Ingediend | 23 maart 2020 |
---|---|
Beantwoord | 25 maart 2020 (na 2 dagen) |
Indiener | Attje Kuiken (PvdA) |
Beantwoord door | Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten provincies |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z05461.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2223.html |
Ja.
Indachtig de richtlijnen van het RIVM en de maatregelen van het kabinet, heeft mijn ministerie decentrale overheden opgeroepen slechts indien strikt noodzakelijk ter besluitvorming in fysieke vergadering bijeen te komen. Het beeld is dat aan die oproep breed gehoor wordt gegeven. Maar er zijn uitzonderingen denkbaar, zoals de directe bestrijding van het corona-virus maar ook aangelegenheden die van een groot economisch belang zijn.
Uiteindelijk is de beslissing om al dan niet te vergaderen aan gemeenteraden respectievelijk provinciale staten, als democratisch gekozen orgaan. Ik heb er alle vertrouwen in dat zij hier in de huidige situatie verantwoorde keuzes in maken. Daarbij wijs ik erop dat zij ook voor een digitale beraadslaging kunnen kiezen. In een digitale beraadslaging kan echter niet gestemd worden. Wel is het zo dat als over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, het voorstel is aangenomen (artikel 32 lid 3 Gemeentewet; artikel 32 lid 3 Provinciewet). Indien ten minste één lid om stemming vraagt, dient alsnog een fysieke vergadering te worden gehouden om over het voorstel te kunnen stemmen.
De Gemeentewet gaat uit van fysieke openbare raadsvergaderingen; dit is en blijft een belangrijk uitgangspunt in ons staatsrecht. De raad staat als rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordiging aan het hoofd van de gemeente. Zij stelt de algemeen verbindende voorschriften en de begroting vast, benoemt de wethouders en bepaalt de hoofdlijnen van het beleid. De openbaarheid van haar vergaderingen en het stemmen zonder last zijn in de Grondwet vastgelegd; beide komen in een fysieke vergadering het best tot hun recht.
Digitale besluitvorming door gemeenteraden is thans juridisch niet mogelijk. Ik ben echter van mening dat daar in deze uitzonderlijke omstandigheden een tijdelijke uitzondering op moet komen, mits de openbaarheid van raadsvergaderingen behouden blijft en voor zolang een openbare fysieke vergadering niet of niet goed mogelijk is, teneinde de continuïteit van het bestuur en de rechtmatigheid van besluitvorming te waarborgen. Met het oog op de vele gewichtige maatschappelijke opgaven is het van groot belang dat het openbaar bestuur zoveel mogelijk blijft functioneren. Afgaande op de eerste signalen vorige week, heb ik de voorbereidingen voor een tijdelijke voorziening direct ter hand genomen. Een daartoe strekkend wetsvoorstel zal Uw Kamer zo spoedig mogelijk bereiken.
Collegevergaderingen zijn besloten. De besluiten die het college (of de afzonderlijke leden in mandaat) neemt, hebben een overwegend voorbereidend en uitvoerend karakter. Dat maakt dat voor colleges digitale besluitvorming op grond van de Gemeentewet thans al mogelijk is. Mijn ministerie heeft vorige week overigens direct in voorlichting over de bestaande mogelijkheden voorzien.
Zie ook mijn antwoord op de vragen van het lid Baudet (FvD) over het fysiek bijwonen van Provinciale Statenvergaderingen gedurende de coronacrisis (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2224).