Kamervraag 2016Z00642

Giftige bontkragen op kinderjassen

Ingediend 15 januari 2016
Beantwoord 3 maart 2016 (na 48 dagen)
Indieners Henk van Gerven , Marianne Thieme (PvdD)
Beantwoord door Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD)
Onderwerpen natuur en milieu stoffen
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z00642.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1688.html
  • Vraag 1
    Kent u het onderzoek van Kassa en Bont voor Dieren naar giftige stoffen in bontkragen, waaruit blijkt dat bontkragen hoge concentraties van het zeer giftige formalhyde en ethoxylaten bevatten, tot soms wel 30 keer zo hoog als de richtlijn van textiel toestaat?1

    Ik ken het onderzoek maar de NVWA bestrijdt het standpunt dat de gevonden concentraties formaldehyde en ethoxylaten boven de richtlijn lagen.

  • Vraag 2
    Erkent u dat hoge concentraties van formalhyde en ethoxylaten schadelijk kunnen zijn voor de vruchtbaarheid, irritaties kunnen veroorzaken en kankerverwekkend zijn? Zo nee, uit welke onderzoeken blijkt dat deze stoffen niet schadelijk hoeven te zijn voor de volksgezondheid?

    Ja.

  • Vraag 3
    Hoe beoordeelt u de conclusies van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) dat bontkragen veilig genoeg zijn, terwijl hoogleraar Milieuchemie en Toxicologie Jacob de Boer aangeeft dat «deze waarden zo hoog zijn dat zorgen over effecten door blootstelling aan deze stoffen terecht zijn»?

    De heer De Boer heeft op basis van expert judgment zorgen over de gevonden concentraties. Daarnaast heeft hij zorgen geuit over het feit dat in de geldende norm geen rekening is gehouden met de carcinogeniteit (kankerverwekkendheid) van formaldehyde. De NVWA heeft de resultaten van het onderzoek van Kassa als signaal opgepakt. Gekeken is naar de mate van blootstelling en de beschikbare toxicologische grenswaarden. De NVWA concludeert dat de feitelijke hoeveelheid giftige stoffen die uit het product kunnen vrijkomen onder het wetenschappelijk gezien acceptabele niveau liggen. Tevens heeft op mijn verzoek het RIVM naar de risico-inschatting van de NVWA gekeken. Het RIVM concludeert dat de inschatting door de NVWA aannemelijk is. Ik wil graag benadrukken dat bij deze inschatting ook de relatief nieuwe kennis over de carcinogeniteit van formaldehyde is meegenomen. Uit deze inschatting blijkt dat de zorgen van de heer De Boer niet gedeeld worden.

  • Vraag 4
    Hoe beoordeelt u het advies van hoogleraar Jacob de Boer «te kijken naar de normstelling van deze producten en het eventueel verbieden van deze producten»? Bent u bereid dit advies op te volgen, en over te gaan op het verbieden van bont in textielproducten op basis van volksgezondheidrisico’s? Zo nee, waarom niet?

    Normen voor blootstelling aan chemische stoffen worden continu geëvalueerd. Voor formaldehyde wordt op dit moment onderzocht of de concentraties van deze stof lager zouden kunnen en moeten in textiel. Hiervoor loopt op dit moment een EU-brede publieke consultatie gericht op mogelijke beperking van het gebruik in textiel van honderden risicostoffen, waaronder formaldehyde. De Nederlandse regering is voornemens op deze consultatie te reageren. De wetgeving rond nonylphenolethoxylaten is recent aangepast. Volgens EU Verordening 2016/262
    mogen deze stoffen per 3 februari 2021 niet meer in textiel gebruikt worden in concentraties hoger dan 0,01% (gewicht) vanwege de gevolgen van deze stof voor het milieu. Op dit moment zie ik geen reden om nationale maatregelen, zoals het verbieden van bont in textielproducten, te nemen op grond van volksgezondheidrisico’s.

  • Vraag 5
    Bent u bereid de betreffende jassen terug te laten roepen van de markt, en verdere verkoop te verbieden in verband met de aanwezige gifstoffen en consumenten te waarschuwen? Zo nee, waarom niet?

