Kamervraag 2020Z00808

Het bericht ‘2500 jonge alleenstaande asielzoekers verdwenen’

Ingediend 21 januari 2020
Beantwoord 12 februari 2020 (na 22 dagen)
Indiener Maarten Groothuizen (D66)
Beantwoord door Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen criminaliteit immigratie migratie en integratie openbare orde en veiligheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z00808.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1730.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «2.500 jonge alleenstaande asielzoekers verdwenen»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u bevestigen dat in de afgelopen tien jaar tijd ruim 2.500 kinderen uit asielzoekerscentra zijn verdwenen? Wat is het exacte aantal? Hoe beoordeelt u dit?

    In de afgelopen tien jaar heeft het COA circa 2.050 unieke alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) die met onbekende bestemming (mob) zijn vertrokken geregistreerd. In dezelfde periode heeft het Nidos circa 510 unieke alleenstaande minderjarige vreemdelingen die met onbekende bestemming zijn vertrokken geregistreerd. In totaal zijn in de periode 2010 – 2019 dus circa 2.570 unieke alleenstaande minderjarige vreemdelingen met een vertrek met onbekende bestemming geregistreerd.2
    Alleenstaande minderjarigen vreemdelingen vormen een kwetsbare groep en het is zorgelijk dat zij met onbekende bestemming vertrekken uit de opvanglocaties. Het is echter van belang om te beseffen dat opvang van amv’s niet plaatsvindt in een gesloten omgeving. In de COA-opvang worden amv’s die aangeven te willen vertrekken gewezen op risico’s van illegaliteit en de mogelijkheden die bestaan voor terugkeer naar het land van herkomst. Daarnaast is er 24 uur per dag beveiliging op de terreinen aanwezig. Als de amv’s echter echt willen vertrekken is het mogelijk voor hen om de opvang te verlaten. Hoewel het onwenselijk is dat deze groep met onbekende bestemming vertrekt, is volledig gesloten opvang niet toegestaan.
    Amv’s bij wie op voorhand een risico op verdwijning bestaat, vanwege bijvoorbeeld een reëel vermoeden dat zij slachtoffer zijn van mensenhandelaren, worden in de beschermde opvang geplaatst. In de beschermde opvang vindt extra beveiliging en toezicht plaats om de amv’s binnen de opvang te beschermen tegen personen met kwade bedoelingen. Tevens wordt in de beschermde opvang gebruik gemaakt van een multidisciplinaire risicoanalyse van de kwetsbaarheden van de betreffende amv’s. Ook hier is het echter belangrijk om te benadrukken dat dit weliswaar een besloten maar geen gesloten opvangvorm is. De amv’s kunnen de beschermde opvang dus ook verlaten indien zij dit echt willen.
    Binnen de mogelijkheden die er bestaan wordt intensief ingezet om tegen te gaan dat amv’s met onbekende bestemming vertrekken uit opvanglocaties. Deze inzet kan echter niet voorkomen dat de amv’s die echt willen vertrekken ook kunnen vertrekken.

  • Vraag 3
    Hoe verklaart u dat vooral uit een aantal Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA’s) zoals Ter Apel en Oisterwijk, kinderen vaak verdwijnen?

    Het aanmeldcentrum van de IND bevindt zich in Ter Apel. Dit betekent dat alle alleenstaande minderjarige vreemdelingen die de asielprocedure starten bij binnenkomst in Nederland naar Ter Apel gaan.
    Amv’s van 15 jaar en ouder worden, sinds de invoering van het nieuwe opvangmodel in 2016, na aanmelding in Ter Apel, opgevangen op een zogeheten procesopvanglocatie amv (POA). Amv’s verblijven hier gedurende de rust- en voorbereidingstijd en de algemene asielprocedure (AA). Amv’s die na afronding van de AA een vergunning ontvangen, stromen volgens het amv opvangmodel door naar een opvangvoorziening van Nidos. Amv’s zonder vergunning of in de verlengde asielprocedure stromen door naar een kleinschalige woonvoorziening onder verantwoordelijkheid van het COA.
    In Nederland zijn er meerdere POA’s waaronder de locaties in Ter Apel en Oisterwijk. Ook voor de invoering van het nieuwe opvangmodel in 2016 waren er echter amv-opvangvoorzieningen op de locaties in Ter Apel en Oisterwijk. Het feit dat amv’s op specifieke locaties opgevangen worden, zoals de COA locaties in Ter Apel en Oisterwijk, en dat deze locaties al lange tijd operationeel zijn biedt een verklaring voor het relatief hoge aantal amv’s dat met onbekende bestemming vertrekt vanuit deze locaties in vergelijking met andere locaties.
    Op dit moment wordt een analyse van de Analyse Proeftuin Migratie (APM), onderdeel van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, van het vertrek met onbekende bestemming van amv’s afgerond. Voor dit onderzoek zijn data van de migratieketen over het vertrek met onbekende bestemming van amv’s tussen 2015 en 2018 geanalyseerd. Over deze analyse en het onderzoek van het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM) zal ik uw Kamer binnen vier weken per brief informeren.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat de Nederlandse overheid een verantwoordelijkheid heeft voor deze kinderen en dat het onacceptabel is dat zij zomaar kunnen verdwijnen?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Waarom wordt het systeem van Amber Alert niet ingezet voor Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV’s)? Is dit wel eens overwogen?

