Ingediend | 17 oktober 2019 |
---|---|
Beantwoord | 6 december 2019 (na 50 dagen) |
Indieners | Gijs van Dijk (PvdA), Henk Nijboer (PvdA) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | begroting bestuur financiën gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z19888.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-973.html |
Ja.
Het voorlopige budget voor de gebundelde uitkering 2020 van € 50,3 miljoen voor de gemeente Emmen is lager dan het bedrag van € 53,1 miljoen waar de gemeente Emmen in haar eigen begroting rekening mee heeft gehouden. Dit komt doordat de gemeente heeft verondersteld dat het budgetaandeel in 2020 ongewijzigd zou blijven, terwijl het budgetaandeel 2020 in werkelijkheid lager is uitgevallen dan in 2019. Door de jaarlijkse actualisatie van het model, die nodig is om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de actuele omstandigheden in een gemeente, kunnen budgetaandelen van gemeenten van jaar-op-jaar schommelen. Het is dan ook raadzaam om bij het opstellen van de gemeentelijke begroting rekening te houden met mogelijke beweging in de budgetaandelen.
De budgetten voor de Gebundelde Uitkering voor alle gemeenten zijn – net als in voorgaande jaren – eind september bekend gemaakt. Het is in het belang van gemeenten dat de verdeling voor de Gebundelde Uitkering gebaseerd is op cijfers die zo actueel mogelijk zijn, zodat de budgetten zo goed mogelijk aansluiten bij de actuele opgave van gemeenten. Dit wordt ook onderschreven door de VNG. Omdat de benodigde cijfers voor de budgetberekening in de periode augustus-september beschikbaar komen, kunnen de budgetten niet eerder bekend worden gemaakt. Er is hier mijns inziens dus geen sprake van onbehoorlijk bestuur, maar van een weloverwogen afweging tussen tijdigheid en actualiteit.
Voor de vaststelling van de budgetaandelen van alle gemeenten in Nederland wordt gebruik gemaakt van een objectief verdeelmodel. Dit model voorspelt voor alle huishoudens in Nederland een kans op bijstand. Een groot aantal huishoudkenmerken zoals leefvorm, opleiding, geslacht, leeftijd, herkomst, zorggebruik en regionale kenmerken zoals beschikbaarheid van werk zijn daarbij bepalend. Elk jaar wordt de voorspelling geactualiseerd, zodat de budgetten zo goed mogelijk aansluiten bij de actuele opgave van de gemeente.
Wijzigingen in de huishoudkenmerken en het reguliere onderhoud aan het model kunnen invloed hebben op het budgetaandeel. Verder wordt het budgetaandeel bepaald door de verandering van de regionale arbeidsmarktsituatie. Dit kan zich vertalen in een lagere kans op bijstand voor de huishoudens in Emmen en daarmee in een lager budget. De gemeente Emmen heeft zich reeds tot mijn ministerie gewend om de oorzaken van de budgetmutatie beter te kunnen duiden.
Uiteraard is het ministerie bereid om de budgetmutatie toe te lichten.
De Gebundelde Uitkering maakt, zeker voor grotere gemeenten, een substantieel deel uit van de gemeentebegrotingen. Uit de gehanteerde systematiek vloeit voort dat er elk jaar gemeenten zijn die er in budgetaandeel op voor- of achteruit gaan. Vorig jaar gingen 26 grotere gemeenten (van meer dan 40.000 inwoners) er meer dan 5% op achteruit. Dit jaar gaat het om 8 grotere gemeenten. De verdeling is daarmee stabieler dan ooit, maar uitschieters naar boven en naar beneden zullen zich voor blijven doen.
Ik kan me voorstellen dat het voor de gemeente Emmen een opgave zal zijn om tot een sluitende begroting te komen. Zoals ik hierboven al heb aangegeven is het echter niet ongebruikelijk dat budgetaandelen van jaar-op-jaar schommelen. Het is daarom raadzaam om bij het opstellen van de gemeentelijke begroting te anticiperen op schommelingen in het budgetaandeel, zodat het treffen van noodmaatregelen kan worden voorkomen.
Ook ik ben van mening dat mensen die hulp nodig hebben op hulp van de overheid moeten kunnen rekenen. Daarom is het belangrijk dat het bijstandsbudget voor de gemeente aansluit bij de actuele situatie.
Om de financiële risico’s van gemeenten te beperken is er een vangnetregeling. Hiermee worden de gevolgen van mogelijke tekorten op het bijstandsbudget voor de gemeente en haar inwoners beperkt. Overigens was het financieel resultaat van Emmen over 2018 positief. De gemeente ontving 3% meer bijstandsbudget dan het aan bijstandsuitgaven realiseerde en had een overschot van € 1,6 mln.
Ik zie geen reden om het budget te herzien. Indien de gemeente Emmen voor het jaar 2020 met een groot tekort te maken krijgt, dan kan de gemeente een beroep doen op de vangnetregeling.
Op 17 oktober 2019 hebben de leden van Dijk en Nijboer (beiden PvdA) schriftelijke vragen gesteld aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de onaangekondigde korting van 3 miljoen op de begroting van Emmen (kenmerk 2019Z19888). De schriftelijke vragen zijn overgedragen aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, omdat het een onderwerp betreft dat onder mijn beleidsterrein valt. Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk vanwege interdepartementale afstemming. Ik zal de vragen van de leden van Dijk en Nijboer (beiden PvdA) in ieder geval vóór 1 december beantwoorden.