Ingediend | 19 juli 2016 |
---|---|
Beantwoord | 31 augustus 2016 (na 43 dagen) |
Indiener | Sjoera Dikkers (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | economie natuur en milieu organisatie en beleid stoffen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z14887.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3386.html |
Ja.
Het bericht «Opnieuw vervuilende stoffen aangetroffen in voedsel supermarkten»2 is niet gebaseerd op gegevens van de NVWA maar op onderzoek van de niet-gouvernementele organisatie Foodwatch3.
In mijn antwoorden van 23 november 20154 op vragen van het lid Dik-Faber heb ik aangegeven dat de NVWA op dit moment niet op de aanwezigheid van de minerale oliën MOAH en MOSH in levensmiddelen controleert. De NVWA voert deze controles nu nog niet uit omdat er geen specifieke wettelijke limieten zijn en er vooralsnog onvoldoende wetenschappelijke duidelijkheid over het risico bestaat. Nederland zal, zoals ik in mijn antwoorden van 22 juni 20165 op aanvullende vragen van het lid Dik-Faber heb aangegeven, binnenkort deelnemen aan Europees monitoringsonderzoek naar minerale oliën in levensmiddelen. Dit onderzoek wordt nu voorbereid en zal in 2017 nog doorlopen.
Zoals ik in de antwoorden van 23 november 2015 heb aangegeven, ontbreken specifieke wettelijke limieten omdat het nog onduidelijk is welke schadelijke stoffen in de minerale oliën het precies betreft en in welke mate deze schadelijk zijn en omdat geschikte analysemethoden nog niet beschikbaar zijn. De nationale en Europese regelgeving schrijft wel voor dat verpakkingsmaterialen geen stoffen mogen afgeven in hoeveelheden die schadelijk kunnen zijn voor de volksgezondheid. Omdat er vooralsnog onvoldoende wetenschappelijke duidelijkheid over het risico bestaat, heeft de NVWA geen basis om op te treden. In mijn antwoord van 22 juni 2016 heb ik aangegeven dat van het vaststellen van wettelijke normen pas sprake kan zijn als de resultaten van het Europese onderzoek bekend zijn. Op basis van die resultaten zal bezien worden of maatregelen noodzakelijk zijn en welke maatregelen dan het meest geschikt zijn om de gevonden risico’s te borgen.
Tot slot wil ik benadrukken dat bedrijven (producenten en supermarkten) de verantwoordelijkheid hebben te zorgen dat de producten die zij op de markt brengen veilig zijn. Zoals ik in mijn antwoord van 22 juni jl. heb aangegeven onderneemt de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) actie en zal ik de ontwikkelde instrumenten laten toetsen op volledigheid en effectiviteit. Recent hebben enkele supermarkten aangegeven normen te gaan stellen aan de aanwezigheid van minerale oliën in producten.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
De vragen van het Kamerlid Dikkers (PvdA) over de vervuiling van supermarktproducten (2016Z14887) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat de afstemming over de beantwoording van deze Kamervragen langer in beslag neemt.Ik zal u zo spoedig mogelijk na het reces de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.