    Amber Alert is een algemeen opsporingsinstrument van de politie dat zich richt op vermiste kinderen. Het richt zich daarbinnen niet specifiek op bepaalde doelgroepen en sluit ook geen specifieke doelgroepen, zoals amv’s, uit.
    Bij de vermissing of ontvoering van een minderjarige geldt dat door de Landelijke Eenheid – op verzoek van een regionale politie eenheid – en onder het geldende gezag – een landelijk waarschuwingsbericht kan worden uitgevaardigd indien in beginsel aan de volgende omstandigheden criteria is voldaan:
    het vermiste kind is jonger dan 18 jaar;
    er is onmiddellijk levensgevaar of directe vrees voor ernstig letsel;
    er is voldoende informatie over het slachtoffer, een mogelijke ontvoerder of een gebruikte auto, zodat met een AMBER Alert de kans vergroot wordt dat het kind gelokaliseerd kan worden; en
    er moeten geen redenen zijn om aan te nemen dat het kind zich in het buitenland bevindt.
    Deze criteria gelden generiek, ongeacht de locatie of persoon van de vermissing. Bij de uiteindelijke afweging om een Amber Alert in te zetten zijn de omstandigheden van het concrete geval, gebaseerd op de op dat moment beschikbare informatie, doorslaggevend. De veronderstelling dat het systeem van Amber Alert per definitie niet ingezet wordt voor amv’s is daarom onjuist.
    Gelet op het feit dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen amv’s en andere vermiste jongeren bij het inzetten van Amber Alerts is het niet nodig om het gebruik van Amber Alerts voor amv’s nader te onderzoeken.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat het goed zou zijn te onderzoeken of en hoe het Amber Alert ingezet kan worden bij verdwijningen van AMV’s wanneer er zorgen zijn over hun veiligheid en welzijn? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten? Bent u bereid te onderzoeken of dit mogelijk en effectief is? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 7
    Herinnert u zich uw antwoorden van het algemeen overleg asiel- en vreemdelingenbeleid van 4 juli 2019?

    In mijn antwoorden tijdens het algemeen overleg asiel- en vreemdelingenbeleid van 4 juli 2019 heb ik aangegeven dat het belangrijk is om een duidelijk beeld te hebben van het probleem voordat eventuele maatregelen worden genomen. Daarbij heb ik verwezen naar de onderzoeken over het vertrek met onbekende bestemming van amv’s die bij Kamerbrief van 24 april 2019 zijn aangekondigd door mijn voorganger. Voorts heb ik aangegeven dat er, nadat deze onderzoeken afgerond zijn, bekeken zal worden of er maatregelen getroffen zullen worden en, zo ja, welke maatregelen dat zullen zijn. Tenslotte heb ik in mijn antwoorden aangegeven dat het protocol met betrekking tot vermiste amv’s geactualiseerd wordt.
    Het protocol met betrekking tot vermiste amv’s is inmiddels geactualiseerd en wordt sinds eind januari gebruikt door de Politie/AVIM, COA, Nidos, DT&V & IND. De onderzoeken naderen afronding. Uw Kamer ontvangt binnen vier weken per brief de onderzoeksresultaten en mijn reactie daarop.
    Ik ben ervan overtuigd dat deze problematiek voldoende aandacht krijgt en met voldoende urgentie wordt behandeld. De onderzoeken naar het vertrek met onbekende bestemming van amv’s zijn het product van een intensieve samenwerking tussen verschillende ketenpartners en zullen een beter inzicht geven in de problematiek.
    Het actualiseren van het protocol vermiste amv’s is ook in samenwerking met verschillende ketenpartners tot stand gekomen en het protocol wordt breed gedragen door alle betrokken organisaties. Het protocol is recent in werking getreden dus er zijn vooralsnog geen concrete resultaten te melden. Het heeft echter wel een directe meerwaarde voor de betrokken organisaties omdat het alle rollen, processen en definities helder maakt voor de betrokken partijen. Hierdoor zal er sneller en efficiënter gehandeld kunnen worden, ten bate van de amv.

  • Vraag 8
    Hoe staat het met de genomen maatregelen? Welke concrete maatregelen zijn sindsdien genomen en welke concrete resultaten heeft dit opgeleverd?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 9
    Wat is er in de tussentijd gedaan om te voorkomen dat onnodig nog meer kinderen verdwijnen?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 10
    Bent u van mening dat dit probleem voldoende aandacht krijgt en met voldoende urgentie wordt behandeld? Zo ja, op basis waarvan concludeert u dat? Zo nee, wat gaat u doen om daar verandering in te brengen?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 11
    Herinnert u zich uw antwoorden op Kamervragen van de leden Groothuizen en Bouali in december 2018, waarin u aangaf dat het protocol vermissing van AMV’s zou worden geactualiseerd?2 Is het protocol ondertussen geactualiseerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, heeft dit al iets opgeleverd?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 12
    Wanneer verwacht u het onderzoek naar de problemen rond het verdwijnen van AMV’s, dat verwacht werd in het najaar van 2019?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Mededeling - 11 februari 2020

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Groothuizen (D66), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «2.500 jonge alleenstaande asielzoekers verdwenen» (ingezonden 21 januari 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z00808
Volledige titel: Het bericht ‘2500 jonge alleenstaande asielzoekers verdwenen’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-1730
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Groothuizen over het bericht ‘2500 jonge alleenstaande asielzoekers verdwenen’