Ingediend | 17 juli 2019 |
---|---|
Beantwoord | 10 september 2019 (na 55 dagen) |
Indiener | Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66) |
Onderwerpen | arbeidsomstandigheden arbeidsvoorwaarden werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z15205.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3918.html |
Arbeidsmigranten zijn een belangrijk onderdeel van onze economie en maatschappij. Het is daarom belangrijk dat zij op een goede manier gehuisvest en behandeld worden. Slechte werk -en woonomstandigheden voor arbeidsmigranten vind ik dan ook zeer onwenselijk.
In de brief van 21 juni 20193 hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Economische Zaken en Klimaat en Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangegeven dat het kabinet samen met ministeries, gemeenten en andere belanghebbenden in gesprek gaat hoe de afhankelijkheidsrelatie kan worden verminderd.
Het in combinatie aanbieden van werk en wonen door de werkgever is mogelijk. Het heeft als voordeel dat barrières voor (internationale) arbeidsmobiliteit verlaagd worden, zoals de onzekerheid van huisvesting en informatieonzekerheid over de lokale situatie of taalproblemen die in de weg staan aan het matchen van vraag en aanbod. Bij goed werkgeverschap heeft de package deal van wonen en werken voordelen voor de werkgever en de arbeidsmigrant. Er doen zich, zoals ook uit dit Zwartboek blijkt, ook onwenselijke situaties voor door deze afhankelijkheidsrelatie.
Ik vind het belangrijk dat arbeidsmigranten op een goede manier gehuisvest worden. Hoeveel arbeidsmigranten in een huisje mogen wonen is zowel afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van een SNF-keurmerk als van lokale regelgeving. Voor woningen met een SNF-keurmerk geldt in ieder geval dat er per persoon minimaal 10 m2 beschikbaar moet zijn. Qua slaapvertrek geldt voor een recreatieterrein minimaal 2,7 m2 per persoon. Het slaapvertrek kan dan maximaal door twee personen worden gebruikt. Het kan dus voorkomen dat een slaapvertrek wordt gedeeld. Het is daarbij aan de aanbieder van de huisvesting om in overleg te treden met de arbeidsmigranten over wie waar gehuisvest wordt en afspraken te maken over de mogelijkheid om waardevolle spullen veilig op te bergen en het respecteren van privacy bij controles. SNF stelt ook normen met betrekking tot voorzieningen. Zo dient er per persoon 30 liter koel/-vriesruimte te zijn. Een kleine koelkast voor zes personen verhoudt zich niet met deze norm. Voor huisvesting die voldoet aan de kwaliteitseisen van SNF mag maximaal 25% worden ingehouden op het minimumloon waarbij rekening gehouden dient te worden met een deeltijdfactor.
Voor wat betreft de door het uitzendbureau opgelegde boetes en kosten voor schoonmaak en vervoer geldt dat die sinds de inwerkingtreding van het verbod op verrekeningen en inhoudingen niet meer met het wettelijk minimumloon mogen worden verrekend of daarop mogen worden ingehouden. Indien de Inspectie SZW een dergelijke overtreding constateert of als er meer dan 25% van het minimumloon is ingehouden, treedt zij in lijn met de Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag 2017 (Stcrt. nr. 57119) hier tegen op.
Zoals in mijn antwoord bij vraag 2 verwoord kan het aanbieden van werk en wonen als pakket door de werkgever onwenselijke effecten hebben, waaronder de situatie dat als het werk ophoudt direct andere woonruimte gezocht dient te worden. In de uitzendcao’s is een bepaling opgenomen dat de arbeidsmigrant een redelijke termijn moet krijgen om nieuwe huisvesting te zoeken. Deze termijn is echter verder niet ingevuld en iedere werkgever kan hier dus een eigen invulling aan geven. Ik vind dat de brancheorganisaties in de uitzendsector zich ook dienen in te zetten om te voorkomen dat arbeidsmigranten direct op straat komen te staan. Ik ga zoals gezegd ook met alle belanghebbende partijen in gesprek hoe die afhankelijkheidsrelatie verminderd kan worden.
De Inspectie SZW laat zich niet uit over de vraag of bij bepaalde bedrijven onderzoek is of wordt gedaan. Wel kan ik u laten weten dat de signalen van de arbeidsmigranten in Zeewolde de aandacht hebben van de Inspectie SZW en dat de Inspectie SZW hierover in gesprek is met de gemeente Zeewolde.
