Ingediend | 4 juni 2019 |
---|---|
Beantwoord | 4 september 2019 (na 92 dagen) |
Indiener | Lisa Westerveld (GL) |
Beantwoord door | Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU), Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66), Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA), Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | cultuur cultuur en recreatie jongeren recreatie sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z11063.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3801.html |
Ja, het is belangrijk dat jongeren gehoord worden en dat relevante jongerenorganisaties in staat worden gesteld om de belangen van hun achterban te vertegenwoordigen.
In de artikelen 3 en 12 van het VN-Kinderrechtenverdrag is vastgelegd dat het belang van het kind de eerste overweging dient te zijn bij beleid dat hen betreft en dat zij het recht hebben gehoord te worden. Het Kinderrechtenverdrag vormt de basis van het jeugdbeleid van het kabinet. De Minister van VWS is eerstverantwoordelijk voor het jeugdbeleid van het kabinet en heeft twee keer per jaar overleg met de Nationale Jeugdraad (NJR) om actuele zaken te bespreken.
NJR organiseert jaarlijks het Nationaal Jeugddebat in de Tweede Kamer om met bewindslieden en Kamerleden te discussiëren over zaken die jongeren aangaan.
Ieder departement is verder zelf verantwoordelijk voor het raadplegen en betrekken van jongeren en andere betrokkenen bij beleid dat hen aangaat.
VWS verstrekt een structurele subsidie aan de Nationale Jeugdraad NJR om via projecten en activiteiten vorm te geven aan de participatie van kinderen en jongeren.
BZK is, in het kader van het advies van de staatscommissie Remkes, bezig met het organiseren van een jongerenparlement waar de vraag aan de orde komt hoe de betrokkenheid van jongeren voor en bij de nationale politiek kan worden vergroot en hoe zij ervaringen op kunnen doen met een dergelijk instrument.
Via een subsidieregeling van OCW worden LAKS (voortgezet onderwijs) en JOB (MBO) structureel gesubsidieerd. Deze partijen zijn betrokken bij belangrijke beleidsbeslissingen voor hun sector. Ook voeren zij om het jaar een monitor uit over de tevredenheid van de leerlingen/studenten met hun onderwijs en organiseert LAKS jaarlijks een Examenklachtenlijn.
Nee, er is geen afzonderlijk overzicht van jongerenorganisaties die faciliteiten of subsidie krijgen van de landelijke overheid.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 krijgt de Nationale Jeugdraad een structurele subsidie om de participatie van kinderen en jongeren te bevorderen. Voor OCW en VWS geldt dat alle subsidieregelingen die door DUS-I worden uitgevoerd op de website van DUS-I https://www.dus-i.nl/subsidies staan vermeld, inclusief informatie over de doelgroep en de wijze van aanvragen.
In de toekomst kunnen deze subsidies via het Subsidieplatform worden aangevraagd en is het ook de bedoeling om de doelgroepen te attenderen op nieuwe regelingen via het Subsidieplatform.
Via internet kunnen jongerenorganisaties inzicht krijgen in de subsidiemogelijkheden. OCW en VWS werken samen in een subsidieportaal, DUS-i. Via dit portaal kunnen aan OCW gerelateerde instellingen (niet zijnde cultuurinstellingen) en aan VWS-gerelateerde instellingen hun aanvraag voor subsidie doen. Voor de toekomst is het voornemen dat instellingen bij het inloggen op het portaal inzicht krijgen in de subsidieregelingen waarvan ze gebruik kunnen maken.
Destijds zijn, in het kader van de operatie Herstructurering Landelijke Organisaties (HLO), de structurele instandhoudingssubsidies van een groot aantal identiteitsgebonden landelijke organisaties beëindigd, waaronder de subsidies aan een aantal landelijke jongerenorganisaties. Deze operatie was niet specifiek gericht op landelijk jeugdwerk en/of landelijke jongerenorganisaties.
