Ingediend | 20 december 2019 |
---|---|
Beantwoord | 30 april 2020 (na 132 dagen) |
Indiener | Cem Laçin |
Beantwoord door | Stientje van Veldhoven (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (D66) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's lucht natuur en milieu zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z26060.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2645.html |
Ja.
Ik heb in een eerdere brief2 aangegeven dat Rijkswaterstaat-Infomil als taak heeft het bevoegd gezag te ondersteunen door middel van advisering en dat de provincie Groningen hiervan desgewenst gebruik kan maken. De provincie heeft recent aangegeven van deze mogelijkheid gebruik te willen maken en de gesprekken daarover lopen inmiddels.
Daarnaast heb ik de provincie de daarvoor gebruikelijke ondersteuning geboden bij het vaststellen van een norm, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek van het RIVM3, voor SiC-vezel-emissies naar de lucht. Dit heeft geresulteerd in de publicatie van een norm op de website van het RIVM in december van 2019. Het bevoegd gezag kan deze norm als hulpmiddel gebruiken bij de vergunningverlening.
De provincie Groningen is het bevoegd gezag. Ik heb de provincie dan ook gevraagd naar de stand van zaken rondom dit dossier. Hierbij is onderstaand beeld ontstaan.
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State4 heeft geoordeeld dat blazers een niet te vermijden onderdeel van de bedrijfsvoering zijn. Daarop heeft de provincie Groningen het maatwerkbesluit «Blazers» genomen.
Op grond van dat besluit moet het bedrijf onderzoek doen naar oorzaken van blazers en de mogelijke maatregelen en daarover rapporteren. De provincie deelde mee, dat deze rapportages worden opgesteld door het bedrijf en dat de volgende maatregelen worden getroffen:
De provincie geeft aan de uitvoering van deze maatregelen goed in de gaten te houden en voortdurend na te gaan (op basis van de rapportages en inspecties) of de maatregelen worden uitgevoerd en of andere oorzaken naar voren komen en/of andere en betere maatregelen in beeld komen.
Op basis van de informatie van de provincie is in de tabel hieronder het aantal blazers per jaar weergegeven tussen 2014 en 2019. Het effect van bovenstaande maatregelen moet in de komende periode blijken.
Jaar
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Aantal
50
35
29
34
36
52
De productie en het gebruik van siliciumcarbide (SiC) zijn niet generiek verboden in Nederland of Europa. Emissies van Zeer Zorgwekkende Stoffen zoals deze vezels kunnen onder strenge voorwaarden vergund worden. Het is aan het bevoegd gezag, in dit geval de provincie, om te beoordelen of het bedrijf voldoende maatregelen neemt om de risico’s voor het milieu te beperken.
De emissie van SiC-vezels is niet in de vergunning opgenomen. De provincie treedt daarom handhavend op en heeft een last onder dwangsom opgelegd. Het bedrijf kan het verbeuren van de dwangsom voorkomen door ofwel de emissie van SiC-vezels te staken, dan wel door een (vergunbare) aanvraag in te dienen waarmee de provincie (extra) voorschriften in de vergunning kan opnemen. Een dergelijke aanvraag wordt op dit moment door het bedrijf voorbereid. De rechtbank heeft als voorlopige voorziening de last onder dwangsom geschorst om dit mogelijk te maken.
Los van de vergunning geldt er uit de wetgeving een minimalisatieverplichting voor de emissie van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Deze verplichting houdt in dat emissies van ZZS naar de lucht zoveel mogelijk voorkomen dienen te worden dan wel, indien dat niet mogelijk is, tot een minimum worden beperkt. Het bedrijf moet elke vijf jaar informatie aan het bevoegd gezag overleggen over de mate waarin emissies van ZZS naar de lucht plaatsvinden. Door middel van het vermijdings- en reductieprogramma onderzoekt en beschrijft het bedrijf de mogelijkheden om deze emissies te voorkomen dan wel, indien dat niet mogelijk is, te beperken. Met dit programma kan door het bedrijf en het bevoegd gezag concrete invulling gegeven worden aan de minimalisatieverplichting. Deze verplichting geldt ook voor de emissie van SiC-vezels, de uitkomsten neemt het bevoegd gezag mee in de lopende vergunningverlening.
Wanneer een vergunning voor de emissie van SiC-vezels wordt verleend, en het bedrijf vervolgens niet aan de voorschriften voldoet, kan het bevoegd gezag een dwangsom of bestuursdwang opleggen. Als laatste mogelijkheid heeft het bevoegd gezag de optie om de vergunning in te trekken.
