Kamervraag 2016Z02221

Het artikel ‘Wagenings onderzoek statiegeld onzorgvuldig’

Ingediend 3 februari 2016
Beantwoord 22 maart 2016 (na 48 dagen)
Indiener Remco Dijkstra (VVD)
Beantwoord door Sharon Dijksma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA)
Onderwerpen afval economie handel natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z02221.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1990.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het artikel «Wagenings onderzoek statiegeld onzorgvuldig»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Van wie zijn de 14 bij de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) van de Wageningen Universiteit ingediende klachten afkomstig? Als een klacht namens een derde ingediend is, bijvoorbeeld een advocaat of belangengroep, wie is dan achterliggend opdrachtgever of belanghebbende?

    Het artikel «Wagenings onderzoek statiegeld onzorgvuldig» heeft betrekking op het oordeel van de onafhankelijke Commissie Wetenschappelijk Integriteit van de Universiteit van Wageningen.
    Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) is geen opdrachtgever van het destijds door Wageningen University and ResearchCentre (WUR) uitgevoerde onderzoek en heeft geen betrokkenheid bij de klachten die bij de CWI zijn ingediend. Het ministerie heeft, naast de publicatie van de WUR op haar website, geen verdere kennis van deze zaak. Voor nadere informatie verwijs ik u naar de WUR.

  • Vraag 3
    Hoe oordeelt u over de klachten? Waren de klachten er op gericht om het rapport van Wageningen UR (WUR) te ondermijnen?

    Zie mijn antwoord op vraag 2.

  • Vraag 4
    Deelt u de analyse van Trouw dat het WUR-rapport beïnvloed is vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu of dat van Economische Zaken? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, waarom niet?

    Ja, er is invloed uitgeoefend door het Ministerie van IenM. In de periode vanaf 21 maart 2012 heeft een aantal betrokken partijen in het statiegelddossier commentaar geleverd op de kostenonderbouwing van het statiegeldsysteem in het rapport, waaronder het ministerie. Binnen het Ministerie van IenM is op ambtelijk niveau de opdracht gegeven contact te leggen met de onderzoekers van de WUR. Doel van het contact met de WUR was, om een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van de kosten van het statiegeldsysteem. Daarnaast heeft het ministerie de WUR gevraagd de afronding van het onderzoek te bespoedigen, zodat het ministerie, conform de toezegging tijdens het vervolg AO van 27 maart, het rapport tijdig naar de Kamer kon toesturen.
    Het Ministerie van IenM heeft aan de onderzoekers van de WUR de optie voorgelegd om naast de gehanteerde bedrijfsmatige kosten, ook een kostenberekening van het statiegeldsysteem vanuit algemeen maatschappelijk perspectief op te nemen. Dit is vanuit overheidsperspectief een gebruikelijke benaderingswijze. Zo zijn bepaalde bedrijfskosten zoals belastingen vanuit maatschappelijk perspectief neutraal, omdat er belastinginkomsten tegenover staan. Bepaalde meevallers bij de bedrijfskosten van het statiegeldsysteem, zoals niet ingeleverde statiegeldflessen of -bonnetjes, zijn vanuit maatschappelijk perspectief geen meevallers. Niet ingeleverde statiegeldflessen moeten buiten het statiegeldsysteem alsnog afgevoerd worden waaraan voor de maatschappij als geheel kosten zijn verbonden.
    De WUR heeft op basis van de commentaren van verschillende partijen het conceptrapport geactualiseerd en op 6 april 2012 aan het Ministerie van IenM aangeboden.2 Vervolgens is deze geactualiseerde versie op 10 april 20123 door de Staatssecretaris naar de Tweede Kamer gestuurd.
    Voor mijn bevindingen en mijn opvatting over de gang van zaken verwijs ik u naar de begeleidende brief.
    Het Ministerie van Economische Zaken was niet betrokken bij de totstandkoming van het rapport.

  • Vraag 5
    Hoe oordeelt u over het feit dat Wageningen Universiteit inmiddels de volgende verklaring heeft doen uitgaan: «Geen schending van de wetenschappelijke integriteit bij het onderzoek naar statiegeld»?

    Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 2.

  • Vraag 6
    Wat vindt u van de ontstane beeldvorming? Geeft het artikel in Trouw een volledig en juist beeld van het proces rondom beïnvloeding? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom geeft het geen volledig en juist beeld?

    Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 4 en de begeleidende brief.

  • Vraag 7
    Op welke manier hebben groene non-gouvernementele organisaties (NGO’s) invloed gehad op het besluit om het afschaffen van statiegeld uit te stellen? Kunt u breder ingaan op de rol van NGO’s of belangengroepen bij de Raamovereenkomst Verpakkingen?

