Ingediend | 29 juni 2017 |
---|---|
Beantwoord | 18 september 2017 (na 81 dagen) |
Indieners | Geert Wilders (PVV), Vicky Maeijer (PVV), Sietse Fritsma (PVV) |
Beantwoord door | Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z09336.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2731.html |
Ja
Gegevens van de Europese Commissie bevestigen dat in de laatste week van juni ruim 12.000 migranten in Italië zijn aangekomen. Het aantal aankomsten wisselt echter sterk, mede afhankelijk van de weersomstandigheden. In vergelijking met dezelfde periode vorig jaar is sprake van een zeer lichte stijging van ongeveer 1%. Tot en met 30 juli jl. zijn in 2017 circa 94.800 migranten in Italië aangekomen. Tot op heden blijft de eerder verwachte grote toename van het aantal aankomsten uit.
Dat een onverminderd aantal migranten hun levens blijven wagen door gebruik te maken van de cynische diensten van mensensmokkelaars is evident en onacceptabel. Het kabinet is dan ook verheugd met het actieplan dat de Europese Commissie op 4 juli presenteerde met aanvullende acties om de druk op de Centraal-Mediterrane route te verlichten. Het ingezette beleid zal verder worden geïntensiveerd en er zal voortgebouwd worden op de reeds behaalde resultaten. Zoals ook weer door recente berichtgeving is bevestigd2, is een recordaantal migranten vanuit Libië en andere transitlanden langs de route zoals Niger vrijwillig teruggekeerd naar hun landen van herkomst. Ook is de Libische Kustwacht steeds beter in staat om de eigen territoriale wateren te controleren en wordt mede daardoor voorkomen dat nog meer migranten in levensbedreigende situaties op zee komen. Dit verklaart ook deels waarom het aantal aankomsten t.o.v. vorig jaar relatief gelijk loopt en bevestigt het belang om deze aanpak voort te zetten.
Migranten worden in Italië middels de hotspotaanpak geregistreerd en opgevangen, waarna men een asielaanvraag kan doen. Indien de asielzoeker in aanmerking komt voor herplaatsing, kan deze worden overgebracht naar een andere EU lidstaat. Indien de asielaanvraag wordt afgewezen of daar geen sprake van is, is terugkeer aan de orde. Italië heeft meerdere maatregelen getroffen, waaronder een intensivering van grenscontroles, om te voorkomen dat migranten onrechtmatig doorreizen naar andere EU lidstaten en daar asiel aanvragen. Indien dat onverhoopt toch gebeurt, worden zij in beginsel op basis van de Dublinverordening teruggestuurd naar Italië.
In het Actieplan van 4 juli jl. dringt de Commissie er bij Italië op aan om reeds aangekondigde maatregelen versneld door te voeren. Deze maatregelen zijn er vooral op gericht om de terugkeerinspanningen te vergroten. Expliciet wordt Italië opgeroepen om het aantal locaties waar de hotspotaanpak wordt toegepast te vergroten, de opvang- en detentiecapaciteit significant uit te breiden en maatregelen te introduceren die de detentietermijn verlengen en de asielprocedures, inclusief de bezwaarprocedures, te verkorten. De Commissie stelt hiervoor per direct € 35 miljoen ter beschikking.
Tijdens de informele JBZ-raad van 6 en 7 juli jl. is ook gesproken over de ondersteuning aan Italië om een effectief migratiebeleid te voeren. De lidstaten hebben daarvoor hun steun uitgesproken. Het is duidelijk dat het merendeel van de migranten die aankomen in Italië geen zicht op legaal verblijf in de EU heeft. Het verbeteren van terugkeer is dan ook noodzakelijk om de situatie in Italië beheersbaar te kunnen houden.
Uitgangspunt is dat buitenlandse schepen niet zonder toestemming de territoriale wateren van een kuststaat betreden. Volgens het zeerecht is deze afstand maximaal twaalf zeemijl (ruim 22 kilometer) uit de kust. Uit onder andere informatie van Frontex en de Italiaanse Kustwacht3, blijkt dat schepen van hulporganisaties de afgelopen jaren steeds dichter bij deze grens zijn gaan varen.
Zie antwoord vraag 4.
Naast de Europese missies EUNAVFOR MED Sophia en Frontex-operatie Triton, zijn verschillende non-gouvernementele organisaties in het Middellandse Zeegebied actief. Onder coördinatie van de Italiaanse autoriteiten nemen zij, naast de genoemde operaties en koopvaardijschepen, deel aan reddingsacties en nemen zij drenkelingen aan boord. Het gaat om zowel non-gouvernementele organisaties als Médecins Sans Frontières, Save the Children, Sea Watch, SOS Mediterranee, Sea Eye, Jugend Rettet en anderen als particuliere initiatieven zoals MOAS. Volgens verschillende schattingen worden ca. 40% van de migranten die in Italië aankomen via de Centraal Middellandse Zeeroute door ngo’s aan wal gebracht.
