Ingediend | 14 november 2017 |
---|---|
Beantwoord | 16 januari 2018 (na 63 dagen) |
Indiener | Lammert van Raan (PvdD) |
Beantwoord door | Stientje van Veldhoven (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (D66) |
Onderwerpen | bodem gezondheidsrisico's natuur en milieu zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z15327.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-885.html |
Ja.
Op grond van de Wet bodembescherming is het aan de lokale overheid om de kwaliteit van de bodem te beoordelen. De grond en het grondwater van deze locatie zijn in de periode 1981 tot en met 1988 onderzocht en gesaneerd. Na de sanering is de locatie geschikt geacht voor woningbouw. Om te kunnen bepalen of er nu sprake is van risico bij het huidige gebruik (wonen) heeft de gemeente Schagen een bodemonderzoek laten uitvoeren. Uit de risico-evaluatie op basis van de resultaten van dit onderzoek blijkt dat er geen sprake is van onaanvaardbare risico’s voor de mens, het ecosysteem of ten aanzien van verspreiding bij het gebruik wonen met tuin/volkstuinen/moestuinen.
Daarnaast is gebleken dat bij het vervangen van drinkwaterleidingen in 2017 mogelijk de drinkwaterkwaliteit is beïnvloed. Ook hier geeft nader onderzoek aan dat er geen sprake is van gezondheidsrisico’s.
De locatie is reeds gesaneerd en wordt beschouwd als geschikt om er te wonen. Zie verder antwoorden 1 en 4.
De Wet bodembescherming en onderliggende regelgeving bieden voldoende aanknopingspunten voor decentrale overheden en de toezichthouder om situaties waar bodemverontreiniging aan de orde is adequaat aan te pakken. Zodra een verontreiniging aan het licht komt bij graafwerkzaamheden, zoals in het geval van de betreffende locatie in Warmenhuizen, kunnen de lokale overheden met de initiatiefnemer zo nodig maatregelen treffen.
De Drinkwaterwet biedt de mogelijkheid om in te grijpen zodra de kwaliteit van het drinkwater in het geding is. De betrokken instanties hebben gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.
Decennialang is er veel tijd en geld besteed aan de aanpak van de bodemverontreiniging. Vele locaties zijn gesaneerd. In het Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties (2010–2015) en het Convenant Bodem en Ondergrond 2016–2020 zijn afspraken vastgelegd tussen het Rijk en decentrale overheden over de inventarisatie en aanpak van verontreinigde locaties. De ambitie van partijen is dat aan het eind van 2020 de gevallen van ernstige bodemverontreiniging met onaanvaardbare humane, ecologische of verspreidingsrisico’s («spoedlocaties») zijn gesaneerd of de risico’s in elk geval zijn beheerst.
Ondanks de zorgvuldig uitgevoerde inventarisatie kan het voorkomen dat er andere verontreinigde locaties worden ontdekt, bijvoorbeeld in het kader van herontwikkeling van locaties. Nader onderzoek moet dan uitmaken of er sprake is van onacceptabele risico’s.
Ik zie op dit moment geen aanleiding om een nadere inventarisatie naar verontreinigingen te doen.
Het RIVM adviseert mij over risico’s voor de mens en de omgeving behorende bij een bepaalde mate van verontreiniging van de bodem. De adviezen hebben geleid tot een normenkader zoals opgenomen in de Wet bodembescherming en onderliggende regelgeving. Zo nodig kan een provincie of een gemeente het RIVM vragen extra onderzoek te verrichten voor een specifiek geval. Het normenkader biedt in beginsel voldoende bescherming voor de volksgezondheid. Nieuwe inzichten omtrent de risico’s en mogelijke maatregelen kunnen aanleiding voor mij zijn om u voor te stellen de normen voor de kwaliteit van de bodem aan te passen. Op dit moment is hiervoor geen aanleiding.
De verantwoordelijkheid voor het leveren van drinkwater ligt bij de eigenaar van het drinkwaterbedrijf. De ILT ziet toe op de naleving van de Drinkwaterwet en is over de kwestie geïnformeerd. De ILT heeft aan het RIVM verzocht om op basis van de beschikbare gegevens een risico-inschatting te maken. Het RIVM geeft aan dat er geen gevaar voor de gezondheid van bewoners is gezien de korte blootstelling en relatief lichte overschrijding.
Op 14 november 2017 ontving ik Kamervragen van het lid Van Raan over het nieuws dat inwoners van Warmenhuizen al 25 jaar op sterk vervuilde bodem leven. Vanwege de benodigde afstemming is er geen gelegenheid de beantwoording binnen de daartoe gestelde termijn te realiseren. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.