Ingediend | 2 november 2015 |
---|---|
Beantwoord | 1 december 2015 (na 29 dagen) |
Indiener | Attje Kuiken (PvdA) |
Beantwoord door | Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z20397.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-736.html |
Ja.
In principe geldt dat iedere economische migrant die zich voordoet als asielzoeker een onwenselijk verhoging van de druk op het asielstelsel betekent.
De registratie van asielzoekers in Griekenland verloopt op dit moment nog niet optimaal. Daarom wordt op EU niveau ingezet op een betere registratie en identificatie van vluchtelingen – met name middels de inrichting van hotspots in Griekenland. In de Raadsconclusies van de JBZ-Raad van 9 november 2015 is afgesproken om deze inzet te intensiveren met het oog op het operationeel krijgen van de geplande hotspots eind november. Naast financiële middelen uit de EU fondsen, ontvangt Griekenland ondersteuning van agentschappen als Frontex en EASO. Nederland levert in dit kader ook experts aan Frontex en EASO. Op 26 oktober jl. heeft Griekenland ongeveer 6 miljoen euro aan aanvullende noodfinanciering gekregen met het oog op het functioneren van de hotspots. In december wordt ook het voorstel van de Europese Commissie verwacht om het mandaat van Frontex te versterken, waardoor Frontex daadkrachtiger kan optreden aan de buitengrens, onder andere met leveren van bijstand bij het identificatie- en registratie proces.
Wat betreft de situatie in Nederland geldt het volgende. De IND beoordeelt aan de hand van de overgelegde documenten, afgelegde verklaringen en herkomstonderzoek de nationaliteit van elke vreemdeling die een aanvraag indient. Daarbij ligt de focus op de onderzoeken naar het paspoort, maar dit wordt in samenhang bezien met de andere documenten die de vreemdeling heeft afgegeven. Een herkomstonderzoek maakt derhalve standaard deel uit van de asielprocedure in Nederland.
Vreemdelingen uit Syrië vullen een uitgebreid formulier in met onder meer vragen over het land van herkomst en de documenten die zij bij zich hebben. De ervaring leert dat Syriërs in de regel een asielaanvraag en hun identiteit met meerdere documenten onderbouwen. Voor de beoordeling van de herkomst wordt (door de KMAR) onderzoek uitgevoerd naar de echtheid van de documenten die door de Syrische vreemdeling worden overgelegd.
Heeft de vreemdeling geen documenten of een vals document overgelegd, of zijn er anderszins signalen dat getwijfeld moet worden aan de gestelde nationaliteit, dan is dit aanleiding om nader onderzoek te verrichten. Ook indien enkel recente documenten worden overgelegd, en deze zijn authentiek bevonden, zal de IND nader onderzoek instellen. Dit juist vanwege de omstandigheid dat echte paspoorten sinds een tweetal jaar in de omloop zijn gekomen en valselijk worden gebruikt. Ook kan er nader onderzoek worden verricht naar de taal en het dialect dat de vreemdeling spreekt.
De aanpak van de migratieproblematiek door middel van gelijkwaardige partnerschappen met Afrikaanse landen was de inzet voor de Valletta-conferentie van 11 en 12 november jl. U bent geïnformeerd over de uitkomsten van deze top middels de brief d.d. 17 november 2015 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1052). De aanpak van de grondoorzaken van migratie was daarbij één van de belangrijkste aandachtspunten. Daarbij wordt mede op Nederlands verzoek concreet ingezet op werkgelegenheid en economische groei met nadruk op Afrikaanse jeugd. De politieke afspraken en het actieplan zijn mede onderschreven door Marokko.
De identificatie van migranten die zich voordoen als Syrische vluchtelingen was geen onderdeel van de besprekingen.
Ook buiten de bijeenkomst te Valletta is er veel dialoog en samenwerking tussen de EU en Marokko op migratieterrein, bijvoorbeeld via het zogenaamde Rabat proces (migratiedialoog EU en Noordwest-Afrika) en in het kader van het mobiliteitspartnerschap tussen de EU en Marokko, dat ook mogelijkheden biedt voor ondersteuning van samenwerkingsprojecten en voor capaciteitsopbouw op terreinen als de bestrijding van illegale migratie en het opzetten van een asielsysteem. Nederland neemt actief deel aan het mobiliteitspartnerschap met Marokko.
Bij de aanpak van gebrek aan economisch perspectief als grondoorzaak, legt Nederland de nadruk op private sector ontwikkeling en het bevorderen van werkgelegenheid voor jongeren. De huidige portefeuille voor private sector development in Marokko bedraagt circa 10 miljoen euro. Het «Dutch Good Growth Fund» staat open voor Marokko.
Zie antwoord vraag 4.