Ingediend | 3 december 2018 |
---|---|
Beantwoord | 9 januari 2019 (na 37 dagen) |
Indieners | Anne Kuik (CDA), Gert-Jan Segers (CU) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z22776.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1104.html |
Ja.
Cijfers over en schattingen van het aantal migranten en specifieke groepen en routes lopen sterk uiteen. Volgens de meest recent beschikbare cijfers van onder andere de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) waren er in Libië in augustus 2018 ten minste 669.176 migranten, waarvan 10% vermoedelijk Nigeriaans is (ca. 64.980).2 Hoeveel Nigerianen, en specifiek meisjes, uiteindelijk naar Europa worden gesmokkeld is lastig vast te stellen.
Vrouwen kunnen met behulp van het voodoo ritueel enorm onder druk worden gezet en durven hierdoor veelal geen hulp te zoeken. Het is daarom van belang om deze slachtoffers snel en goed te signaleren, zodat ze uit de uitbuitingssituatie gehaald kunnen worden en daders, ofwel met behulp van een aangifte of ambtshalve opgespoord kunnen worden. Binnen het programma «Samen tegen mensenhandel»3 dat ik mede namens de Minister van VWS, de Minister van BZ, de Minister voor BHOS en de Minister en Staatssecretaris van SZW onlangs naar uw Kamer heb gestuurd, wordt daarom ook veel aandacht besteed aan het vergroten van de bewustwording en het verbeteren van de signalering van mensenhandel door alle betrokken professionals.
Zie antwoord vraag 2.
Dit kabinet zet in op een integrale aanpak van mensenhandel. Dit betekent dat we ons zowel in Nederland als daarbuiten inzetten om de verschillende vormen van mensenhandel te voorkomen, aan te pakken en slachtoffers te ondersteunen.
Zo tracht Nederland met bewustwordingscampagnes potentiële migranten uit onder andere Nigeria te behoeden voor de gevaarlijke reis naar Libië en Europa en de risico’s op mensenhandel daarbij. Ook draagt Nederland bij aan reddingsoperaties in de Sahel en trainingen van politie en grenscontrolebeambten op het gebied van mensenrechten en bescherming van slachtoffers van mensenhandel. Met Nigeria werkt Nederland al jarenlang samen bij het tegengaan van mensenhandel. Nederland draagt bijvoorbeeld bij aan trainingen van de Nigeriaanse immigratiedienst (NIS) en het agentschap op het gebied van de bestrijding van mensenhandel (NAPTIP).
In de Sahel en West-Afrika draagt Nederland via UNODC en OHCHR bij aan de ontwikkeling van wetgeving op mensenhandelgebied, regionale samenwerking om daders te identificeren, op te sporen en te vervolgen. Binnen dit programma is veel aandacht voor mensenrechten, (psychosociale) ondersteuning van slachtoffers en getuigenbescherming. Ook wordt de juridische samenwerking tussen West-Afrika en de EU bevorderd, bijvoorbeeld via de door Nederland gefinancierde detachering van een Nigeriaanse aanklaagster in Italië. Deze detachering heeft in zes maanden tijd al geleid tot een significante versterking van de samenwerking met Nigeria ten behoeve van de aanpak van mensenhandelnetwerken.
Daarnaast is vanuit het OM een Liaison Officer in Rome geplaatst. Dit biedt de mogelijkheid om gegevens en informatie met de Italiaanse en – via de gedetacheerde aanklaagster – Nigeriaanse opsporingsdiensten uit te wisselen over deze groep (mogelijke) slachtoffers. Mede op basis van deze samenwerking zijn ook de VN-sancties tegen mensensmokkelaars en -handelaren actief in Libië, waar ook Nigerianen slachtoffer van worden, tot stand gekomen.
