Ingediend | 26 oktober 2015 |
---|---|
Beantwoord | 30 november 2015 (na 35 dagen) |
Indieners | Louis Bontes (GrBvK), Joram van Klaveren (GrBvK) |
Beantwoord door | Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z19756.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-722.html |
Ja.
Vreemdelingen die een asielverzoek hebben ingediend, zijn niet verzekerd voor de volksverzekeringen en kunnen geen aanspraak maken op kinderbijslag. Dit verandert op het moment dat zij een verblijfsvergunning hebben. Vreemdelingen die een verblijfsvergunning hebben op grond van artikel 8 onder a tot en met e en l van de Vreemdelingenwet 2000, zijn verzekerd voor de volksverzekeringen en kunnen dus, als zij aan alle voorwaarden voldoen, recht hebben op kinderbijslag.
De SVB heeft mij laten weten dat er in het tweede kwartaal van 2015 kinderbijslag is verstrekt aan 6.120 huishoudens met de verblijfstitel vergunning asiel voor bepaalde tijd en aan 2.854 huishoudens met een vergunning asiel voor onbepaalde tijd. Aan deze huishoudens is in het tweede kwartaal van 2015 circa € 4,6 miljoen aan kinderbijslag betaald.
Of personen aan wie een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is afgegeven, na vijf jaar bezit van die vergunning, ook in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, is in belangrijke mate afhankelijk van de situatie in het herkomstland. Omdat de ontwikkeling van die situatie niet valt te voorspellen, kan evenmin daarover een cijfermatige doorrekening plaatsvinden. Daarbij komt nog dat wanneer personen een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd hebben en de situatie in het herkomstland is verbeterd, ze soms de afweging maken terug te keren naar het herkomstland.
Zie antwoord vraag 3.
Zoals hiervoor uiteengezet is, kan niet worden aangegeven welk deel van de asielzoekers dat nu in het bezit is van een verblijfsvergunning asiel, ook op lange termijn in Nederland zal blijven. Reeds om die reden is de gevraagde raming niet te maken. Overigens zou het, nu gevraagd wordt naar de financiële effecten op langere termijn, van belang zijn om naast de in de vraag genoemde kostencomponenten ook de baten in beeld te brengen onder meer ten gevolge van de verwachte participatie van vergunninghouders in de Nederlandse samenleving. Ook daarvoor geldt dat deze baten niet kunnen worden berekend, nu onzeker is welk deel van de vergunninghouders permanent in Nederland zal blijven.