Hierbij is het van belang dat de Inspectie SZW verantwoordelijk is voor het toezicht en de handhaving van de arbeidswetten zoals de Arbeidstijdenwet en de Wet Minimumloon en minimumvakantiebijslag en gemeenten verantwoordelijk zijn voor de huisvesting van hun inwoners, waaronder arbeidsmigranten.
Zie antwoord vraag 4.
Belangrijk bij private keurmerken is dat er ook regelmatig controles (over het algemeen 2 keer per jaar) plaatsvinden of nog aan de voorwaarden voor het keurmerk voldaan wordt. Ten aanzien van het keurmerk van de Stichting Normering Arbeid (SNA) geldt dat per jaar circa 500 ondernemingen het keurmerk verliezen. SNA neemt signalen zoals verwoord in het Zwartboek mee in de administratieve inspecties die in het kader van het keurmerk worden uitgevoerd. Afhankelijk van de resultaten wordt door SNA een besluit genomen met betrekking tot het keurmerk.
Zoals ik heb toegezegd in het AO Arbeidsmarktbeleid van 26 juni jl. zal ik in het op te stellen actieplan om misstanden bij arbeidsmigranten tegen te gaan ook ingaan op het voorstel van de SP en PvdA over een vergunningstelsel in de uitzendbranche. Om tot een oordeel te komen over dit voorstel zal ik zowel met SNA als met de andere belanghebbenden in de uitzendbranche het gesprek hierover voeren.
De Inspectie SZW houdt risicogericht toezicht op de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, dus ook op het verbod op inhoudingen op en verrekeningen met het wettelijk minimumloon. Het inhouden van vervoer- en schoonmaakkosten op het wettelijk minimumloon is niet toegestaan. Als de Inspectie SZW dit tegenkomt tijdens de uitoefening van haar toezicht, dan treedt zij handhavend op. Overigens is het inhouden van dergelijke kosten op het loon boven het wettelijk minimumloon wel toegestaan.
Ik kan op basis van de bij mij bekende informatie deze mening niet delen. De controlebevoegdheid van de door werkgever en werknemersorganisaties opgerichte SNCU ziet op de loonadministratie van uitzendbureaus die gebonden zijn aan de cao voor Uitzendkrachten en de cao Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche. De SNCU heeft geen bevoegdheid om op locatie huisvesting te controleren. Ook gedragsaspecten vallen buiten de controlebevoegdheid van de SNCU. Indien de SNCU gegronde signalen ontvangt dat uitzendondernemingen in strijd met de cao handelen, stelt zij een onderzoek in.
Zoals gezegd vind ik het zeer onwenselijk als arbeidsmigranten onder slechte omstandigheden werken en wonen. In vraag 7 ben ik reeds ingegaan op de handhaving door de Inspectie SZW van het verbod op inhoudingen en verrekeningen.
De private organisatie SNF heeft mij gemeld dat meerdere SNF-geregistreerde ondernemingen gebruik maken van deze locatie en dat deze locatie periodiek wordt gecontroleerd. SNF heeft mij ook gemeld de signalen zoals verwoord in het zwartboek mee te nemen in de controles in het kader van het keurmerk. Het is aan deze organisatie om afhankelijk van de resultaten van de controles een keurmerk van een onderneming in te trekken.
De normen van het keurmerk zijn opgesteld op basis van de afspraken die zijn gemaakt in de nationale verklaring «Tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten», overeengekomen door werkgevers (ABU, NBBU) en werknemers (FNV, CNV) en gemeenten en ministeries.
De pilots voor Goed Verhuurderschap worden uitgevoerd door Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Groningen en Utrecht. Iedere pilot focust op een ander onderdeel van de aanpak van malafide verhuurders. De kennis die in deze pilots wordt opgedaan wordt gedeeld met andere gemeenten. Vanuit de gemeente Zeewolde is verder geen contact opgenomen.
Ik kan op basis van de berichtgeving niet beoordelen of er sprake is van uitbuiting.
Zoals ook eerder aangegeven zet het Rijk in op de aanpak van uitbuiting. Wanneer er een vermoeden is van arbeidsuitbuiting of ernstige benadeling van werknemers, kunnen betrokken partijen een melding doen bij de Inspectie SZW.
De Inspectie SZW kan ook zelf, bijvoorbeeld naar aanleiding van signalen in de media, besluiten om een onderzoek in te stellen.