Ingediend | 18 april 2017 |
---|---|
Beantwoord | 2 juni 2017 (na 45 dagen) |
Indieners | Gert-Jan Segers (CU), Joël Voordewind (CU), Kees van der Staaij (SGP), Martin Bosma (PVV), Han ten Broeke (VVD), Raymond Knops (CDA) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie religie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z05193.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2004.html |
De handhaving van de openbare orde in Rotterdam is de verantwoordelijkheid van de burgemeester van Rotterdam. Hij legt daarover verantwoording af aan de gemeenteraad. Overigens heeft de organisatie uiteindelijk zelf besloten af te zien van een stille tocht.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Het handhaven van de openbare orde is de verantwoordelijkheid van de burgemeester. De burgemeester van Rotterdam heeft bij de genoemde manifestaties in nauw overleg met de politie een afweging gemaakt over de wijze waarop de openbare orde het beste kon worden gehandhaafd. Op basis van de door de burgemeester gemaakte afweging, heeft de organisatie besloten de tocht niet door te laten gaan. In soortgelijke toekomstige situaties zal een burgemeester ook steeds in overleg met de politie bezien op welke wijze de openbare orde het meest adequaat kan worden gehandhaafd. Ik zal niet treden in de bevoegdheden van burgemeesters.
Zie antwoord vraag 4.
Op 18 april jl. hebben de leden Voordewind en Segers (beiden ChristenUnie), Knops (CDA), Ten Broeke (VVD), Bosma (PVV) en Van der Staaij (SGP) schriftelijke vragen gesteld over de verboden stille tocht van Christenen voor Israel in Rotterdam (kenmerk 2017Z05193). Vanwege de voor de beantwoording benodigde informatie vanuit de gemeente kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord. Ik streef er naar de vragen uiterlijk medio mei te beantwoorden.