Ingediend | 26 juni 2019 |
---|---|
Beantwoord | 4 september 2019 (na 70 dagen) |
Indieners | Lenny Geluk-Poortvliet (CDA), Erik Ronnes (CDA) |
Beantwoord door | Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | cultuur cultuur en recreatie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z13442.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3803.html |
Ja
Ja
Ja, zie ook de beantwoording van vraag 6.
Naar aanleiding van de toezegging van de Minister-President bij de begrotingsbehandeling van Algemene Zaken op 10 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 11) heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) de opdracht gekregen om na te gaan wat de mogelijkheden zijn om de lichamelijke overblijfselen van Johan van Oldenbarnevelt te identificeren. Het onderzoek richt zich enerzijds op een analyse van historische bronnen en anderzijds op de hedendaagse mogelijkheden en beperkingen van het identificeren van personen. Op 13 juni jl. heeft hierover een bijeenkomst van deskundigen plaatsgevonden in het gebouw van de Eerste Kamer. Het onderzoeksrapport zal in september beschikbaar zijn.
De gedenksteen is geplaatst op 1 april 1880 na de ontmanteling van de Hofkapel in 1879, op initiatief van Daniël Veegens, toenmalig griffier van de Tweede Kamer. De steen maakt deel uit van de gelaagde historie van dit gebouw, dat een beschermd rijksmonument is. De steen valt vanzelfsprekend ook onder die bescherming. In dit licht acht ik het niet wenselijk om de tekst van de gedenksteen te wijzigen.
Het Rijksvastgoedbedrijf treedt namens de staat op als eigenaar en beheerder. De Staatssecretaris van BZK is graag bereid in het kader van de renovatie Binnenhof nader aandacht te besteden aan deze plaquette en zijn betekenis.
Jacoba van Beieren overleed in de nacht van 8 op 9 oktober 1436 op kasteel Teylingen, waar haar moeder woonde. In haar testament had zij te kennen gegeven dat zij wilde worden begraven in Sint-Maartensdijk, waar zij de laatste periode van haar leven woonde. De executeurs-testamentair, onder wie haar moeder Margaretha van Bourgondië en haar echtgenoot Frank van Borssele, hebben echter geen gehoor gegeven aan deze laatste wens. Het lichaam van Jacoba werd «om alles besten wille» overgebracht naar de Haagse Hofkapel, waar zij omwille van haar status dicht bij het koor werd begraven. De Hofkapel was de begraafplaats van de grafelijke dynastie2. In de kapel werd bovendien een beeld van Jacoba geplaatst3. Op deze manier meende men bijna 600 jaar geleden recht te doen aan de status en de rol van Jacoba als gewezen gravin van Holland en Zeeland.
Los van de vraag of het mogelijk is om haar lichamelijke overblijfselen te identificeren, acht ik een verplaatsing van haar lichaam geen voorwaarde om recht te doen aan haar rol in de geschiedenis. Dat neemt uiteraard niet weg dat ik waardering heb voor de intentie van de Historische Kring Voorhout om aandacht te vragen voor de historische betekenis van de gravin.
De leden Geluk-Poortvliet en Ronnes (beiden CDA) hebben vragen gesteld aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Graf Jacoba van Beieren hoort op Tholen» (ingezonden 26 juni 2019). De beantwoording wordt op dit moment interdepartementaal afgestemd. Ik vraag uw Kamer uitstel en zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de beantwoording van de vragen doen toekomen.