Zoals in de beantwoording op eerdere schriftelijke vragen is aangegeven, ontvangen deze organisaties geen subsidies of andere vormen van financiering voor hun activiteiten op de Middellandse Zee.4
Tijdens het Algemeen Overleg ter voorbereiding op de informele JBZ-raad van 6 en 7 juli jl. is ook over dit onderwerp gesproken. Deze organisaties verrichten in de meeste gevallen ook ander werk en leveren belangrijke bijdragen aan bijvoorbeeld de opvang van migranten en de bescherming van (alleenstaande) minderjarigen in de regio, maar ook in Europa. Het is dan ook niet wenselijk om alle ngo’s op voorhand over één kam te scheren. Het kabinet meent dat de uitkomsten van het Italiaanse onderzoek naar de vermeende betrokkenheid van ngo’s bij mensensmokkel eerst moeten worden afgewacht, alvorens conclusies te trekken over de financiële relatie met deze organisaties.
Het is het kabinet bekend dat verschillende koopvaardijschepen die onder de Nederlandse vlag varen op hun doorreis door het Middellandse Zeegebied, gehoor hebben gegeven aan verzoeken van de Italiaanse overheid om deel te nemen aan reddingsoperaties op zee, conform hun verplichting op grond van het geldende zeerecht. Hoeveel en welke dit precies zijn is niet bekend. Schepen zijn niet verplicht hun deelname aan reddingsoperaties die op verzoek van andere kuststaten plaatsvinden te melden bij de autoriteiten van de vlaggenstaat.
Voordat een schip in Nederland teboekgesteld kan worden, moet een aanvraag worden ingediend bij de Inspectie Leefomgeving en Transport voor een nationaliteitsverklaring, waarbij gegevens moeten worden overgelegd waaruit kan worden afgeleid dat de reder of eigenaar voldoet aan de vereisten voor inschrijving. Zo wordt zekerheid verschaft dat het schip bestaat en dat degene die de aanvraag voor inschrijving indient daadwerkelijk de gerechtigde is van het schip of namens de gerechtigde optreedt (identificatie van schip en eigenaar). Na inschrijving in het scheepsregister is het schip een Nederlands schip. Daarna kan de reder of eigenaar een zeebrief aanvragen waarmee wordt aangetoond dat het schip gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren. Dit geldt ook voor pleziervaartuigen.
Kortom, het enkel voeren van de Nederlandse vlag betekent nog niet dat er een vlaggenstaatrelatie ontstaat. Hiervoor is inschrijving in het scheepsregister benodigd.
Naast een vlaggenstaatrelatie kunnen ook op een andere wijze relaties tussen Nederland en de eigenaren en bemanning van een schip bestaan. Welke juridische consequenties dat heeft, zal per individueel geval moeten worden beoordeeld.
Voor zover het kabinet bekend, staat op dit moment alleen ten aanzien van de «Iuventa» vast – dat wordt gebruikt door de Duitse ngo Juggend Rettet – dat dit een ngo schip is dat onder de Nederlands vlag vaart tussen Libië en Italië. Dit schip is onderdeel van een lopend Italiaans strafrechtelijk onderzoek.
IOM richt zich op het bevorderen van waardige, ordelijke en veilige manieren van migratie en op het bestrijden van irreguliere migratie. IOM beschikt over operationele capaciteit om transit- en herkomstlanden te ondersteunen bij het versterken van hun migratiemanagement en om de bescherming van vluchtelingen en kwetsbare migranten te verbeteren. Daarnaast levert IOM een belangrijke bijdrage aan het ondersteunen van landen op het gebied van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers en irreguliere migranten in hun landen van herkomst. Voor 2017 is een Nederlandse bijdrage van EUR 22 miljoen aan IOM-programma’s voorzien. Hiermee wordt een breed scala aan activiteiten ondersteund, zoals de vrijwillige terugkeer van ex-asielzoekers en irreguliere migranten uit Nederland, de inzet van diaspora voor ontwikkeling in hun land van oorsprong, de terugkeer en herintegratie van gestrande migranten vanuit Libië en Marokko en dataverzameling over migratiestromen in Oost- en Noord-Afrika.
De uitspraak van IOM verwijst naar reguliere migratie. Verreweg het grootste deel van de migratie in de wereld is regulier. De huidige migratieproblematiek in Nederland en Europa hangt vooral samen met illegale en irreguliere migratiestromen, die plaatsvinden buiten de geldende regelgeving om. Het kabinet spant zich in om irreguliere migratie tegen te gaan, de grondoorzaken van migratie te adresseren, en migratiestromen richting Europa beheersbaar te houden. IOM levert hieraan een zichtbare bijdrage. Het kabinet ziet derhalve geen reden om de financiering van deze organisatie stop te zetten
Zoals u bekend, vindt het kabinet dat het categorisch sluiten van de Nederlandse grenzen voor bepaalde groepen mensen geen realistische, laat staan een structurele oplossing is voor het complexe migratievraagstuk. De Grondwet staat discriminatie niet toe. Een dergelijke maatregel miskent bovendien de negatieve impact op de Nederlandse economie. In plaats van achter onze grenzen te wachten, spant het kabinet zich in om in samenwerking met Europese partners, de Europese Commissie en belangrijke landen van transit en herkomst, afspraken te maken om deze migratie- en vluchtelingenstromen beheersbaar te houden. Een alomvattende aanpak is nodig. Zo’n aanpak kan Nederland niet alleen uitvoeren, maar dient in Europees verband plaats te vinden.
Voor een verdere uitleg, verwijst het kabinet u naar de eerdere beantwoording van deze zelfde vraag.5
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Fritsma, Maeijer en Wilders (PVV) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat Italië weer wordt overspoeld met migranten (ingezonden 29 juni 2017) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.