Kamervraag 2016Z03331

Een boete voor de Leidse ‘plasticjager’

Ingediend 16 februari 2016
Beantwoord 14 maart 2016 (na 27 dagen)
Indiener Karin Straus (VVD)
Beantwoord door Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen natuur en milieu stoffen
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z03331.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1868.html
  • Vraag 1
    Kent u het artikel «Leidse «plasticjager» krijgt € 3.000,– boete voor overtreden leerplichtwet»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u bevestigen dat u eerder een brief stuurde, waarin u aangaf meer maatwerk in de leerplichtwet na te streven wanneer scholieren tijdelijk verblijven in het buitenland, mits vervangend onderwijs wordt geboden?2 Verwacht u dat deze toename in maatwerk tot minder boetes leidt, zoals in het geval van de Leidse «plasticjager»?

    Bij brief van 18 november jl. is uw Kamer inderdaad door mij geïnformeerd over mijn voornemen het voor kinderen van reizende ouders mogelijk te maken om onder strikte voorwaarden tijdelijk onderwijs op afstand te volgen. Deze kinderen mogen gedurende een periode afstandsonderwijs volgen. Het gaat dan om een periode van maximaal 6 maanden in het primair onderwijs en daarbij de mogelijkheid om ook in het voortgezet onderwijs nog een periode van maximaal 6 maanden afstandsonderwijs te volgen. Afspraken hierover worden in overleg met en onder verantwoordelijkheid van de school vastgelegd in een individueel onderwijsplan en uitgevoerd. Ik verwacht inderdaad dat deze toename in maatwerkmogelijkheden zal leiden tot minder boetes op het moment dat de Leerplichtwet 1969 (verder aangeduid als Leerplichtwet) hiertoe is gewijzigd.

  • Vraag 3
    Vindt u het belangrijk dat een leerplichtambtenaar de reden voor tijdelijk verblijf in het buitenland, zoals in het geval van de «plasticjager» bijvoorbeeld een bijdrage leveren aan een maatschappelijk probleem, betrekt bij zijn oordeel? Welk afwegingskader speelt daarbij een rol?

    De Leerplichtwet biedt op dit moment geen ruimte voor tijdelijk verblijf in het buitenland met leerplichtige kinderen, zoals voor het maken van een wereldreis of een zeiltocht. Ook niet als er tijdens die reis een bijdrage wordt geleverd aan het oplossen van een maatschappelijk probleem. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 aangaf, heb ik aan uw Kamer voorgesteld het mogelijk te maken reizen te ondernemen met leerplichtige kinderen, mits er met de school afspraken worden gemaakt over het onderwijs op afstand en de leerplichtambtenaar hierbij wordt betrokken.
    De komende periode zal ik gebruiken om, samen met het veld en uw Kamer, de voorstellen nader uit te werken in een wetsvoorstel dat naar verwachting dit najaar voor openbare internetconsultatie zal worden aangeboden. Tot de inwerkingtreding daarvan, gelden de huidige bepalingen in de Leerplichtwet. Leerplichtambtenaren, die toezicht houden op de naleving van de Leerplichtwet, kunnen daarom nu nog niet in de geest van deze nieuwe maatwerkmogelijkheden handelen.

  • Vraag 4
    Welke houding van de leerplichtambtenaar verwacht u wanneer ouders constructief het gesprek willen aangaan over het tijdelijk verblijf van hun leerplichtig kind in het buitenland? Deelt u de mening dat deze gericht moet zijn op de mogelijkheden in plaats van de onmogelijkheden?

    Zie hiervoor het antwoord op vraag 3.

  • Vraag 5
    Vindt u een periode van maximaal zes maanden fulltime afstandsonderwijs, zoals u in uw brief schetst, voldoende? Gaan uw voorstellen maatwerk voor uitzonderingen bieden op dit punt? Graag een toelichting.

    Ondanks dat het technisch goed mogelijk is op reis het onderwijs vorm te geven en contact met school te onderhouden over de lesstof, blijft mijn uitgangspunt dat onderwijs overwegend op school zou moeten plaatsvinden. Kinderen hebben in de klas hun sociale contacten en zijn onderdeel van het groepsproces gedurende een schooljaar. Ik vind het daarom belangrijk de periode van fysieke afwezigheid van school te beperken tot maximaal zes maanden in het primair onderwijs en een periode van maximaal zes maanden in het voortgezet onderwijs. Dit geldt wat mij betreft voor alle kinderen, onafhankelijk van de reden van hun (tijdelijke) verblijf in het buitenland.

  • Vraag 6
    Er komen voorstellen die meer maatwerk mogelijk maken; in hoeverre kunnen leerplichtambtenaren nu al in de geest van deze nieuwe maatwerkmogelijkheden handelen?

    Zie hiervoor het antwoord op vraag 3.

  • Vraag 7
    Kunt u deze vragen vóór de dag van de leerplicht op 17 maart aanstaande beantwoorden?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z03331
Volledige titel: Een boete voor de Leidse ‘plasticjager’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-1868
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Straus inzake een boete voor de Leidse 'plasticjager'