Ingediend | 9 oktober 2019 |
---|---|
Beantwoord | 16 oktober 2019 (na 7 dagen) |
Indieners | Bart Snels (GL), Tom van der Lee (GL) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD), Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA) |
Onderwerpen | economie energie handel natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z19187.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-362.html |
Ja, ik ben bekend met het eerste en het herziene voorstel van de EIB om het energiebeleid, de zogenaamde Energy Lending Policy, aan te passen.2 Het klopt dat de volgende vergadering van de Board of Directors plaatsvindt op 15 oktober 2019 en dat Nederland daar vertegenwoordigd zal zijn.
Het Akkoord van Parijs stelt als doel de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder 2 graden Celsius, met het streven deze tot 1,5 graden Celsius te beperken. Nederland heeft zich aan dit akkoord verbonden. Om dit doel te halen hebben EU-lidstaten met elkaar afgesproken dat de EU in 2030 minimaal 40% minder moet uitstoten. Met het oog op de Nederlandse inzet op aanscherping van de EU-klimaatdoelen voor 2030 en 2050 en schaarse publieke financiering, steunt NL zoals benoemd in de Kamerbrief van 2 september jl.3 de ambitieuze herziening van de Energy Lending Policy. De EIB stelt voor om aan te sluiten bij het Akkoord van Parijs en de EU energie- en klimaatdoelen en daarbij zo effectief mogelijk gebruik te maken van de beperkte publieke middelen. Om deze doelen te halen stelt de EIB voor om financieringen van fossiele brandstoffen uit te faseren. Nederland steunt deze inzet die aansluit bij de leidende rol die Nederland ziet voor multilaterale banken, inclusief de EIB, in de financiering van de energietransitie en koolstofarme ontwikkelingspaden en daarbij uitfasering van financiering van fossiele brandstoffenprojecten, zoals ook benoemd in de Kamerbrief Internationaal financieren in perspectief.4
De EIB heeft na een publieke consultatie een eerste voorstel en een herzien voorstel om het energiebeleid, de zogenaamde Energy Lending Policy, aan te passen gepubliceerd. Sindsdien is het voorstel onderwerp van lopende onderhandelingen. Nederland zet zich in deze onderhandelingen met andere gelijkgestemde landen in op het in lijn brengen van het beleid met het Akkoord van Parijs en het aansluiten op de lange-termijndoelen van de Europese Unie. Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 2 ben ik bekend met de herziene versie van de EIB, de voorgestelde wijzigingen en opgenomen termen. Ik ben het daarbij met u eens dat een heldere visie en definitie van kernbegrippen in het beleid belangrijk zijn voor de effectiviteit van het nieuwe energiefinancieringsbeleid. Daarbij is ook een duidelijke uitstootlimiet van belang waarbij Nederland de voorkeur heeft voor de definitie van de uitstootlimiet in het oorspronkelijke concept van de Energy Lending Policy. Nederland maakt zich hier in de onderhandelingen hard voor en zet zich in om andere landen mee te krijgen voor een beleid dat helder en ambitieus is.
De herziening van het beleid is onderdeel van lopende onderhandelingen. Binnen deze lopende onderhandelingen zet Nederland zich met gelijkstemde landen onverkort in voor een ambitieus beleid, waaronder op het uitfaseren van financieringen in fossiele brandstoffen. Voor de Board meeting van 15 oktober staat een tweede discussie over de Energy Lending Policy gepland. Besluitvorming binnen de EIB Board of Directors gaat gepaard met gewone meerderheid naar rato stemgewicht in de EIB. Uitstel van een besluit kan plaatsvinden wanneer er geen meerderheid voor het voorstel is en is daarom afhankelijk van de inzet van alle lidstaten.
Ja.