Ingediend | 7 december 2018 |
---|---|
Beantwoord | 23 januari 2019 (na 47 dagen) |
Indieners | Jasper van Dijk , Gijs van Dijk (PvdA) |
Beantwoord door | Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66) |
Onderwerpen | arbeidsomstandigheden migratie en integratie tijdelijk verblijf werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z23262.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1273.html |
Ja, daar ben ik mee bekend. Elk mogelijk geval van arbeidsuitbuiting of een situatie van ernstige benadeling van de werknemer door de werkgever, is er één te veel. Arbeidsuitbuiting tast niet alleen het inkomen van iemand aan, maar ook de menselijke waardigheid.
De Inspectie SZW ontvangt diverse soorten meldingen, anoniem, van individuen en van organisaties, waaronder FairWork. De Inspectie heeft op regelmatige basis contact met FairWork over meldingen die deze organisatie aanlevert.
Alle genoemde aanleidingen voor klachten zijn in mijn ogen onwenselijk. Op grond van de Wet aanpak schijnconstructies moeten loonbedragen duidelijk zijn gespecifieerd op de loonstrook en zijn inhoudingen op het minimumloon niet toegestaan met uitzondering van onder bepaalde voorwaarden de ziektekostenverzekering en de huisvestingskosten. Eén van de voorwaarden voor inhoudingen voor huisvesting is dat de huisvesting moet voldoen aan de kwaliteitseisen die zijn overeengekomen in de cao tussen sociale partners.
Alle meldingen worden beoordeeld, zo mogelijk verrijkt en behandeld binnen de juiste programma’s of afdelingen van de Inspectie. Niet alle meldingen kunnen worden opgepakt. Meldingen buiten het SZW-domein worden doorgestuurd aan de relevante organisaties. Meldingen die niet leiden tot bestuursrechtelijk of strafrechtelijk onderzoek, worden gebruikt voor de analyse van sectoren, branches en thema’s en voor de Inspectiebrede Risicoanalyse (IRA).
Wanneer een melding indicaties bevat van arbeidsuitbuiting in strafrechtelijke zin, volgt een andere aanpak dan bij meldingen over andere vormen van slecht werkgeverschap of ernstige benadeling van kwetsbare werknemers, zoals bij het niet naleven van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, de Arbeidstijdenwet en de Wet arbeid vreemdelingen. In die gevallen zal eerder sprake zijn van bestuursrechtelijke handhaving.
Zie antwoord vraag 2.
Er zijn verschillende redenen waarom een werknemer geen melding of klacht indient, terwijl er wel sprake is van een mogelijke uitbuitingssituatie. Mogelijke slachtoffers van arbeidsuitbuiting zijn zich bijvoorbeeld soms onbewust van hun eigen uitbuitingssituatie of zijn niet goed op de hoogte van hun rechten als werknemer. Het kabinet zet om deze reden ook in op het vergroten van de bewustwording van signalen van arbeidsuitbuiting, niet alleen bij arbeidsmigranten, maar ook bij mensen uit de omgeving, zoals ook omschreven in het programma «Samen tegen mensenhandel»3.
De vorm van een arbeidscontract zou geen reden moeten zijn voor een werknemer om geen klacht in te dienen of melding te maken. Benadeelde werknemers kunnen ook anoniem een melding van arbeidsuitbuiting doen bij de Inspectie SZW.
Onderbetaling en uitbuiting komen vaker voor wanneer er sprake is van ongeschoold en/of zwaar werk in sectoren die te maken hebben met zware (internationale) concurrentie. In deze sectoren zijn veel arbeidsmigranten werkzaam. De Inspectie SZW beschouwt daarom arbeidsmigranten als een risicogroep voor onderbetaling, zoals ook te lezen in de «Staat van Eerlijk Werk»4 van de Inspectie SZW.
In de «Slachtoffermonitor Mensenhandel 2013–2017»5 schat de Nationaal Rapporteur Mensenhandel het aantal slachtoffers van uitbuiting buiten de seksindustrie op ongeveer 1400 slachtoffers per jaar, waarvan ongeveer 79% arbeidsuitbuiting betreft. De schattingen van de Nationaal Rapporteur zijn niet uitgesplitst naar nationaliteiten.
Hoge werkdruk en uitbuiting kunnen negatieve gevolgen hebben voor de uitvoering van het werk, ongeacht de sector waarin dit plaatsvindt. De voedselindustrie is hierop geen uitzondering. Op het moment dat inspecteurs van de NVWA constateren dat de voedselveiligheid in het geding is, dan wordt daarop ingegrepen, ongeacht de oorzaak.
Op 13 november 2018 heb ik samen met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het programma «Samen tegen mensenhandel» naar uw Kamer gestuurd. In dit plan staat uitvoerig omschreven hoe het kabinet gezamenlijk en integraal met het veld de aanpak van mensenhandel gaat intensiveren. Verschillende acties zijn al in gang gezet of zullen de komende periode worden opgepakt.
Het kabinet heeft 50 miljoen euro per jaar vrijgemaakt voor versterking van de handhavingsketen van de Inspectie SZW. Meer dan de helft van de investering in de komende jaren is gericht op eerlijk werk, waaronder de aanpak van schijnconstructies, onderbetaling en arbeidsuitbuiting. Dit betekent onder meer dat er extra capaciteit wordt ingezet op het inspectieprogramma Arbeidsuitbuiting.
Het aantrekken en opleiden van rechercheurs en inspecteurs vergt echter tijd, waardoor de effecten van de versterking van de handhavingsketen pas op wat langere termijn zichtbaar worden.
De Inspectie SZW heeft haar plannen voor de aanpak van arbeidsuitbuiting beschreven in het Jaarplan 20196. Voor de aanpak van de risico’s arbeidsuitbuiting, ernstige benadeling en misstanden zal de Inspectie preventieve interventies doen, zoals communicatie en druk op ketens en samen met netwerkpartners inspecteren. Tegen van arbeidsuitbuiting verdachte werkgevers zullen opsporingsonderzoeken worden uitgevoerd met als doel vervolging en het afpakken van het onrechtmatig verdiende vermogen. Op meldingen van misstanden bij bedrijven volgt – indien nodig – een snelle interventie op maat.