Ingediend | 31 januari 2020 |
---|---|
Beantwoord | 9 maart 2020 (na 38 dagen) |
Indieners | Bente Becker (VVD), Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid, viceminister-president ) (D66) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie religie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z01744.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2012.html |
Ja.
Iedereen in deze samenleving dient de vrijheid te hebben om eigen keuzes te maken binnen de kaders van de democratische rechtsorde. Het is onacceptabel als inbreuk wordt gemaakt op het recht van vrouwen om zelf hun leven in te vullen. Het recht op zelfbeschikking is verankerd in de Nederlandse democratische rechtstaat en cultuur en ik deel de mening dat dit te allen tijden gewaarborgd moet worden.
Vrouwenbesnijdenis is in Nederland strafbaar als vorm van (zware) mishandeling. Indien sprake is van aanzetten tot geweld, kan de politie en het OM hier tegen optreden. In deze casus heeft het OM op 8 november 2019 via een persbericht laten weten dat op 8 november 2018 aangifte is gedaan in verband met een uitspraak over vrouwenbesnijdenis door een medewerker van de Haagse Stichting As Soennah. Na bestudering en juridische duiding van het filmpje op de website van de moskee (waarbij ook de vrijheid van meningsuiting en van religie in beschouwing zijn genomen) heeft het OM besloten dat de medewerker vervolgd gaat worden voor opruiing en aanzetten tot geweld tegen vrouwen. Het is aan de strafrechter om daar een oordeel over te geven.
In het algemeen geldt dat de burgemeester taken en bevoegdheden heeft om de openbare orde te handhaven en beslist over de toepasbaarheid daarvan. In deze casus is het ook aan de burgemeester om te beslissen op het handhavingsverzoek. Dit betreft een lopende procedure. Het is dan ook niet aan mij om hierover nu uitspraken te doen, noch over het bestaan van beperkingen voor het college van burgemeesters en wethouders als het gaat om handhavend optreden.
Ja.
Zie antwoord vraag 2.
Het klopt dat de Minister van Justitie en Veiligheid (hierna: Minister), op grond van de Tijdelijke Wet Bestuurlijke Maatregelen (hierna: TWBMT) (een) vrijheidsbeperkende maatregel(en) op kan leggen aan een persoon die op grond van zijn gedragingen in verband kan worden gebracht met (de ondersteuning van) terroristische activiteiten indien dat noodzakelijk is met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid.3
Voor het opleggen van een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van de TWBMT dient aangetoond te kunnen worden dat bij genoemde personen (in overweging 4.3 van het handhavingsverzoek) sprake is van een samenspel van concrete persoonlijke gedragingen die verband houden met (de ondersteuning van) terroristische activiteiten waaruit geconcludeerd kan worden dat er een bedreiging voor de nationale veiligheid is. In deze casus is geen sprake van terroristische activiteiten.
Zie antwoord vraag 5.
Ik sta reeds in contact met de gemeente Den Haag. Waar het gaat om gezamenlijke mogelijkheden voor handhaving is het van belang het lopende onderzoek door het OM en de lopende procedure omtrent het handhavingsverzoek van Femmes for Freedom af te wachten.
Een doel van de Taskforce is het ondersteunen van gemeenten in het aanpakken van problematisch gedrag. Na het bekend worden van deze berichten heeft de gemeente Den Haag zelf, op basis van de driesporenaanpak, herhaaldelijk gesproken met de As Soennah Moskee. Dit gaf de gemeente reeds voldoende handelingsperspectief en extra ondersteuning hierin van de Taskforce was niet nodig. Waar het in dit specifieke geval gaat om mogelijke strafbare feiten en de vervolging daarvan, is het OM aan zet.
Hierbij deel ik u mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat de schriftelijke vragen van de leden Becker (VVD) en Jasper van Dijk (SP), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over verontrustende berichtgeving met betrekking tot de As Soennah Moskee en de reactie van de burgemeester van Den Haag op het handhavingsverzoek van Femmes for Freedom (ingezonden 31 januari 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.