Ingediend | 27 oktober 2015 |
---|---|
Beantwoord | 23 november 2015 (na 27 dagen) |
Indiener | Han ten Broeke (VVD) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie internationaal organisatie en beleid religie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z19847.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-645.html |
Ja.
Evenals bij voorgaande bijeenkomsten van de Uitvoerende Raad van UNESCO hebben de genoemde zes landen onder het agenda-item «Occupied Palestine» een concept-resolutie ingediend. De eerste versie van de concept-resolutie bevatte een zinsnede die stelde dat de westmuur «een integraal onderdeel is van de Al Aqsa moskee / Haram al-Sharif». Deze zinsnede is echter, na druk van enkele landen, waaronder Nederland, ingetrokken in de eindversie van de resolutie. Deze eindversie bevat tevens uitgebreide passages over Israëlische acties die gerelateerd zijn aan de Haram al-Sharif / Tempelberg. Deze beschrijving wordt gekenmerkt door eenzijdigheid en bevat enkele feitelijke onjuistheden.
In de resolutie wordt gesteld dat het Graf van Rachel in Bethlehem en de Grot van de Patriarchen onderdeel uitmaken van Palestijns grondgebied. De resolutie is tijdens de stemming op 21 oktober jl. aangenomen met 25 voorstemmen, 6 tegen (waaronder Nederland) en 25 onthoudingen. Net als met voorgaande soortgelijke resoluties heeft UNESCO tot nog toe geen uitvoering gegeven aan de gevraagde acties. Het is het kabinet niet bekend of er nog een verzoek zal worden ingediend om beide plaatsen erkend te krijgen als (uitsluitend) islamitische plaatsen.
De Directeur-Generaal (DG) van UNESCO gaf op 20 oktober jl. een verklaring uit waarin zij haar ernstige zorgen uitte over de escalatie van geweld rondom cultureel en religieus erfgoed in het Midden-Oosten. Tevens stelde zij brede consultaties te voeren teneinde UNESCO lidstaten aan te moedigen een constructieve dialoog te voeren. Zij gaf voorts aan de recente voorstellen te betreuren, die gezien zouden kunnen worden als een poging om de status van de Oude Stad van Jeruzalem en de stadsmuren te veranderen en die tot verdere spanningen zouden kunnen leiden. Deze verklaring is niet inhoudelijk met lidstaten afgestemd maar wel opgesteld na consultaties met enkele lidstaten, waaronder Nederland.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Het kabinet acht handhaving van en respect voor de status quo van de Haram al-Sharif / Tempelberg essentieel en roept alle partijen op om daartoe hun verantwoordelijkheid te nemen, in woorden en daden. De afgelopen jaren is sprake van een toenemend aantal bezoeken van Tempelbergactivisten aan de Haram al-Sharif / Tempelberg, onder wie enkele Israëlische politici en een Minister. Mede hierdoor is het beeld in de Arabische wereld ontstaan dat Israël tornt aan de status quo op de Haram al-Sharif / Tempelberg. Daarom verwelkomt het kabinet de uitspraak van Netanyahu dat Israël de status quo op de Haram al-Sharif / Tempelberg respecteert en handhaaft en tot nader order Israëlische bewindspersonen en Knesset-leden verbiedt om deze locatie te bezoeken. Het is zaak dat Israëlische en Palestijnse leiders hun invloed aanwenden ten bate van de-escalatie en beteugeling van geweld en afzien van opruiende retoriek. Inmiddels zijn er «understandings» tussen Jordanië en Israël die op 24 oktober jl. na bemiddeling van de Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken Kerry tot stand kwamen, gericht op de-escalatie en herbevestiging van de status quo.
Vanwege het eenzijdige karakter van de resolutie die ter stemming werd voorgelegd, heeft het kabinet geconcludeerd dat deze niet bijdraagt aan de handhaving van de status quo op de Haram al-Sharif / Tempelberg en aan de urgente noodzaak van de-escalatie en beteugeling van het geweld. Nederland heeft daarom tegen de resolutie gestemd.
De huidige escalatie is een gevolg van de al veel langer sluimerende spanningen, gevoed door de uitzichtloosheid voor Palestijnen in Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en in Gaza en de vrees dat onderhandelingen niet tot een eigen Palestijnse staat gaan leiden. Tijdens de gesprekken met president Abbas, premier Hamdallah en Minister van Buitenlandse zaken Malki hebben de Minister-President en de Minister van Buitenlandse Zaken de noodzaak tot de-escalatie benadrukt en aangedrongen op een oproep tot afzien van geweld. Daarnaast werd gesproken over de mogelijkheden om een politieke horizon te creëren, en op korte termijn stappen te realiseren die vertrouwen wekken onder de bevolking dat een eigen staat een realistische verwachting is. Voorbeelden zijn de uitvoering van de bestaande akkoorden, verbeteren van Movement & Access en versterken van de veiligheidssamenwerking.
Tevens heeft het kabinet bij Hoge Vertegenwoordiger Mogherini aangedrongen op actieve diplomatie om partijen te bewegen tot de-escalatie. Het kabinet steunt de inzet van HV Mogherini en EUSV Gentilini gericht op de-escalatie, instandhouding van de twee-statenoplossing en het bijdragen aan het toewerken naar een gunstig klimaat waarin onderhandelingen hervat kunnen worden. Het kabinet blijft in EU-kader aandringen op een grotere EU-rol ten aanzien van het MOVP.