Ingediend | 8 juni 2015 |
---|---|
Beantwoord | 26 juni 2015 (na 18 dagen) |
Indieners | Peter Oskam (CDA), Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (staatssecretaris financiën) (VVD), Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie religie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z10567.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2694.html |
Ja. Aanleiding voor het rondetafelgesprek vormde de haalbaarheidsstudie naar buitenlandse financiering van moskeeën in Nederland zoals verricht door het onderzoeksbureau RAND Europe. De opdracht tot het verrichten van de studie werd, naar aanleiding van de in vraag 9 bedoelde Motie Segers, verleend door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). De studie richtte zich specifiek op het verkrijgen van een allesomvattend beeld van buitenlandse financiering van Islamitische instellingen in Nederland en mogelijke buitenlandse inmenging. De studie was niet bedoeld om vragen te beantwoorden over de rol die islamitische instellingen (kunnen) spelen in radicaliseringsprocessen.
Nee.
Het Kabinet is van mening dat alertheid is geboden wanneer buitenlandse financiering van islamitische instellingen een instapmoment creëert voor buitenlandse invloed die niet verenigbaar is met de normen en waarden van onze democratische rechtsorde. Indien er in specifieke gevallen ernstige vermoedens rijzen van beïnvloeding middels buitenlandse financiering, die een gevaar vormt voor de democratische rechtsorde, nationale veiligheid of andere belangen van de staat, hebben de inlichtingen- en veiligheidsdiensten de taak om die beïnvloeding te onderzoeken.
Inzake een kabinetsvisie op het salafisme verwacht het Kabinet uw Kamer na de zomer nader te kunnen informeren.
De FIOD heeft een nauwe samenwerkingsrelatie met de FIU op het gebied van witwassen. Actiepunt 33 richt zich op de rol van met name de FIU bij de (financiële) aanpak van jihadisten of gewelddadige extremisten. Indien zich bij de werkzaamheden van de FIU signalen van financieel belang voordoen op het werkterrein van de FIOD, zoals witwassen, terrorismefinanciering of sanctieregelingen, dan beschikt de FIOD over de expertise, capaciteit en het netwerk om onderzoeken te verrichten.
Ja. Een ANBI is met ingang van 1 januari 2014 verplicht om via internet informatie met betrekking tot haar functioneren openbaar te maken (publicatieplicht). Naast meer algemene informatie van de ANBI is dat informatie over de doelstelling, de bestuurssamenstelling met de namen van de bestuurders, het beloningsbeleid, de hoofdlijnen van het actuele beleidsplan, een actueel verslag van de uitgeoefende activiteiten, en de balans en de staat van baten en lasten met toelichting.
De verplichting tot het openbaar maken van informatie is voor kerkgenootschappen (waaronder hierna ook steeds worden verstaan hun zelfstandige onderdelen en lichamen waarin zij zijn verenigd, en die ANBI zijn), eerst van toepassing met ingang van 1 januari 2016 (ingroeiregeling). Deze ingroeiregeling geldt ook voor moskeeën. Voor de kerkgenootschappen geldt niet de verplichting om een balans te publiceren. De staat van baten en lasten met toelichting volstaat. Bovendien zijn kerkgenootschappen niet verplicht om de namen van hun bestuurders op internet te publiceren. Deze uitzonderingen gelden ook voor moskeeën.
Kerkgenootschappen en moskeeën mogen de gegevens zoals hiervoor opgesomd uiteraard eerder op internet publiceren. Zij hoeven daarmee niet te wachten tot 1 januari 2016. Het ANBI-team van de Belastingdienst in Eindhoven is al geruime tijd in overleg met de koepels van kerkgenootschappen om hen te begeleiden en te helpen aan de publicatieverplichting te voldoen.
RAND Europe heeft binnen de haalbaarheidsstudie voor een van de 39 onderzochte instellingen in de steekproef een jaarverslag kunnen vinden in het publieke domein. Daarnaast hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van (overige) openbare data: verslagen van rechtszaken, internetbronnen, informatie van de Kamer van Koophandel en het Kadaster. Islamitische instellingen organiseren zich, net als veel kerkgenootschappen en andere religieuze instellingen, veelal in de vorm van een stichting of vereniging. Als de instelling als ANBI is geregistreerd is deze tot 1 januari 2016 vrijgesteld van de verplichting om de hiervoor opgesomde gegevens openbaar te maken. Na 1 januari 2016 geldt voor alle ANBI’s de publicatieplicht en zal de transparantie naar verwachting toenemen.
