Ingediend | 24 april 2019 |
---|---|
Beantwoord | 2 mei 2019 (na 8 dagen) |
Indieners | Vera Bergkamp (D66), Kathalijne Buitenweg (GL) |
Beantwoord door | Mark Harbers (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | criminaliteit cultuur en recreatie openbare orde en veiligheid religie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z08483.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2523.html |
Ja.
Ik verwijs u voor deze vragen naar de beantwoording van de vragen van de leden Van den Hul, Kuiken en Ploumen (PvdA) over de toegang weigeren van een haatprediker tot Nederland.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Over eventuele toegangsweigeringen van andere landen kan ik geen informatie geven.
Zie antwoord vraag 8.
In deze zaak is contact geweest met de gemeente Amsterdam.
De toegangsvoorwaarden voor kort verblijf in het Schengengebied zijn vastgelegd in het Schengen acquis, in het bijzonder de Schengengrenscode. Deze voorwaarden gelden ook voor niet-visumplichtige derdelanders. In de Schengengrenscode staan ook de grondslagen om de toegang niet te verlenen, bijvoorbeeld indien op basis van een afweging van alle omstandigheden geconcludeerd mag worden dat er sprake is van een bedreiging voor de openbare orde, nationale veiligheid en/of de internationale betrekkingen van een lidstaat. Openbare orde kan een reden zijn de persoon ter fine van weigering van de toegang tot het Schengengebied te signaleren worden in het Schengen Informatiesysteem (SIS II) en ongewenst te verklaren. Mocht een persoon ondanks de signalering toch Nederland zijn ingereisd dan zal hem tegengeworpen worden dat hij een gevaar voor de openbare orde vormt hetgeen tot de conclusie leidt dat hij geen verder recht op verblijf heeft.
Nee, het is niet mogelijk te vervolgen voor overtreding van de artikelen 137c of 137d Wetboek van Strafrecht voor uitlatingen gedaan in een ander land. De Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die zich in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt. Daarnaast is het de Nederlandse strafwet in sommige gevallen ook van toepassing op strafbare feiten gepleegd buiten Nederland, maar daarvan is in deze casus geen sprake.
Voor een volledige beschrijving van de mogelijkheden van het weren van extremistische sprekers verwijs ik u naar de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid van 28 mei 2018 over de integrale aanpak van extremistische sprekers.3 Deze maatregelen zijn evenzeer van toepassing op niet-visumplichtige derdelanders. Het overzicht opgenomen in de bijlage bij deze brief laat zien dat de overheid een groot aantal maatregelen tot haar beschikking heeft om op te treden tegen extremistische sprekers die antidemocratische denkbeelden uiten, en hen te beletten hun boodschap te verspreiden waarmee zij oproepen tot gewapende strijd, tot geweld of haatzaaien tegen andere bevolkingsgroepen of gezindten. In de meeste gevallen biedt dit instrumentarium voldoende handvatten om doeltreffend op te treden.
Ja. Sinds 2015 zijn van 15 personen van wie bekend was dat zij in de openbaarheid hadden aangezet tot vijandigheid, haat, of geweld tegen personen of groepen van andere gezindten het visum geweigerd/laten weigeren of ingetrokken/laten intrekken. Alsook zijn zij in het SIS II gesignaleerd ter fine weigering toegang.
Ik verwijs u voor deze vragen naar de beantwoording van de vragen van de leden Van den Hul, Kuiken en Ploumen (PvdA) over de toegang weigeren van een haatprediker tot Nederland.
Zie antwoord vraag 13.
Ja.