Ingediend | 25 oktober 2018 |
---|---|
Beantwoord | 20 november 2018 (na 26 dagen) |
Indiener | Cem Laçin |
Beantwoord door | Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | natuur en milieu verkeer water |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z19151.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-718.html |
Ja.
Ik ben met u van mening dat het varend ontgassen van binnenvaarttankers zo snel mogelijk moet stoppen. Ik heb daarvoor in 2017 overeenstemming bereikt met onze buurlanden om het Scheepsafvalstoffenverdrag uit te breiden met een verbod op het uitstoten van dampen naar de atmosfeer. Hierbij heb ik dankbaar gebruik kunnen maken van de provinciale ontgassingsverboden die in 2015 en 2016 in werking traden om de urgentie van het probleem internationaal te benadrukken.
Om de invoering van deze internationale verdragswijziging snel en efficiënt te kunnen realiseren heb ik op 28 mei een high level meeting georganiseerd met alle betrokken partijen. Ik heb samen met de betrokken provincies een taskforce ingesteld onder leiding van de provincie Noord-Holland om een effectieve invoering van het ontgassingsverbod in 2020 mogelijk te maken. Het ministerie zal zorgen voor de wetgevingskant, de provincies voor veilige voorzieningen en benodigde vergunningen en het bedrijfsleven voor een transparante financiering zodat voor de schipper duidelijk is dat de verlader betaalt voor de ontgassing. Daarmee bestaat er voor de schipper geen reden meer om varend te ontgassen. De overheden samen zullen zorgen voor adequate handhaving. Ik heb er vertrouwen in dat het ook op tijd gaat lukken.
Tot de inwerkingtreding van het nationale ontgassingsverbod, is er voor de meeste stoffen geen sprake van overtredingen en dus ook niet van crimineel gedrag.
In de huidige situatie is het ontgassen van toxische stoffen op grond van het ADN verboden bij sluizen en bruggen en dichtbevolkte gebieden. Hierop staan hoge boetes.
In 2019 wordt dit verbod in het ADN uitgebreid naar alle gevaarlijke stoffen.
Inderdaad, zullen op zijn vroegst in 2020 de ontgassingsverboden in de lidstaten van het Scheepsafvalstoffenverdrag in werking kunnen treden. Daarvoor moeten namelijk alle verdragsluitende partijen het verdrag hebben geratificeerd en geïmplementeerd. Nederland ligt nog op schema om dit eind 2019 te hebben afgerond. Er wordt inmiddels nauw samengewerkt met provincies en bedrijfsleven om tijdig de benodigde alternatieve voorzieningen te bouwen, inclusief financiële aspecten. Het organiseren van een adequate handhaving op het moment van in werking treden heeft ook mijn aandacht. Daarna zal gefaseerd over drie jaar het ontgassen van alle carcinogene, mutagene en reprotoxische (CMR) stoffen worden verboden.
Nee, zo specifiek kan ik dat niet aangeven.
Mijn streven is gericht op het zo snel mogelijk invoeren van een nationaal ontgassingsverbod en het minimaliseren van uitstoot van carcinogene stoffen (zie ook vraag2.
De verantwoordelijkheid voor de handhaving van provinciale verordeningen ligt bij de provincies.
Op Rijkswateren geldt alleen een ontgassingsverbod voor benzine (UN1203). Daar wordt op gehandhaafd door RWS, ILT, havendiensten en politie. Er worden weinig overtredingen geconstateerd. Ik wil erop wijzen dat door een schip alleen te gebruiken voor het transport van verenigbare ladingen of dezelfde ladingen ook lang niet altijd ontgast hoeft te worden.
Dat ben ik met u eens. Deze stelling is echter niet van toepassing op het varend ontgassen. Zoals geschetst in de antwoorden is hier geen sprake van overtreden van voorschriften en dus ook niet van illegale activiteiten.
Uiteraard is mij bekend dat er varend wordt ontgast, maar dit is voor veel stoffen een legale activiteit.
Sinds 2013 is Nederland in het CDNI de voortrekker geweest voor uitbreiding van het verbod op varend ontgassen. Mede dankzij de provinciale verordeningen van ontgassen heeft Nederland pleit kunnen bezorgen voor een snelle invoering van ontgassingsverboden voor alle vervluchtigende gevaarlijke stoffen. In juni 2017 heeft dit geleid tot aanpassing van het Scheepsafvalstoffenverdrag (CDNI) (Zie ook vraag3.
Varend ontgassen kan in principe plaatsvinden op alle vaarwegen.
De schaal waarop ontgassen plaats vindt is per gebied verschillend en gerelateerd aan de intensiteit van het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Onderzoek naar de intensiteit is inderdaad gewenst en wordt momenteel ook uitgevoerd. De uitkomsten zijn nodig om de behoefte aan alternatieve voorzieningen (ontgassingsinstallaties en ligplaatsen) te bepalen. Immers op het moment van invoeren van een verbod moet de schipper wel de mogelijkheid hebben om zich op een legale manier te ontdoen van de restdampen.
Duitsland is net als Nederland lid van het Scheepsafvalstoffenverdrag (CDNI) en is dus mede-ondertekenaar van de wijziging van het Scheepsafvalstoffenverdrag. Bij dit verdrag zijn behalve Nederland en Duitsland ook Zwitserland, België, Frankrijk en Luxemburg partij, zodat we straks internationaal uniforme wetgeving hebben en uitwijkgedrag niet mogelijk is.
Zoals aangegeven bij vraag 9, wordt de regelgeving met de verdragswijziging internationaal gelijkgetrokken. De handhaving in beide landen zal dan straks ook op dezelfde stoffen plaatsvinden. Het is aan de lidstaten zelf om de feitelijke handhaving in te vullen. Er zijn wel contacten tussen de handhavers in de verschillende landen, waar ervaringen worden uitgewisseld. In Duitsland vindt de handhaving plaats door de waterpolitie.
De vormgeving van de handhaving is onderwerp van gesprek in de door mij ingestelde taskforce. Daar wordt bezien wat de meest effectieve manier is om het hele proces te handhaven. Welke diensten daarvoor het meest geschikt zijn wordt nog nader bepaald.
In de taskforce wordt onderzocht of een handhavingssystematiek op grond van de bestaande losverklaringen mogelijk is. Daarmee zou feitelijk kunnen worden volstaan met een administratieve controle achteraf en kan de handhavingsinspanning beperkt zijn.