Ingediend | 26 oktober 2018 |
---|---|
Beantwoord | 5 december 2018 (na 40 dagen) |
Indiener | Tom van der Lee (GL) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | bodem natuur en milieu stoffen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z19198.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-850.html |
Ja.
De dijkgraaf heeft in zijn brief aangegeven dat de NAM zich in de dagen direct na het ontdekken van de lekkage niet constructief heeft opgesteld en dat de NAM in die periode ook enige betrokkenheid met de lekkage heeft ontkend.
De dijkgraaf geeft in zijn brief aan dat in mijn brief1 van 11 oktober 2018 aan de Tweede Kamer de indruk wordt gewekt dat er door de partijen schouder aan schouder werd gewerkt. Ik heb begrip voor de mening van de dijkgraaf en ik kan mij goed voorstellen dat hij, geconfronteerd met een onbekende verontreiniging in het kanaal, zich enorm heeft gestoord aan de door hem in zijn brief verwoorde niet constructieve opstelling van NAM.
In mijn brief van 11 oktober 2018 aan de Tweede Kamer heb ik beoogd op een objectieve wijze aan te geven dat verschillende partijen onderzoek hebben gedaan. Ik ben niet nader ingegaan op de wijze waarop en in welk verband de onderzoeken zijn uitgevoerd. Ik wil mij niet mengen in de onderzoeken van SodM en het Openbaar Ministerie. Het beeld dat de dijkgraaf heeft gegeven over de houding van de NAM kan door SodM en het Openbaar Ministerie worden meegenomen in het lopende onderzoek.
Ja, uitgaande van de informatie waarover ik nu beschik, vind ik dat de NAM zich pro-actiever had kunnen opstellen. SodM is gemandateerd om toezicht te houden en ook handhavend op te treden. Het tankenpark is naar aanleiding van deze lekkage door SodM onder verscherpt toezicht gesteld.
Nee, dat klopt niet. Op 5 oktober 2018 heeft de NAM monsters genomen uit afvoerputten op het eigen terrein. Deze monsters waren schoon ten aanzien van geur en kleur. De NAM heeft toen aangegeven dat zij niet verantwoordelijk was voor de verontreiniging in het kanaal. NAM heeft SodM op 6 oktober 2018 om 21.48 uur geïnformeerd dat zij gestart zijn met een onderzoek naar een lekkage van aardgascondensaat. Op 7 oktober 2018 zijn ten behoeve van analyses door NAM en Waterschap monsters genomen uit de laatste rioolput nabij het kanaal. Op 8 oktober 2018 heeft de NAM aan SodM gerapporteerd dat de analyse van de monsters van 7 oktober 2018 aardgascondensaat hebben aangetoond.
Dit klopt niet met de informatie die bij mij bekend is. De NAM heeft op 12 oktober 2018 SodM verzocht om meer regenwater te mogen opslaan in verband met de verwachte regenval en het niet beschikbaar zijn van het riool. Op dat moment waren de volgende afspraken al gemaakt:
Vervolgens heeft de NAM ook tijdelijk toestemming gekregen om hemelwater te behandelen en verwerken via de routing voor het verwerken van belucht en verontreinigd water indien de opslagcapaciteit op de locatie Farmsum niet voldoende zou zijn.
Deze maatregelen en de tijdelijke toestemming hadden tot doel om ervoor te zorgen dat er voldoende opvangcapaciteit voor het hemelwater op het tankenpark aanwezig was omdat er geen lozing kon en mocht plaatsvinden vanuit het verontreinigde riool op het oppervlaktewater. Door SodM is op dit punt geen gebrek aan handelen aan de zijde van de NAM waargenomen. De afstemming heeft in goed overleg plaatsgevonden.
De voorlopige resultaten van het onderzoek laten zien dat de lekkage ongeveer 2 uur heeft geduurd en dat circa 29 m3 aardgascondensaat via het riool in het kanaal is weggelekt.
In de bijgevoegde beantwoording op de Kamervragen van het lid Beckerman (ingezonden 15 oktober 2018 met kenmerk 2018Z18415) heb ik aangegeven dat in een periode van drie jaar negen ongewone voorvallen zijn gemeld aan SodM. Het incident van 2 augustus 2018 heeft geen relatie met de lekkage die plaatsvond in de nacht van 2 op 3 oktober 2018.
De oorzaak van het incident is onderwerp van onderzoek. SodM heeft de NAM direct na het incident gesommeerd om de betrokkenen te informeren. De NAM heeft op 11 oktober 2018 een brief gestuurd aan bewoners en bedrijven en heeft met de directe omwonenden van het afwateringskanaal die daar interesse in hadden een gesprek gevoerd. De NAM heeft in haar brief aangegeven verantwoordelijk te zijn voor de verontreiniging van het oppervlaktewater, voor een oplossing voor de oorzaken van dit incident en het herstel van eventuele schade.
De NAM heeft aangegeven dat ze de resultaten van haar onderzoek met omwonenden, gemeente en waterschap zal delen. Het verscherpt toezicht ziet ook toe op de houding en de pro-activiteit van het tankenpark in de communicatie en samenwerking met de omgeving. Indien ik signalen ontvang dat dit in onvoldoende mate gebeurt zal ik de NAM hierop aanspreken.