    Zoals ik al heb aangegeven in antwoord op de schriftelijke vragen van de leden Koşer Kaya, Verhoeven, Van Veldhoven en Dijkstra (vraagnummer 2016Z00639) is het de taak van de NVWA om te controleren of producten op de markt voldoen aan de wettelijke eisen en als deze eisen niet specifiek genoeg zijn of de producten desondanks een risico kunnen vormen voor de volksgezondheid. Op beide vragen die u stelt heeft de NVWA een negatief antwoord gegeven. Daarmee is er geen reden de producten uit de handel te nemen.

  • Vraag 6
    Hoeveel bontproducten heeft u laten testen op de aanwezigheid van gif in 2015, 2014 en 2013? Hoeveel bontproducten wilt u laten testen op de aanwezigheid van git in het jaar 2016, hoeveel fte wordt hierop ingezet, en hoeveel procent van de bontproducten wordt hiermee daadwerkelijk gecontroleerd op gif? Hoe wilt u bewerkstelligen dat er geen gifbont meer in de schappen ligt?

    De NVWA voert haar proactieve taak risicogebaseerd uit. Dat betekent dat de NVWA zich in haar toezicht vooral richt op producten die gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Ongeacht het bovenstaande kan de NVWA altijd aanleidinggericht onderzoek doen. Hierbij gaat het om onderzoek naar aanleiding van meldingen en klachten, zoals het signaal in de vorm van het rapport van Kassa. Buiten de beoordeling van het rapport van Bont voor Dieren zijn geen andere onderzoeken gedaan, omdat er geen meldingen en klachten zijn geweest. Naar aanleiding van het signaal van Kassa en Bont voor Dieren heeft de NVWA een beoordeling uitgevoerd, die aangeeft dat het risico van de blootstelling aan deze stoffen via textiel acceptabel is (zie antwoord op vraag 3).

  • Vraag 7
    Hoe beoordeelt u het feit dat veel consumenten niet weten of het bont op hun kraag van dierlijke of synthetische afkomst, zoals bleek uit de uitzending van Kassa? Bent u bereid, in het kader van het Nederlands Voorzitterschap, de verplichte etikettering van dierlijke materialen in textielproducten opnieuw in Brussel op de agenda te zetten? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet? Wilt u bij de beantwoording de uitvoering van de motie Gerkens (Kamerstuk 30 826, nr.2 meenemen?

    Ik vind het belangrijk dat consumenten goed worden voorgelicht over dierlijke producten in kleding, zodat zij in staat worden gesteld om bewuste keuzes te maken. Dit is ook het doel van de Textielverordening 1007/2011.
    Aan de motie Gerkens uit 2009 heeft Nederland uitvoering gegeven door deze bij de totstandkoming van de huidige etiketteringsverplichtingen in de Textielverordening in te brengen. Gevraagd is om een etiketteringsplicht voor bont in te voeren. De uitkomst van de onderhandelingen heeft geleid tot de huidige etiketteringsverplichtingen. Zie ook kamerstuk Aanhangsel nr. 1509, vergaderjaar 2010–2011.
    Betwijfeld kan worden of de huidige etiketteringsregels op grond van de Textielverordening het beoogde effect hebben. Daarom heeft Nederland in 2014 bij de evaluatie van de Textielverordening door de Europese Commissie ingebracht dat de labelling begrijpelijker zou moeten en dat op kleding en textielproducten waarin bont is verwerkt moet komen te staan «bevat bont». Verder is gevraagd om de Zwitserse etiketteringsmethode in beschouwing te nemen als de verordening wordt gewijzigd. In Zwitserland moet in het etiket staan welke diersoort er in de textielproducten of kleding is verwerkt, de productiewijze ervan en welk land van herkomst het dierlijk product heeft. Op grond van de binnengekomen reacties van de lidstaten heeft de Commissie echter besloten om de verordening niet te wijzigen.

  • Mededeling - 4 februari 2016

    De vragen van de leden Thieme (PvdD) en Van Gerven (SP) over giftige bont- kragen op kinderjassen (2016Z00642) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat de interdepartementale afstemming die nodig is voor de beantwoording van de vragen meer tijd vraagt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z00642
Volledige titel: Giftige bontkragen op kinderjassen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-1688
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Thieme en Van Gerven over over giftige bontkragen op kinderjassen