Ingediend | 7 juli 2016 |
---|---|
Beantwoord | 30 augustus 2016 (na 54 dagen) |
Indiener | Michiel van Veen (VVD) |
Beantwoord door | Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA) |
Onderwerpen | cultuur cultuur en recreatie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z14238.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3352.html |
Ja.
Het Van Gogh Museum ontvangt subsidie voor de publieksactiviteiten en voor het beheer en behoud van de collectie en de gebouwen. Uit de jaarlijkse verantwoordingen die het Van Gogh Museum heeft ingediend is niet gebleken dat de subsidie aan andere doeleinden is besteed dan waarvoor zij is verleend.
Zie bijlage.
Ja. De mogelijkheid om te reserveren in een bestemmingsfonds is een belangrijke stimulans om efficiënt te werken, doelmatig te functioneren en eventuele fluctuaties op te vangen. Indien een instelling die naast de subsidie ook eigen inkomsten heeft geld overhoudt, moet worden bepaald welk deel daarvan is toe te rekenen aan de eigen inkomsten en welk deel aan de ontvangen subsidie. Het is redelijk om daarbij een verdeling naar evenredigheid aan te houden.
Als subsidieverstrekker heb ik geen inzicht in de belastingaangifte en -afdracht van het Van Gogh Museum. Dit loopt rechtstreeks tussen het museum en de Belastingdienst.
Het Van Gogh Museum is al jaren een van de best bezochte musea van Nederland. Daarnaast is deze organisatie succesvol in het beheersen van de kosten en het genereren van inkomsten in aanvulling op de publieksinkomsten. Hoe de resultaten van het Van Gogh Museum zich verhouden tot die van de overige musea in de Culturele Basisinfrastructuur valt te lezen in de jaarlijkse uitgave «Cultuur in Beeld», laatstelijk aan Uw Kamer aangeboden op 12 november 2015.
Ik hecht er ook aan te melden dat het Van Gogh Museum veel aandacht besteedt aan educatieve activiteiten en toonaangevend kunsthistorisch onderzoek doet op het gebied van de kunstenaars Van Gogh en H.W. Mesdag.
Zie het antwoord op vraag 2.
Het Wob-verzoek is, gelet op de aard en de inhoud van de gevraagde informatie, afgewezen op basis van de weigeringsgrond onevenredige benadeling van de bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel derden (artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob).
Openbaarmaking van de gevraagde informatie zou het Van Gogh Museum namelijk onevenredig benadelen dan wel concurrenten onevenredig bevoordelen. Als belanghebbende moet het Van Gogh Museum erop kunnen vertrouwen dat bedrijfsvertrouwelijke of anderszins concurrentiegevoelige informatie vertrouwelijk blijft. Het belang bij het voorkomen van onevenredig nadeel weeg ik hier zwaarder dan het algemene belang van openbaarmaking.
Vanzelfsprekend wil ik Uw Kamer, waar mogelijk, zo goed en volledig mogelijk informeren. Ook in dit geval is de gevraagde informatie beschikbaar. Wel hecht ik eraan die informatie op een zodanige wijze aan de Kamer beschikbaar te stellen dat recht wordt gedaan aan de privacy- en concurrentiegevoeligheid van de gevraagde stukken (zie ook het antwoord op vraag 8). Ik zal Uw Kamer de gevraagde stukken daarom desgewenst ter vertrouwelijke inzage geven.