De in antwoord 2 bedoelde norm voor SiC-vezelemissies naar lucht is door het RIVM gebaseerd op de overeenkomst van deze vezel met asbest. Daarom is het indicatief maximaal toelaatbaar risico (iMTR) naar analogie met (amfibool) asbest bepaald op 300 vezelequivalenten per m3.
Door de onderzoekbureaus TNO5 6 en Tauw7 8 is in opdracht van de provincie onderzoek gedaan naar de stofneerslag (waaronder SiC-vezels) rond ESD. De provincie geeft aan dat uit de onderzoeksrapporten blijkt dat in de directe omgeving van het bedrijf SiC-vezels aantoonbaar zijn in de toplaag van de bodem (zie rapporten voor de meetpunten en -gebieden).
TNO voert in opdracht van het bevoegde gezag, de provincie Groningen, sinds oktober 2018 metingen uit rond het bedrijf om de uitstoot naar de lucht van SiC-vezels in beeld te krijgen. Uit de meest recente analyse van 17 januari 2020 door TNO blijkt dat tot nu toe, in de betreffende meetperioden, de iMTR niet is overschreden. Deze metingen kunnen echter op statistische gronden niet uitsluiten dat er overschrijdingen mogelijk zijn.
TNO zal in de loop van dit jaar de jaargemiddelde concentraties in de lucht presenteren in de eindrapportage aan het bevoegd gezag. Op grond hiervan kan dan meer worden gezegd over de gezondheidseffecten.
De provincie heeft Tauw opdracht gegeven om een bodemonderzoek uit te voeren. In het verkennend en aanvullend bodemonderzoek is door Tauw gebruik gemaakt van de norm voor asbest in de bodem, en wordt uitgegaan van een interventiewaarde van 10mg/kg droge stof. Uit de onderzochte bodemmonsters blijkt dat de interventiewaarde niet wordt overschreden.
Over de afbraak van vezels in het milieu is geen accurate informatie beschikbaar. Navraag bij het RIVM leerde dat asbestvezels in de bodem als persistent kunnen worden beschouwd, en dat siliciumcarbide (SiC) hard is. Het lost niet op en verdampt niet, waardoor het naar verwachting ook niet zal afbreken. Gebaseerd op deze kennis is het waarschijnlijk dat SiC-vezels ook niet worden afgebroken. De metalen in de stofneerslag zullen niet worden afgebroken.
Het is aan het bevoegd gezag om te bepalen wanneer en in welke mate handhavend tegen een bedrijf wordt opgetreden als er sprake is van een overtreding van de regels.
In de casus ESD-SIC overtreedt het bedrijf de regels en heeft de provincie daarop handhavend gereageerd. Pas als de handhavingsmiddelen zijn uitgeput, kan de provincie sluiting van het bedrijf overwegen.
In 2012 heeft de (Nederlandse) Gezondheidsraad geconcludeerd dat siliciumcarbide (SiC) in vezelvorm kanker kan veroorzaken bij de mens. Het IARC (International Agency for Research on Cancer, een agentschap van de WHO) heeft in 2017 geconcludeerd, dat SiC-vezels gezien moeten worden als waarschijnlijk kankerverwekkend. De provincie heeft aangegeven dat zij tussen 2012 en 2018 niet bekend was met het feit dat het bedrijf ook SiC-vezels uitstootte. Pas bij metingen door TNO in 2018 werd dit vastgesteld. Na deze vaststelling heeft de provincie haar handhavingsbesluit genomen, zie ook het antwoord op vraag 5.
In de regio is de GGD Groningen de organisatie die gezondheidsadvies geeft bij incidenten.
De gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen (GAGS) heeft naar aanleiding van de blazer op 24 januari 2019 het volgende geadviseerd:
Dit is een standaard gezondheidsadvies dat de GAGS en GGD Groningen geven bij een dergelijke blazer, dus ook bij de blazers die na 24 januari 2019 hebben plaatsgevonden.
De provincie volgt hierbij de volgende procedure: ESD-SIC meldt de blazers aan de Omgevingsdienst Groningen. Bij een grote blazer informeert het bedrijf ook het Dagblad van het Noorden. De provincie publiceert op haar website de meetresultaten van het meetnet Oosterhorn9.
Omwonenden kunnen hiervoor terecht bij de GGD.
Op 20 december jl. heeft het lid Laçin vragen gesteld over blazers van ESD. Voor de beantwoording van deze vragen is specifieke informatie nodig van het lokaal bevoegd gezag. Deze informatie zal ik na het kerstreces ontvangen. Om deze reden kunnen de vragen niet binnen de gestelde termijn beantwoord worden. Uw Kamer zal de antwoorden zo spoedig mogelijk ontvangen.