Momenteel lopen in Nederland enkele strafrechtelijke onderzoeken waarbij de aangevers en/of slachtoffers de Nigeriaanse nationaliteit hebben. Binnen de afdeling Vreemdelingen, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) van de politie werken gecertificeerde mensenhandel rechercheurs die speciaal opgeleid worden om alle verschillende soorten mensenhandelonderzoeken uit te voeren, waaronder complexe internationale zaken. Met het oog op de uiteenlopende achtergronden van slachtoffers van mensenhandel, investeert de politie in kennis en expertise van interculturele communicatie. Dit maakt expliciet onderdeel uit van de opleiding voor mensenhandel rechercheurs. Politie en OM nemen de angst van Nigeriaanse slachtoffers zeer serieus. In de zaak Koolvis heeft het OM bijvoorbeeld in Nederland woonachtige voodoo-experts ingeschakeld om de vrouwen gerust te stellen. De vrouwen ervaren de dreiging van de voodoo-vloek als zeer reëel. Er is daarom veel aan gelegen om die angst zoveel als mogelijk weg te nemen. Daarnaast is er recent in Nigeria door een spirituele leider een ban uitgesproken op het gebruik van voodoo in mensenhandel-praktijken
De Europese Commissie heeft op 3 december jl. het tweede Progress Report4 onder de mensenhandelrichtlijn gepubliceerd. Hierin is opgenomen dat Nederland in de top vijf staat van lidstaten met het hoogste aantal veroordelingen voor mensenhandel. Ik ben daarom niet van mening dat gesteld kan worden dat het aantal opgepakte mensenhandelaren laag is ten opzichte van andere Europese landen.
Een specialistisch team dat zich binnen de politie alleen op deze doelgroep richt acht ik niet wenselijk. De recente slachtoffermonitor mensenhandel5 laat zien dat naast Nigeria, verschillende andere bronlanden relevant zijn. Bovendien bestaat de grootste groep slachtoffers van mensenhandel nog steeds uit Nederlandse slachtoffers.
Binnen de politie zijn er gespecialiseerde teams voor de aanpak van mensenhandel in den brede. De AVIM’s moeten in kunnen blijven spelen op eventuele veranderingen, bijvoorbeeld wanneer een nieuwe groep slachtoffers prominent naar voren komt. De politie heeft bij de opsporing van mensenhandelaren bewust niet voor een doelgroepenbenadering gekozen, maar als er aanleiding toe is wordt wel gekeken of bepaalde doelgroepen relatief vaker voorkomen en of de ingezette aanpak bijgesteld moet worden. Dat geldt onder andere voor de Nigeriaanse doelgroep. Het Expertisecentrum Mensenhandel – Mensensmokkel (EMM) speelt daar ook een belangrijke rol bij. Bij mensenhandelzaken kunnen ook andere gespecialiseerde rechercheurs buiten de AVIM’s worden betrokken, bijvoorbeeld als het gaat om financieel en digitaal rechercheren.
Internationale samenwerking bij de bestrijding van mensenhandel is essentieel, daarom is Nederland zeer actief op dit terrein. Zo speelt de Nederlandse politie samen met het Verenigd Koninkrijk al jaren een leidende rol in het EMPACT-project mensenhandel, waarin 26 EU-lidstaten operationeel samenwerken. Binnen EMPACT Mensenhandel is een werkgroep actief genaamd ETUTU die zich bezighoudt met Nigeriaanse mensenhandel. Nederland is hierin vertegenwoordigd in de persoon van de gespecialiseerde landelijk officier van justitie en een medewerker van het EMM. Ook worden er regelmatig Joint Investigation Teams (JIT’s) opgericht, onder andere met België en verschillende bronlanden van mensenhandel. Begin dit jaar vindt er een grensoverschrijdende expertmeeting met de Belgische politie plaatsgevonden met als thema prostitutie. Zoals ook in het antwoord op vraag 4 genoemd zijn in VN-verband op initiatief van Nederland sancties tegen mensenhandelaren ingesteld. Tot slot worden met middelen uit het regeerakkoord politieliaisons aangesteld in bronlanden van mensenhandel.
Naar mijn verwachting zullen politie en justitie de criminele netwerken die zich bezighouden met mensenhandel door intensivering van de internationale samenwerking (Verenigd Koninkrijk, België, Frankrijk) en de verschillende maatregelen zoals benoemd in bovenstaande antwoorden, beter op de radar krijgen.