Ingediend | 1 augustus 2018 |
---|---|
Beantwoord | 6 september 2018 (na 36 dagen) |
Indieners | Jasper van Dijk , Sadet Karabulut |
Beantwoord door | Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking migratie en integratie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z14460.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-3107.html |
Ja. Voor de kabinetsreactie verwijs ik kortheidshalve naar het verslag van het schriftelijk overleg van 25 juli jl. van de Begrotingsraad (Kamerstuk 21 501-03, nr. 121).
Afgesproken is dat de eerste 2 miljard euro aan projecten vanuit de EU-begroting zullen worden gefinancierd. De Commissie heeft derhalve nog geen verzoek tot een nationale bijdrage van de lidstaten gedaan.
Zie antwoord vraag 2.
Zoals vaker met uw Kamer gewisseld2, worden vanuit de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije (FRIT) projecten gefinancierd om de situatie van vluchtelingen in Turkije en de gemeenschappen die hen opvangen verder te verbeteren. Steun gaat naar de vluchtelingen zelf, bijvoorbeeld ten behoeve van betere toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, maar ook werkgelegenheid. De Commissie rapporteert hier regelmatig over middels de voortgangsrapportages van de EU-Turkije Verklaring en de uitvoering van de EU Migratieagenda.
Er is thans nog geen programmering bekend voor de tweede tranche van de FRIT. Prioriteiten voor de programmering zullen door de Commissie worden voorgesteld. De voorstellen worden beoordeeld in het FRIT-comité, waarin Nederland zitting heeft. De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van de projecten en rapporteert hierover aan het FRIT-comité. Uw Kamer zal op gebruikelijke wijze over de voortgang van de FRIT worden geïnformeerd.
Zoals bekend zet het kabinet zich in voor een integrale aanpak van het thema migratie3. Het primaire doel van de EU-Turkije Verklaring is om de ongecontroleerde instroom te reguleren en te voorkomen dat vluchtelingen op zoek naar bescherming hun levens wagen door gebruik te maken van de diensten van smokkelaars. In het kader van de verklaring hebben de EU en Turkije zich in dit verband gecommitteerd om smokkelnetwerken aan te pakken, het perspectief in Turkije te verbeteren o.a. via de FRIT, een legaal en veilig alternatief te bieden via hervestiging en een einde te maken aan de ongecontroleerde aankomsten in Griekenland en het doorreizen naar andere delen van de EU. De EU-Turkije Verklaring heeft een grote bijdrage geleverd aan het drastisch omlaag brengen van het aantal irreguliere aankomsten en de vreselijke verdrinkingen op zee. Ook heeft de verklaring via de FRIT eraan bijgedragen dat veel meer vluchtelingenkinderen in Turkije naar school kunnen gaan, kwetsbare gezinnen worden ondersteund in hun levensonderhoud en de toegang tot werkgelegenheid is bevorderd.
Dat de omstandigheden voor Syriërs in Turkije zijn verbeterd, blijkt ook uit het aantal Syrische vluchtelingen dat bewust kiest om in Turkije te blijven en geen gebruik wenst te maken van hervestiging naar de EU.
Zie antwoord vraag 4.
Zoals vaker met uw Kamer gewisseld, vindt het kabinet berichten over dit soort incidenten zorgelijk en dienen dergelijke berichten serieus te worden genomen en goed onderzocht. Het is primair aan de Europese Commissie, samen met UNHCR om hierop toe te zien. De Commissie volgt de situatie aan de Turkse grens, ook in het kader van het conflict in Syrië en andere dreigingen. Het is de Commissie niet gelukt om deze berichten bevestigd te krijgen door andere, onafhankelijke bronnen. Uit eerdere vergelijkbare berichtgeving en de wijze waarop deze is uitgezocht, o.a. door de Europese Commissie en UNHCR, blijkt dat geen sprake is van instructies dat Turkse grenswachten gericht moeten schieten op mensen die illegaal de grens proberen over te steken.
Zoals in antwoord op vraag 6 reeds gesteld legt de Europese Commissie regelmatig verantwoording af over de besteding van de fondsen uit de FRIT.
Zoals reeds eerder aan de Kamer geschreven voert Turkije een ruimhartig beleid als het gaat om het opvangen van vluchtelingen. Dit wordt onderschreven door openbare cijfers van UNHCR. In januari 2018 stonden volgens gegevens van UNHCR ruim 3,4 miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije geregistreerd en op 8 augustus jl. ruim 3,5 miljoen.5 Daarnaast vangt Turkije ook andere groepen vluchtelingen en kwetsbare personen op. Volgens UNHCR is dit aantal sinds 2015 toegenomen van 2,7 naar 3,7 miljoen.6 Deze cijfers onderstrepen wat het kabinet betreft de evidente noodzaak om Turkije via de FRIT te blijven ondersteunen.
Dat Turkije tegen deze achtergrond en het feit dat het een zeer lange grens deelt aan een conflictgebied het grensbeheer heeft geïntensiveerd, acht het kabinet begrijpelijk.