Ingediend | 16 augustus 2019 |
---|---|
Beantwoord | 1 oktober 2019 (na 46 dagen) |
Indiener | Jessica van Eijs (D66) |
Beantwoord door | Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bouwen en verbouwen huisvesting |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z15773.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-170.html |
Ja.
De situatie levert geen gevaar op voor de gebruikers van het pand. De ruitbreuken betreffen alleen de buitenruiten van de atria aan de noordzijde van het gebouw en niet de binnenruiten van het isolatieglas. Een gespecialiseerd adviesbureau heeft op 31 juli jl. in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf onderzoek gedaan naar de risico’s op letselschade in de huidige situatie en constateerde dat er op basis van de huidige situatie geen aanwijzingen zijn om aan de kwaliteit van de binnenruiten te twijfelen. Om die reden zijn geen voorzieningen aan de binnenzijde noodzakelijk.
De gebarsten buitenruiten zijn verwijderd. In november worden deze vervangen. Voor de risico’s die samenhangen met de ruitbreuken is uit voorzorg een calamiteitenplan opgesteld om de veiligheid te waarborgen. Centraal daarin staat de afsluiting van de onderdoorgang Rijnstraat 8 bij windkracht 7 of hoger. De uitgang van de Koningstunnel is tijdelijk overkapt. Onderzocht wordt welke tijdelijke en vervolgens permanente maatregelen getroffen kunnen worden om de veiligheidsrisico’s en de hinder die samenhangen met de ruitbreuken verder te voorkomen.
Nadat op 24 en 26 juli jl. een derde en een vierde ruit zijn gebarsten bij Rijnstraat 8 heeft het Rijksvastgoedbedrijf op 29 juli jl. een opdracht verstrekt aan een gespecialiseerd adviesbureau. Op 31 juli jl. is door het bureau onderzoek gedaan en op 2 augustus jl. leverde dit bureau een conceptnotitie op. Op grond daarvan heeft het RVB consortium PoortCentraal (verantwoordelijk voor bouw en exploitatie) aangesproken en in gezamenlijkheid met de gemeente Den Haag (verantwoordelijk voor de openbare ruimte) maatregelen getroffen. De definitieve versie van de notitie (20 augustus jl.) is als bijlage bijgesloten 2.
Bekend is dat in dit type glas onzuiverheden kunnen zitten die onder invloed van omgevingsfactoren, zoals warmte, tot glasbreuk kunnen leiden. Om te kunnen voldoen aan de geldende NEN-norm moeten deze glasplaten een hittetest hebben ondergaan. Hiervoor zijn de bijbehorende documenten afgegeven. Een dergelijke test is erop gericht glasplaten met onzuiverheden te elimineren. Toch kan het voorkomen dat een enkele glasplaat door deze test komt, ook al bevat het dit soort onzuiverheden. Omdat in het geval van de Rijnstraat relatief veel ruiten zijn gebarsten, wordt nader onderzoek verricht naar mogelijke oorzaken en risico’s. Vanwege dit lopende onderzoek is het nog te vroeg om te concluderen dat regelgeving aangepast moet worden.
Contractueel is overeengekomen dat er een hoofdconstructeur, in dit geval PoortCentraal, verantwoordelijk is voor bouwkundig toezicht. Voor de (brand)veiligheid en beveiliging zijn voor oplevering integrale testen uitgevoerd, die succesvol zijn verlopen. Daarnaast is risicogestuurd getoetst, wat inhoudt dat die onderdelen zijn getoetst waar risico’s werden voorzien. Dit betreft bijvoorbeeld de constructie van de dragende kolommen van de onderdoorgang en de energieprestatie van het gebouw. Dit is in overeenstemming met het contract tussen het RVB en PoortCentraal.
Zowel in het vergunningentraject als in het toezicht daarop zijn de risico’s op het eventueel breken en vallen van het veiligheidsglas niet naar voren gekomen. Omdat het glas voorzien was van de vereiste documenten was hier ook geen aanleiding toe.
Sinds de ingebruikname zijn er, naast de ramen, drie risicovolle situaties gesignaleerd waarover uw Kamer al eerder is geïnformeerd:
De onderdoorgang Rijnstraat 8 bleek na oplevering te glad na regen, waardoor voetgangers konden uitglijden. Inmiddels is de onderdoorgang opnieuw aangelegd met klinkers, opgeruwde stoepdelen en een verbeterde waterafvoer;
De treden van de designtrappen hadden een opstaand randje en een leuning die onvoldoende grip gaf, waardoor gebruikers mogelijk zouden kunnen struikelen, wat in enkele gevallen ook is gebeurd. De eerste trappen zijn inmiddels aangepast. Op 14 oktober 2019 zullen alle trappen zijn aangepast;
Rijnstraat 8 heeft breedplaatvloeren. Uit voorzorg geldt voor het nieuwe aangebouwde deel als algemene beheersmaatregel dat de vloerbelasting niet mag toenemen. Dat houdt onder meer in dat specifiek voor Rijnstraat 8 wordt geadviseerd geen bijeenkomsten van 30 personen of meer op de werkverdiepingen te organiseren en geen extra gewicht toe te voegen in de vorm van stapels printpapier, extra kasten, enz. Voor enkele ruimten geldt een separate gebruiksbeperking. Voor de zekerheid wordt door floormanagers hierop toegezien. Hiermee is, in afwachting van herstelmaatregelen, een veilig gebruik gewaarborgd.
Bij elk bouwwerk dat wordt aanbesteed, dus ook bij Rijnstraat 8, is het uitgangspunt dat het altijd moet voldoen aan de voorschriften uit het Bouwbesluit. Daarin zijn ook criteria opgenomen over de weersomstandigheden die een pand moet kunnen weerstaan.
Beide casussen zijn niet vergelijkbaar. Bij de Hoftoren ging het om aluminium beplatingen die onvoldoende waren geborgd. In de Rijnstraat gaat het om geleverde ruiten waarin, zoals uit het genoemde notitie blijkt, ondanks de uitgevoerde testen en de daarbij horende documentatie, onzuiverheden zitten die tot breuken hebben geleid.
Op dit moment is nog onduidelijk wat de oorzaak is geweest van het instorten van het dak van het AFAS-stadion. Dit moeten de onderzoeken van Royal HaskoningDHV en de Onderzoeksraad voor Veiligheid uitwijzen. Zodra er meer bekend is, zal de Minister van BZK zich beraden op mogelijke stappen. Door de Minister van BZK zijn overigens al acties genomen in relatie tot de bouwveiligheid. Zij heeft uw Kamer hierover geïnformeerd op 29 oktober 2018 (TK 28 325, nr. 178) in reactie op het rapport «Bouwen aan constructieve veiligheid – lessen uit de instorting parkeergebouw Eindhoven Airport» uit oktober 2018 van de Onderzoeksraad. De ketenpartners, zijn hierover een reactie aan de Onderzoeksraad aan het voorbereiden. In oktober zullen deze partijen de Onderzoeksraad daarover informeren.
Zie antwoord vraag 11.
Zie antwoord vraag 11.