweede Kamer heb gestuurd. Ook daarin gaven corporaties aan dat de heffingsverminderingen die tot 2018 waren aan te vragen in directe zin er niet toe heeft geleid dat er besloten is tot het doen van investeringen voor projecten die de corporaties nog niet al langere tijd gepland had. Wel gaven corporaties aan dat de heffingsvermindering op andere manieren een positief effect heeft gehad op het investeringsgedrag van corporaties. Corporaties gebruiken de heffingsvermindering onder meer voor versnelling van volgende projecten of voor andere keuzes in kwaliteit of kwantiteit van de woningen. Daarnaast worden de woningen verhuurd voor een lager dan geplande huur. Ook constateer ik dat als alle aanvragen daadwerkelijk omgezet worden in een definitieve heffingsvermindering de aantallen gerealiseerde woningen in het segment tot de aftoppingsgrens de komende jaren ruim hoger ligt dan het aantal woningen dat de laatste jaren is gerealiseerd.
Een nieuwbouwproject kan van eerste idee tot oplevering een doorlooptijd van zeven jaar of meer hebben. Dit is inclusief de periode waarin er nog sprake is van zachte plannen omdat locaties bijvoorbeeld slechts genoemd zijn in visiedocumenten voor de lange termijn. Het is wenselijk dat gemeenten nu al nadenken over de woningbouwlocaties van de toekomst. Daarna kan ook de grondverwervingsfase met name bij versnipperd eigendom lange tijd in beslag kan nemen. Wanneer het opstellen van het omgevings- of bestemmingsplan start, waarmee plannen hard worden gemaakt, kan de realisatietermijn veel korter zijn. Met een maximumtermijn van vijf jaar wordt gestimuleerd dat projecten daadwerkelijk voortvarend gerealiseerd worden.
Een voorlopige heffingsvermindering wordt afgegeven op het moment dat uit de aanvragen blijkt dat aan alle voorwaarden wordt voldaan: er wordt een zelfstandige woning gebouwd met een huur onder de eerste aftoppingsgrens van de huurtoeslag, waarbij een minimaal bedrag wordt geïnvesteerd. Het moet gaan om woningen waarvan de bouw begonnen is op of na 1 januari 2020. Na de daadwerkelijke realisatie van de investering wordt getoetst of daadwerkelijk is voldaan aan deze voorwaarden. Als dat het geval is, wordt een definitieve heffingsvermindering afgegeven en kan de verhuurder deze aftrekken van de te betalen verhuurderheffing.
Of een heffingsvermindering tot extra woningen leidt, wordt bij de uitvoering van de heffingsvermindering niet getoetst. Zoals in vraag 2 gemeld, is dit niet toetsbaar.
Er wordt geen voorschot toegekend. Pas na realisatie van de investering en afgifte van de definitieve heffingsvermindering kan een verhuurder zijn heffingsvermindering aftrekken van de verhuurderheffing.
Een aanvraag wordt toegekend indien deze voldoet aan de in het antwoord op vraag 8 genoemde voorwaarden. Hiertoe behoort geen toets of een bouwplan reeds bestond. Dit is, zoals ik eerder heb aangegeven, niet te toetsen. Wel is een voorwaarde dat niet voor 1 januari 2020 met de bouw is gestart.
Dit is niet vast te stellen. Aanvragen worden niet getoetst op het feit of het bestaande of nieuwe nieuwbouwplannen zijn. Dit kan ook niet getoetst worden.
Zie antwoord vraag 12.
Zie antwoord vraag 2.
Hierbij deel ik u mede dat de aan mij gestelde vragen van het lid Koerhuis over de heffingsvermindering nieuwbouw in de verhuurderheffing naar aanleiding van het bericht «Ollongrens sigaar levert geen extra woningen op» (ingezonden 17 augustus 2020 met kenmerk 2020Z14771) helaas niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. De beantwoording van de vragen vergt meer tijd voor interdepartementale afstemming en contact met de uitvoerder van de regeling.