Ingediend | 7 mei 2019 |
---|---|
Beantwoord | 26 juni 2019 (na 50 dagen) |
Indieners | Madeleine van Toorenburg (CDA), Erik Ronnes (CDA) |
Beantwoord door | Mark Harbers (VVD) |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z09085.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3166.html |
Ja.
Ja. De overlast die sinds 2016 door een beperkte en wisselende groep asielzoekers wordt veroorzaakt is naar zijn aard en omvang disproportioneel groot. Samen met betrokken instanties in de migratie- en strafrechtketen zet ik alles op alles om deze groep aan te pakken. Uw Kamer is hierover het afgelopen jaar meerdere malen per brief2 geïnformeerd. Helaas blijken de genomen maatregelen nog te beperkt te leiden tot een vermindering van het aantal incidenten. Daarom worden er extra maatregelen genomen om de aanpak van overlastgevers nog verder aan te scherpen. Zie hiervoor ook de brief van 17 april3.
Nee. Overlastgevend en crimineel gedrag is volstrekt onacceptabel. Het is dan ook zeker niet de boodschap dat bewoners maar aan dit gedrag moeten wennen. De gemeente heeft ons verzekerd dat tijdens de door u genoemde bijeenkomst noch door de gemeente noch door de politie is geadviseerd om een hond te nemen of een hek te plaatsen. Wel is in dit overleg aangegeven om altijd melding en/of aangifte te doen wanneer bewoners worden geconfronteerd met overlastgevend gedrag.
De medewerking van bewoners om bij overlast of criminaliteit een melding of aangifte te doen helpt het OM en de politie in de bewijsvergaring en daarmee dossieropbouw. Er zijn mij geen signalen bekend dat bewijsvergaring een probleem is. Op dit moment zie ik dan ook geen aanleiding om bewijsvergaring te vergemakkelijken.
In de brief van 17 april4 is uw Kamer geïnformeerd over de extra maatregelen die worden genomen om de aanpak van overlastgevende asielzoekers aan te scherpen. Middels de persoonsgerichte aanpak wordt de hardnekkigste groep overlastgevers dicht op de huid gezeten. Daarnaast wordt op basis van het feitelijke gedrag van de overlastgever bezien welke maatregel het meest passend is. Hierbij kan worden gedacht aan overplaatsing naar de EBTL – waar onlangs de toezichtsmaatregelen verscherpt zijn – of anderszins specialistische opvang zoals Veldzicht of het (tijdelijk) ontzeggen van de opvang. Veiligelanders behoren momenteel tot de doelgroep van de EBTL wanneer zij Dublinclaimant zijn (spoor5 of hun asielaanvraag wordt afgedaan in de gebruikelijke asielprocedure (spoor6. Het overgrote deel van de veiligelanders heeft een Dublinclaim en kan daarom, wanneer het overlastgevers betreft, worden overgeplaatst naar de EBTL. Daarnaast verken ik de mogelijkheid om veiligelanders uit spoor 2 -die niet tot de EBTL doelgroep behoren- tijdens de asielprocedure apart op te vangen in een opvangvorm, gekenmerkt door toezicht en handhaving.
Gedurende de periode januari tot en met april 2019 bedroeg de gemiddelde verblijfstijd van veiligelanders die vertrokken uit AZC Overloon 98 dagen. AMV’s uit veilige landen worden opgevangen in de proces opvanglocatie in Overloon. Voor hen geldt een andere gemiddelde verblijfstijd, namelijk 33 dagen. In de proces opvanglocatie zijn de amv’s in afwachting van de behandeling van hun asielaanvraag. Het betreft personen die zowel uitstroomden uit de opvang als doorstroomden naar een andere opvanglocatie. Een gedeelte van de veiligelanders in zowel AZC Overloon als de proces opvanglocatie had een Dublinclaim.
Sinds de invoering van het sporenbeleid worden asielaanvragen van asielzoekers afkomstig uit een veilig land van herkomst versneld en met voorrang door de IND behandeld. In 2018 bedroeg de gemiddelde doorlooptijd in het versnelde spoor voor veiligelanders drie weken7. Dit is de gemiddelde tijd die de IND nodig had om een besluit te nemen in spoor twee. Tijdens de behandeling van de asielaanvraag in de versnelde procedure verblijven asielzoekers in Ter Apel of Budel; in de beroepsfase worden zij uitgeplaatst naar azc’s. In beginsel doet de rechtbank binnen vier weken na het instellen van beroep uitspraak, daarna eindigt in geval van ongegrondverklaring het recht op opvang. Een deel van deze zogenoemde veiligelanders heeft echter ook een Dublinindicatie. De gemiddelde doorlooptijd van Dublinzaken bedroeg in 2018 veertien weken8. Binnen deze groep heeft het afhandelen van de aanvragen van overlastgevers en Noord-Afrikaanse asielzoekers de hoogste prioriteit. Deze zaken worden dan ook met voorrang behandeld.
Over de vorderingen van de maatregelen zal ik uw Kamer voor het zomerreces uitgebreid per brief informeren. Wel kan ik alvast aangeven dat de maatregelen die in de brief aangekondigd zijn rond de EBTL Hoogeveen sinds 13 mei ingevoerd zijn. Daarnaast zijn zowel de landelijke ketenmarinier en de twee regionale ketenmariniers in Noord-Nederland van start gegaan.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Toorenburg en Ronnes (beiden CDA) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht Overloon vraagt om actie tegen «foute vluchtelingen» (ingezonden 7 mei 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.