Ingediend | 19 maart 2019 |
---|---|
Beantwoord | 12 april 2019 (na 24 dagen) |
Indieners | Tom van der Lee (GL), Suzanne Kröger (GL) |
Beantwoord door | Stientje van Veldhoven (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (D66) |
Onderwerpen | afval bestuur natuur en milieu provincies |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z05386.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2253.html |
Ja.
Blijkens de brief die gedeputeerde staten van Noord-Holland op 13 maart jl. aan de provinciale staten hebben gestuurd, die ik ter informatie bijvoeg, heeft GS in 2014 op basis van de opgebouwde reeks halfjaarlijkse monitoringsresultaten vastgesteld dat de berg oxykalkslik geen risico’s voor het grondwater opleverde. Daarmee was er vanuit de water- en bodemwetgeving (Waterwet, Wet Bodembescherming) geen reden voor verdergaande maatregelen dan voortzetting van de bestaande monitoring en was er voor de provincie ook geen reden om de ILT of het RIVM te raadplegen. Verder zet de brief uiteen dat in 2014 door GS is vastgesteld dat de berg aangemerkt moest worden als een «voormalige stortplaats» waar de Wet bodembescherming en de regels over de nazorg van voormalige stortplaatsen (NAVOS) van toepassing is. In de brief geeft de provincie aan dat in het kader van NAVOS uitdrukkelijk risico’s voor de omgeving en het milieu uitgesloten moeten worden, dat die risico’s voor de berg oxykalkslik uitgesloten zijn en dat door middel van monitoring ook risico’s naar de toekomst uitgesloten kunnen worden.
Het bevoegd gezag ligt bij de provincie Noord-Holland. Het storten van oxykalkslik is in 1985 gestopt. Het voornaamste milieurisico betrof vervuiling van het grondwater door uitloging van schadelijke stoffen. Door de ingestelde structurele monitoring van de grondwaterkwaliteit werd geborgd dat eventueel optredende vervuiling gesignaleerd zou worden, zodat bepaald kon worden welke maatregelen nodig waren. De monitoring wees uit dat grondwaterverontreiniging niet optrad. In de loop der jaren is er op natuurlijke wijze (door windaanvoer) een afdekking van onder andere zand en begroeiing ontstaan. Hiermee was ook het risico van verspreiding van schadelijke stoffen uit het oxykalkslik via de lucht door verwaaiing voldoende beperkt. Hiermee was er geen urgentie om op verdergaande maatregelen aan te dringen. Niettemin heb ik de Noord-Hollandse gedeputeerde van milieuzaken nadrukkelijk gevraagd om met Tata Steel te onderzoeken of er preventieve maatregelen mogelijk zijn om uitloging naar grondwater niet alleen te bewaken met monitoring, maar actief tegen te gaan. Ook heb ik de gedeputeerde gevraagd om met Tata Steel te bespreken of het zoeken naar mogelijkheden voor hergebruik van het oxykalkslik weer opgepakt kan worden.
De betreffende monitoringsresultaten zijn genoemd in het antwoord op de vragen 2 en 3. Deze zijn opvraagbaar bij de provincie Noord-Holland of haar uitvoeringsorganisatie, de Omgevingsdienst Noorzeekanaalgebied, en worden binnenkort ook door de provincie openbaar gemaakt.
De gezondheidsrisico’s hangen samen met de routes via welke mensen blootgesteld kunnen worden aan stoffen uit het oxykalkslik. Zoals aangegeven in het antwoord op de vragen 2 en 3, zijn er volgens de provincie geen risico’s van betekenis wat betreft blootstelling via de routes van grondwater of verwaaiend stof. Onderzoek naar andere blootstellingsroutes aan stoffen uit het oxykalkslik is mij niet bekend. De provincie is in deze het bevoegd gezag.
Zie antwoord vraag 5.
