Ingediend | 4 februari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 16 februari 2016 (na 12 dagen) |
Indieners | Attje Kuiken (PvdA), Manon Fokke (PvdA) |
Beantwoord door | Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD) |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z02336.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1539.html |
Ja.
Indien een gebruiker een onroerende zaak niet meer nodig heeft, draagt deze gebruiker de onroerende zaak over aan het Rijksvastgoedbedrijf. Vervolgens gaat het Rijksvastgoedbedrijf, conform de reallocatieprocedure, bij andere overheden na of aan deze zaak een andere bestemming in de publieke sfeer kan worden gegeven. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft de Prinses Julianakazerne aangeboden aan het COA ter huisvesting van asielzoekers en daarna aan de gemeente ter huisvesting van statushouders.
Het is de verantwoordelijkheid van het COA om geschikte opvanglocaties te vinden. Als er plannen komen voor de vestiging van een nieuwe opvanglocatie, dan wordt in een vroegtijdig stadium met de gemeente overlegd, waarbij het aan de betreffende gemeente is om een inschatting te maken van het maatschappelijke draagvlak voor een locatie.
Het taalgebruik uit de e-mail, zoals gemeld in het Algemeen Dagblad, wekt de suggestie dat de aanwezigheid van bestuurders verschil kan maken. Dat kan en mag niet het geval zijn. Uit het feitelijk handelen van het Rijksvastgoedbedrijf blijkt ook dat dit niet het geval is: de Prinses Julianakazerne is aan het COA aangeboden ter huisvesting van asielzoekers en daarna aan de gemeente ter huisvesting van statushouders.
Zie beantwoording van de Kamervragen 2 t/m 4 van het lid Voortman (GroenLinks) d.d. 4 februari 2016 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1537).
Zie antwoord vraag 3.
Zie ook de laatste alinea van het antwoord op vraag 2.
Het COA maakt geen gebruik van «een omgevingsanalyse» of «sociale kaart». Bij een besluit over asielopvang door het COA speelt op geen enkele manier mee of en welke bestuurders er in de buurt wonen. Er zijn om deze reden geen locaties afgewezen door het COA. Zie verder de beantwoording van de Kamervragen 2 t/m 4 van het lid Voortman (GroenLinks) d.d. 4 februari 2016. (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1537).
Zie antwoord vraag 5.