    Er is door het Ministerie van IenM regelmatig contact geweest met verschillende stakeholders naast de partijen die de Raamovereenkomst hebben gesloten. Dit betrof onder andere Recycling Netwerk, Stichting Natuur en Milieu, Tomra en de NVRD (Koninklijke Vereniging voor Afval en Reinigingsmanagement). Ik zie het als de rol van de overheid om met alle stakeholders contacten te onderhouden bij de beleidsontwikkeling en -uitvoering. NGO’s hebben zich in het debat gemengd.
    In de Raamovereenkomst Verpakkingen zijn zeven prestatiegaranties opgenomen waaraan het verpakkende bedrijfsleven zou moeten voldoen om de vrijheid te krijgen om het instrument statiegeld al dan niet in te zetten. Deze prestatiegaranties zijn door de Kamer ingebracht (motie van der Werf TK, 2011–2012, 20 872, nr. 87). In 2015 bleek dat aan eén van de prestatiegaranties niet is voldaan (pvc in verpakkingen in supermarkten). Daarop is door de toenmalige Staatssecretaris besloten het statiegeld niet vrij te geven.

  • Vraag 8
    Welke rol speelt de Stichting Natuur en Milieu in het dossier statiegeld? Is het niet frappant dat de directeur van deze Stichting tevens bestuurslid is van CE Delft, terwijl dit onderzoeksbureau in opdracht emballagefabrikant Tomra een contra-expertise uitvoerde op het rapport uit Wageningen? Zijn er nog andere NGO’s, zoals bijvoorbeeld het Recycling Netwerk dat mede gefinancierd is door Tomra, die invloed proberen uit te oefenen op de besluitvorming? Zo ja, op welke manier? Hoe gaat u hierover openheid van zaken geven?

    In de periode van het tot stand komen van het WUR-rapport in 2012 is de Stichting Natuur en Milieu niet actief geweest in het dossier. In de periode daarna heeft de Stichting Natuur en Milieu zich actiever in het debat gemengd. Dit blijkt o.a. uit hun deelname in de brede coalitie om te komen tot een aanpak van kleine flesjes en blikjes. Met Recycling Netwerk vond periodiek overleg plaats. Daarbij is ook gesproken over het statiegeldsysteem.
    In het rapport van CE Delft is aangegeven dat Tomra opdrachtgever is van deze studie. Zie verder het antwoord op vraag 7.

  • Vraag 9
    Welke argumenten zijn leidend geweest in uw afweging om de vrijgave van statiegeld te (her-)overwegen? Wijken deze argumenten af van de argumenten die de twee u voorgaande staatssecretarissen van Infrastructuur en Milieu in de Kamer hebben geuit? Is de Kamer volledig, of juist eenzijdig en verkeerd geïnformeerd? Indien dit niet het geval is, wat gaat u doen om deze indruk en valse voorstelling van zaken weg te nemen?

    In 2015 bleek dat niet is voldaan aan één van de prestatiegaranties verbonden aan de vrijgave van het statiegeld. Daarmee verviel de bepaling in de Raamovereenkomst. Ik overweeg niet dit besluit te wijzigen. Ik wijk daarmee niet af van mijn voorganger.
    Mijn voorgangers hebben in de relevante overleggen met de Kamer en brieven steeds aangegeven dat de hoogte van de kosten van het statiegeldsysteem geen argument is bij het vraagstuk van de vrijgave. Het realiseren van de milieudoelen stond en staat nog steeds voorop. In de evaluatie van de Raamovereenkomst zal aandacht besteed worden aan alle instrumenten en uiteraard aan de realisatie van de doelstellingen. Tevens zal in de evaluatie aandacht worden besteed aan de kosten die gemoeid zijn met het statiegeldsysteem en andere inzamelsystemen.
    Wat betreft het informeren van de Kamer verwijs ik naar mijn begeleidende brief.

  • Vraag 10
    Verwacht u dat de discussie van invloed is op de Raamovereenkomst Verpakkingen die geldig is tot 2022 en lange termijn doelen stelt? Zo ja, hoe?

    In de Raamovereenkomst Verpakkingen is afgesproken om in 2017 een evaluatie uit te voeren. Deze evaluatie wordt nu gestart zodat de resultaten begin 2017 beschikbaar zijn.

  • Mededeling - 19 februari 2016

    Op 28 januari en 3 februari jongstleden ontving ik schriftelijke vragen van de leden Cegerek (PvdA), Dijkstra (VVD) en Dik-Faber (CU) over (berichten over) het onderzoeksrapport statiegeld van de Universiteit Wageningen. Ik zal u de gevraagde antwoorden zo snel mogelijk na het krokusreces toesturen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z02221
Volledige titel: Het artikel ‘Wagenings onderzoek statiegeld onzorgvuldig’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-1990
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Dijkstra over het artikel ' Wagenings onderzoek statiegeld onzorgvuldig'