Ingediend | 30 september 2019 |
---|---|
Beantwoord | 19 december 2019 (na 80 dagen) |
Indieners | Joël Voordewind (CU), Salima Belhaj (D66), Maarten Groothuizen (D66) |
Beantwoord door | Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Ank Bijleveld (minister defensie) (CDA) |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z18331.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1156.html |
Ja
Zoals bekend ga ik niet in op individuele zaken.
Uit het ambtsbericht van Buitenlandse Zaken van 1 maart 2019 over Afghanistan kwam naar voren dat burgers die geassocieerd worden met – of die beschouwd worden als ondersteunend aan – de Afghaanse regering, pro-regering gewapende groepen, het Afghaanse maatschappelijk middenveld en de internationale gemeenschap in Afghanistan, waaronder internationale strijdkrachten, extra risico lopen op gericht geweld van met name de Taliban en ISKP. Daarom is deze groep in het landgebonden asielbeleid als risicogroep toegevoegd.4
Dit betekent dat iemand op basis van geringe indicaties voor bescherming in aanmerking kan komen. Afhankelijk van de individuele omstandigheden wordt door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) bepaald of betrokkene voldoet aan de voorwaarden voor bescherming. Het behoren tot een risicogroep betekent echter niet dat er automatisch recht op bescherming ontstaat. Personen die in Afghanistan als tolk hebben gewerkt voor Nederland of andere buitenlandse troepen werden in beginsel tot deze risicogroep gerekend.
Op 12 november 2019 is door uw Kamer een motie5 van het lid Belhaj c.s. aangenomen om tolken als systematisch vervolgde groep aan te merken. Het kabinet heeft besloten om conform de motie, systematische vervolging aan te nemen voor tolken die hebben gewerkt voor internationale militaire missies in Afghanistan. Dat betekent dat personen die tot deze categorie behoren voor bescherming in Nederland in aanmerking komen, tenzij het asielverzoek kan worden afgewezen bijvoorbeeld omdat er verboden gedragingen zijn gepleegd als bedoeld in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag, een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek op grond van de Dublinverordening of er sprake is van een veilig derde land. Een meer uitgebreide reactie op de motie ontvangt u via een separate brief aan uw Kamer.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
De IND registreert niet op asielmotieven. Derhalve is het niet mogelijk exacte cijfers te geven over de aantallen asielverzoeken van Afghaanse tolken.
Uit de mij bekende dossiers blijkt wel een indicatie van de cijfers. Daaruit blijkt dat op dit moment rond de tien Afghaanse voormalig lokale medewerkers een asielvergunning is verleend en dat momenteel minder dan vijf asielaanvragen openstaan.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Belhaj en Groothuizen (beiden D66), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Vluchtelingenwerk bezorgd om uitzetting Afghaanse tolk» (ingezonden 30 september 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.