De Minister van OCW kan voor een student, die bestuurslid is van een politieke jongerenorganisatie van enige omvang of van een landelijke organisatie van enige omvang die voor het hoger onderwijs relevante activiteiten ontplooit en die daartoe daadwerkelijke activiteiten ontplooit, voorzieningen voor financiële ondersteuning treffen (artikel 7.51k WHW). Voorts treft de Minister een regeling ter financiële ondersteuning van de vertegenwoordigers van belangenorganisaties zoals bedoeld in artikel 3.3 lid 2 WHW. Deze financiële ondersteuning wordt ingevuld door uitkering van bestuursbeurzen, de voorwaarden zijn neergelegd in de Regeling financiën hoger onderwijs (artikel 11 tot en met 13). Hieruit volgt dat er maximaal 40 politieke jongerenorganisaties of landelijke organisaties van enige omvang die voor het hoger onderwijs relevante activiteiten ontplooien aanspraak kunnen maken op een bestuursbeurs voor een vertegenwoordiger die studeert in het bekostigd hoger onderwijs. Voor vertegenwoordigers van belangenorganisaties voor studenten (ISO en LSVb) zijn elk vijf bestuursbeurzen voor vertegenwoordigers beschikbaar.
In totaal 35 organisaties maken aanspraak op financiële ondersteuning voor hun bestuursleden. Voorbeelden van dergelijke organisaties zijn naast de belangenorganisaties het ISO en de LSVb onder meer diverse jongerenorganisaties van politieke partijen, de Koninklijke Nederlandse Farmaceutische Studenten Vereniging en Jongeren Milieu Actief.
De complete lijst treft u hieronder:
Landelijk Studenten Vakbond
Interstedelijk Studenten Overleg
MORGEN (voorheen LHUMP)
Stichting Studenten Overleg Medezeggenschap
Integrand Nederland
Landelijke Kamer van Verenigingen
Landelijk Studenten Rechtsbureau
Stichting Landelijk Overleg Fracties
Studentensport Nederland, Sportcentrum Olympos
Koninklijke Nederlandse Pharmaceutische Studenten Vereniging
Dwars, GroenLinkse Jongerenorganisatie
Christen Democratisch Jongeren Appèl
ELSA the Netherlands
Stichting Jason
Jonge Socialisten in de PvdA
Jonge Democraten (D66)
Studentenverenigingen voor Internationale Betrekkingen
Nederlands Instituut van Psychologen SPS-NIP
IFMSA-NL (Internal Fed. of Med. Stud. Assoc. The Netherlands)
Nederlandse Jeugdbond van Natuurstudie
Civitas Studiosorum in Fundamento Reformato
Pink!, politieke jongerenorganisatie Partij voor de Dieren
Ichtus Landelijk Verenigde Christenstudenten
Stichting Unipartners Nederland
Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie
PerspectieF Christenunie jongeren
ESN Nederland (Erasmus Student Network NL)
SGP-Jongeren
Stichting AIESEC Nederland
CNV Jongeren
Jongeren in de Natuur
Nederlandse Debatbond
Jongeren Milieu Actief
KIVI Engineering Society
Vereniging Chirurgie voor Medisch Studenten
De criteria voor verdeling van bestuursbeurzen door de Minister van OCW vloeien voort uit de wet en zijn uitgewerkt in artikel 11 tot en met 13 van de regeling financiën hoger onderwijs. Aan de organisatie worden samengevat een aantal voorwaarden gesteld alvorens een vertegenwoordiger aanspraak kan maken op toekenning van een bestuursbeurs:
BZK verstrekt geen bestuursbeurzen.
In het verleden is in overleg met de studentenorganisaties en uw Kamer besloten om het aantal bestuursbeurzen te verdubbelen en tegelijkertijd de reikwijdte van het wetsartikel over bestuursbeurzen aan te passen door bestuursbeurzen te bestemmen voor bestuurders van voor het hoger onderwijs relevante organisaties. Zo werd een versnippering bij de uitkering tegengegaan. Ik zie geen reden om van deze lijn af te wijken en onderwijsmiddelen in te zetten voor het ondersteunen van organisaties die geen relatie hebben met het hoger onderwijs.
Indien en voor zover relevant is dit uiteraard het overwegen waard. Een belangrijke borging dat jongeren ook daadwerkelijk worden betrokken is de wettelijke eis dat een bestuursbeurs alleen kan worden uitgekeerd aan een vertegenwoordiger van een organisatie die daadwerkelijk voor het hoger onderwijs relevante activiteiten ontplooit.
De vragen van het Kamerlid Westerveld (GL) over de faciliteiten van jongerenorganisaties (2019Z11063) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat er afstemming moet plaatsvinden met andere departementen. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.