Ingediend | 12 april 2019 |
---|---|
Beantwoord | 22 mei 2019 (na 40 dagen) |
Indiener | Lammert van Raan (PvdD) |
Beantwoord door | Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU), Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD), Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | lucht natuur en milieu onderwijs en wetenschap onderzoek en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z07609.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2766.html |
Ja.
Het is een goed overzichtsartikel over klimaatverandering in het arctisch gebied. In het vijfde assessment rapport van het IPCC stond al dat de opwarming in het arctische gebied 2 tot 3 maal sneller gaat dan het mondiale gemiddelde. De meerwaarde van deze studie is dat men naar vele indicatoren die gerelateerd zijn aan klimaatverandering heeft gekeken. Het artikel loopt vooruit op- en kan gezien de timing van publicatie nog bijdragen aan- het Speciale Rapport van het International Panel on Climate Change (IPCC) over «Oceanen en de Cryosphere in een veranderend klimaat» (SROCC) dat in september dit jaar moet uitkomen.
Dit IPCC-rapport en de onderliggende rapporten dragen bij aan de urgentie van het adresseren van het klimaatprobleem en maken duidelijk dat het nakomen van de afspraken van de Overeenkomst van Parijs essentieel is. In de Nederlandse Polaire Strategie 2016–2020 werd al genoemd dat deze afspraken een goede stap vormen in de richting van het tegengaan van klimaatverandering in de poolgebieden, maar ook dat dit geen allesomvattend antwoord biedt op de hedendaagse polaire ontwikkelingen. Meer verbinding met brede internationale ontwikkelingen en meer beleidsmatige betrokkenheid zijn hiervoor onontbeerlijk.
Daar hoort bij dat landen volgend jaar hun nationale klimaatplannen updaten en de voorbereiding van de klimaattop van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties (september dit jaar in New York) die daaraan moet bijdragen, is in volle gang. Ik hoop en verwacht dat veel landen daar zullen aankondigen hun ambitie te verhogen. Het kabinet heeft dat als een van de eersten al gedaan door bij de klimaatconferenties in Bonn (2017) en Katowice (2018) ons nationale 2030-doel van 49% te presenteren. Het is belangrijk dat andere landen dat ook gaan doen en zowel binnen de EU als daarbuiten probeert het kabinet anderen mee te krijgen in deze ambitie.
In de EU zet ik me in voor aangescherpte klimaatdoelen voor 2050 (klimaatneutraliteit) en 2030 (55%). Beide doelen moeten volgend jaar aan de VN gecommuniceerd worden. Ook buiten de EU probeert het kabinet andere landen mee te krijgen in het verhogen van hun ambities. Zo speelt Nederland als covoorzitter van het NDC Partnership een belangrijke rol bij de ondersteuning van ontwikkelingslanden die hun nationale klimaatplannen willen implementeren en aanscherpen.
Het IPCC AR5 rapport definieert het overschrijden van een tipping point als een plotselinge en onomkeerbare verandering in het klimaatsysteem. Ik neem aan dat de waarnemingen van het artikel waar de media over berichten de heer Loonen tot de conclusie brengen dat dit tipping point overschreden is.
Het artikel geeft inderdaad een zorgwekkend beeld van de situatie in het arctische gebied.
Ik erken dat het rapport bericht dat er sterk bewijs is dat de opwarming in de arctische zomer een vroegere en kortere bloeiperiode van belangrijke plantensoorten veroorzaakt en dat met deze kortere bloeiperiode de mogelijkheid op bestuiving steeds kleiner wordt. Mede daarom voert het kabinet een ambitieus klimaatbeleid en zet het zich er voor in zoveel mogelijk landen in die ambitie mee te krijgen.
De vraag refereert aan een uitspraak van Bert Wouters, één van de auteurs van het artikel. De heer Wouters baseert deze cijfers op schattingen van de bijdrage aan zeespiegelstijging door het verlies van landijs in het noordpoolgebied waarbij hij de volgende berekening hanteert: tussen 2005 en 2015 was er 12,36 mm zeespiegelstijging door Arctisch landijs. Voor 1mm zeespiegelstijging is 362 km3 aan water nodig, 12,35*362 = 4.474 km3 in 10 jaar, dus 447,4 km3 per jaar. Mede vanwege deze cijfers voert het kabinet een ambitieus klimaatbeleid en zet het zich er voor in zoveel mogelijk landen in die ambitie mee te krijgen.
Deze vraag refereert aan een uitspraak van Bert Wouters. Waarnemingen van onderzoekers van het Norwegian Meteorological Institute leiden de heer Wouters tot deze conclusie. Dit soort waarnemingen dragen bij aan de urgentie en mede daarom voert het kabinet een ambitieus klimaatbeleid en zet het zich er voor in zoveel mogelijk landen in die ambitie mee te krijgen.
Deze vraag refereert aan een uitspraak van Bert Wouters. Inderdaad blijkt dit laagterecord uit metingen van het National Snow & Ice Data Center (VS). Mede hierom voert het kabinet een ambitieus klimaatbeleid en zet het zich er voor in zoveel mogelijk landen in die ambitie mee te krijgen.
Ik kan mij voorstellen dat mens en dier in de problemen komen door deze veranderingen. Mede daarom zet het kabinet zich in en voor een betere implementatie van het Biodiversiteitsverdrag, voert het een ambitieus klimaatbeleid en zet het zich er voor in zoveel mogelijk landen in die ambitie mee te krijgen.
Ja.
Klimaatbeleid moet gebaseerd zijn op een wetenschappelijk verantwoorde inschatting van de gevolgen op langere termijn. Voortschrijdende inzichten met betrekking tot die gevolgen kunnen leiden tot aanpassing van het beleid.
Het Nederlandse klimaatbeleid is gericht op een reductie van 49% in 2030 ten opzichte van 1990. Met het klimaatakkoord werken we aan een pakket van maatregelen om dat doel te realiseren. Daarbij is voorzien in de mogelijkheid dat het beleid op basis van voortschrijdend inzicht en onvoorziene omstandigheden in de komende jaren wordt aangepast.
Het Nederlandse klimaatbeleid is gericht op een reductie van 49% in 2030 ten opzichte van 1990. Met het klimaatakkoord werken we aan een pakket van maatregelen om dat doel te realiseren. Daarbij is voorzien in de mogelijkheid dat het beleid op basis van voortschrijdend inzicht en onvoorziene omstandigheden in de komende jaren wordt aangepast.
Ja.
Op 4 april heeft het lid Van Raan (PvdD) vragen gesteld over een nieuw onderzoek naar de impact van de ongekende veranderingen rond de Noordpool. Vanwege de voor de beantwoording benodigde interdepartementale afstemming kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord. Ik streef ernaar deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.