Kamervraag 2020Z06846

Een noodfonds voor de culturele sector

Ingediend 16 april 2020
Beantwoord 20 april 2020 (na 4 dagen)
Indieners Peter Kwint , Niels van den Berge (GL), Lodewijk Asscher (PvdA)
Beantwoord door Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66)
Onderwerpen cultuur cultuur en recreatie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z06846.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2532.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Geen extra coronageld voor redding culturele sector»?1

    Ja

  • Vraag 2
    Klopt het dat er geen extra geld zal worden vrijgemaakt om de inkomstenderving van de culturele sector (berekend op ruim 1 miljard euro tot 1 juli 2020) als gevolg van de coronacrisis te compenseren? Zo ja, kunt u dit toelichten?

    Nee.
    Met mijn brief van 15 april jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de aanvullende ondersteuning die het kabinet biedt om de culturele en creatieve sector door de financieel zware eerste maanden heen te helpen en in staat te stellen om te investeren voor het volgende seizoen.
    Het kabinet voegt € 300 miljoen additionele middelen toe aan het bestaande instrumentarium om de vitale onderdelen in de culturele infrastructuur in stand te houden. Zo behouden we niet alleen het unieke Nederlandse artistieke product, maar waarborgen we ook de werkgelegenheid in deze sector. Het doel is om die onderdelen van de keten die onmisbaar zijn en zorgen voor werkgelegenheid overeind te houden. De regeling is gericht op instellingen/organisaties, die de opdrachtenstroom richting zzp’ers en andere instellingen weer op gang kunnen brengen.
    De additionele middelen worden ingezet voor het:
    Deze middelen zijn aanvullend op de in mijn brief van 27 maart jl. aangegeven generieke maatregelen van het kabinet. Deze generieke maatregelen zijn ook van toepassing op de culturele en creatieve sector, voor zowel zelfstandigen als instellingen. Deze kabinetsbrede maatregelen (vanuit de ministeries van EZK en SZW) bieden houvast voor bedrijven, instellingen en werkenden in het culturele en creatieve veld. Relevante voorbeelden zijn: de werktijdverkorting voor werknemers en werkgevers, de extra ondersteuning voor zzp’ers, de belastingmaatregelen, verruiming en versoepeling van de borgstelling midden- en kleinbedrijf, financiële ondersteuning via Qredits en de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren Covid-19 (TOGS). Daarmee worden banen behouden, worden zzp’ers en kleine ondernemingen ondersteund en worden lasten verlaagd.

  • Vraag 3
    Hoe vindt u het dat dat een derde van de podia en een kwart van de musea dreigt om te vallen als er niet voor 1 juni extra overheidssteun komt?

    Zie de reactie bij antwoord 2.

  • Vraag 4
    Bent u zich bewust van het feit dat de door de overheid afgekondigde maatregel niet goed aansluit op de structuur van de arbeidsmarkt in de cultuur en creatieve sector?

    Zie de reactie bij antwoord 2.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat de Kunst- en Cultuursector niet ten onder mag gaan aan de coronacrisis en dat moet worden voorkomen dat de structurele basis van de culturele en creatieve sector wordt aangetast? Zo ja, welke maatregelen bent u van plan te nemen? Kunt u dit toelichten?

    Zie de reactie bij antwoord 2.

  • Vraag 6
    Welke concrete acties en ideeën zijn ontwikkeld buiten de bestaande en voor deze sector niet toereikende maatregelen? Welke acties vloeien daaruit voort nu u stelt dat het voorjaarsseizoen verloren is2 en welke acties worden ondernomen om te voorkomen dat ook het najaarsseizoen verloren gaat?

    Zie de reactie bij antwoord 2.

  • Vraag 7
    Bent u bekend met het het pleidooi voor een noodfonds voor de culturele sector?3

    Ja.

  • Vraag 8
    Hoe oordeelt u over een noodfonds, zoals bepleit door deze partijen?

    Zie de reactie bij antwoord 2.

  • Vraag 9
    Kunt u deze vragen beantwoorden voor 21 april 2020?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z06846
Volledige titel: Een noodfonds voor de culturele sector
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-2532
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Asscher, Van den Berge en Kwint over een noodfonds voor de culturele sector