Ingediend | 15 maart 2019 |
---|---|
Beantwoord | 15 april 2019 (na 31 dagen) |
Indiener | Peter Kwint |
Beantwoord door | Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | cultuur cultuur en recreatie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z05235.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2285.html |
Ja.
Ik onderschrijf het belang van lokale poppodia voor de gehele popmuziekketen.
Ik stel in de periode 2019–2021 in totaal 1,8 miljoen euro beschikbaar voor twee investeringsregelingen die een bijdrage leveren aan de carrièreontwikkeling van artiesten die al enige tijd werkzaam zijn in de popmuziek. Het gaat om gevestigde, mid career, makers die doorgaans niet op de kleinere podia spelen, maar eerder op de middelgrote en grote (internationale) podia optreden.
In 2017 is er onderzoek4 gedaan naar poppodia en de doorstroom van talent. Dit onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau Ape in opdracht van het Fonds Podiumkunsten. Uit dit onderzoek blijkt dat juist kleine en middelgrote podia een constante lijn laten zien als het gaat om het aanbieden van een plek voor nieuw talent. Mijn inziens zijn er daarmee voldoende plekken waar de popmuzikanten die gebruik maken van de investeringsregeling Upstream een podium kunnen vinden.
De rijksoverheid, provincies en gemeenten hebben onderling afspraken gemaakt over de taakverdeling op het gebied van cultuurbeleid. Eén van die afspraken is dat de medeoverheden de honderden podia in het land, waaronder ook de lokale poppodia, subsidiëren voor de exploitatie. Het Fonds Podiumkunsten subsidieert een deel van het tekort op de programmakosten.
Zoals ik schrijf in mijn adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur, verzoek ik de Raad om mij te adviseren over de manier waarop we talent het beste ruimte kunnen bieden. De verdeling van verantwoordelijkheden tussen overheden moet flexibel genoeg zijn om in te spelen op de behoefte van makers. Ook vraag ik de Raad om mij te adviseren over de wijze waarop regio’s het lokale klimaat voor kunstenaars kunnen verbeteren en inspelen op bijvoorbeeld de behoefte aan oefen- en presentatieplekken, waaronder poppodia. Ik ben nu in afwachting van het advies van de Raad voor Cultuur. In mijn uitgangspuntenbrief, die ik voor de zomer zal presenteren, zal ik reageren op het advies van de Raad voor Cultuur.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Hierbij deel ik u mede dat mijn beantwoording van de Kamervragen van het lid Kwint over het bericht dat lokale poppodia dreigen te verdwijnen (2019Z05235, ingezonden 15 maart 2019) meer tijd in beslag neemt. In verband met de benodigde afstemming is het helaas niet haalbaar de vragen binnen de termijn van drie weken te beantwoorden. Ik streef ernaar de antwoorden zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te sturen.