Oxykalkslik bevat geen schadelijke stoffen die vluchtig zijn, dat wil zeggen die kunnen uitdampen en zo luchtverontreiniging zouden veroorzaken. Luchtverontreiniging door verwaaiing wordt volgens de provincie voorkomen door de afdekkende korstlaag die zich gevormd heeft en de begroeiing. Uitloging van arseen en zware metalen zouden in principe verontreiniging van de bodem en het grondwater onder de berg kunnen veroorzaken, maar volgens GS heeft de monitoring van het grondwater geen verhoogde gehalten van genoemde stoffen opgeleverd die toe te wijzen zijn aan de berg.
Er is mij geen informatie bekend over mogelijke schadelijke effecten voor dieren die in de begroeiing leven of voedsel zoeken.
Het relevante aspect van de bodemkwaliteit dat door de berg beïnvloed kan worden is de grondwaterkwaliteit. Deze wordt ook nu nog gemonitord. De brief van GS van 13 maart geeft aan dat in het verleden een verhoogde concentratie arseen is aangetroffen, maar dat de afgelopen jaren een dalende trend is gemeten. Ik heb van de provincie vernomen dat de eertijds verhoogde concentratie arseen naar alle waarschijnlijkheid niet aan de berg toegeschreven kan worden, omdat verhoogde gehalten arseen op meer plaatsen in het Noord-Hollandse grondwater voorkomen.
De omgevingsdienst geeft aan dat het grondwater de afgelopen 20 jaar is gemonitord op de meest kritische stoffen. Hieruit blijkt dat (incidenteel) de interventiewaarde wordt overschreden voor een aantal zware metalen (lood en chroom) en arseen. Er vindt geen toename in concentraties en omvang plaats. De geconstateerde grondwaterverontreinigingen hebben een andere oorzaak en zijn opgenomen in het locatiebeheerplan van Tata Steel. De omgevingsdienst concludeert dat er geen ontoelaatbare verspreidingsrisico’s aanwezig zijn.
Het RIVM doet samen met de GGD Kennemerland onderzoek naar (vragen die leven over) de gezondheid van omwonenden van Tata Steel maar er vindt geen specifieke monitoring plaats met betrekking tot de berg oxykalkslik.
Daartoe kan Tata Steel door de provincie als bevoegd gezag verplicht worden als er alsnog onaanvaardbare risico’s voor mens of milieu blijken te zijn. Hier is echter nu geen sprake van.
In de brief van GS van Noord-Holland aan provinciale staten van 13 maart jl. (bijgevoegd)3 wordt het volgende aangegeven. De provincie heeft in 2010 een brief aan Tata Steel gestuurd met de opdracht de opslag binnen zes maanden te beëindigen of noodzakelijke informatie te verschaffen om de opslag te vergunnen. Tata Steel heeft in de periode 2010–2014 onderzocht of hergebruik mogelijk was. In 2014 was duidelijk dat hergebruik niet mogelijk was, maar ook dat het blijven liggen van het materiaal geen risico opleverde voor de leefomgeving. Daarom heeft de brief uit 2010 niet geleid tot daadwerkelijke handhaving.
In een tweede brief aan de Staten, die ik eveneens bijvoeg4, stelt GS van Noord-Holland dat zij terecht spreekt over afdekking, doelend op de gevormde harde korstlaag. Het college wijst erop dat de oxykalkslikdepot valt onder het regime van de Wet bodembescherming, die verplicht tot maatregelen ter voorkoming van verspreiding van verontreiniging, maar geen dwingend voorschrift geeft voor afdekking, zoals afdichting met een folie. GS melden dat volgens gedane onderzoeken de harde korstlaag een extra barrière vormt voor uitspoeling van de berg door hemelwater en tevens verstuiving voorkomt. Daarbij wordt in de brief aangegeven dat aanvullende maatregelen, zoals het afdichten met een folie, milieutechnisch geen meerwaarde hebben.
Zie hiervoor het antwoord op vraag 11.
De gang van zaken rond de berg oxykalkslik is op grond van de mij bekende informatie geen voorbeeld van tekortschietende handhaving. Het is mijn streven uw Kamer in mei een brief over de situatie en handhaving bij Tata Steel te sturen.