Het Kabinet heeft geen aanleiding om de conclusie uit het onderzoek dat slechts een van de 39 instellingen een jaarrekening heeft gepubliceerd te weerspreken. Omdat het een geanonimiseerd onderzoek betreft kan dit evenwel niet uitdrukkelijk worden bevestigd.
De Belastingdienst ziet erop toe dat deze instellingen aan hun verplichtingen gaan voldoen. Het openbaar maken van de balans en de bestuurssamenstelling is, zoals aangegeven in het antwoord op vraag 5, overigens geen verplichting voor kerkgenootschappen en moskeeën. Als de Belastingdienst constateert dat na 1 januari 2016 nog niet aan de verplichtingen is voldaan, zal de Belastingdienst deze instellingen nogmaals daarop wijzen en op het gevolg dat de ANBI-status zal worden ingetrokken als daaraan niet alsnog wordt voldaan.
Ja. Transparantie en openheid zijn overigens voor alle ANBI’s van belang, vandaar de publicatieplicht per 1 januari 2014. Kerkgenootschappen en moskeeën vallen onder een overgangsregeling, waardoor voor deze instellingen de publicatieplicht ingaat per 1 januari 2016 (zie voor een toelichting hierop de antwoorden op de vragen van de leden Groot en Marcouch aan de Staatssecretaris van Financiën over coulance voor kerkgenootschappen ten aanzien van de publicatieplicht voor ANBI’s5).
Het Kabinet vindt het belangrijk dat instellingen en organisaties transparant zijn ten aanzien van hun financieringsstromen. Naast het instellen van de publicatieplicht roept het Kabinet derhalve instellingen op om ook zonder deze verplichting maximaal transparant te zijn, juist om misvattingen en achterdocht te voorkomen.
Indien in een specifiek geval ernstige vermoedens rijzen van beïnvloeding middels buitenlandse financiering, die raakt aan de democratische rechtsorde dan wel de nationale veiligheid, hebben de inlichtingen- en veiligheidsdiensten de taak om die beïnvloeding te onderzoeken.
Indien er geen ernstige vermoedens zijn van activiteiten die raken aan de democratische rechtsorde dan wel de nationale veiligheid, maar er wel twijfel bestaat over de financiering of de herkomst daarvan heeft het lokaal bestuur de mogelijkheid om een extern en onafhankelijk onderzoeksbureau in te schakelen.
Als er twijfels zijn over de antecedenten van specifieke instellingen en mogelijke zakelijke samenwerkingsverbanden zal in individuele gevallen worden gegrepen naar reeds bestaande middelen van onderzoek. Bijvoorbeeld de mogelijkheid voor het lokaal bestuur om via de Wet Bibob – in het geval van bepaalde vergunningen en vastgoedtransacties -antecedenten te onderzoeken en eventueel daarover advies vragen bij het Landelijk Bureau Bibob. Hierbij dient wel te worden aangetekend dat een Bibob-onderzoek zich richt op strafbare feiten, en dat een dergelijk onderzoek bovendien ook beperkingen heeft in de mogelijkheden om buitenlandse bronnen te raadplegen.
Het Kabinet is daarnaast gestart om het diplomatieke gesprek waar nodig te intensiveren met landen die aan islamitische instellingen in Nederland schenken. Met als doel de transparantie over deze financiële stromen te vergroten.
Tevens wordt met gemeenten, lokale partners en gemeenschappen het gesprek aangegaan over de wijze waarop met lokale gemeenschappen optimale transparantie kan worden bereikt ten aanzien van financieringsstromen vanuit het buitenland.
Tijdens het rondetafelgesprek heeft het CMO aangegeven voorstander te zijn van het vergroten van de transparantie middels een transparantieregister voor maatschappelijke instellingen, waaronder ook moskeeën en andere religieuze instellingen.
Het ANBI-team in Eindhoven heeft in 2014 een informatief overleg gehad met het CMO, o.a. met het oog op de publicatieverplichtingen voor islamitische instellingen die ANBI zijn. Het ANBI-team zal het overleg met het CMO voortzetten en bevorderen dat de instellingen zullen voldoen aan de ANBI-voorwaarden per 1 januari 2016.
ANBI’s die ook na aansporing door de Belastingdienst daartoe (blijven) weigeren informatie op internet openbaar te maken, verliezen de ANBI-status. Dat geldt ook voor de kerkelijke instellingen en moskeeën die na 1 januari 2016 niet voldoen aan de publicatieverplichting.
Nee dit klopt niet. De AIVD heeft tot taak om onderzoek te verrichten met betrekking tot personen en organisaties die door de doelen die zij nastreven en/of hun activiteiten, aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor de democratische rechtsorde, nationale veiligheid of andere belangen van de staat. Als de AIVD specifieke zaken signaleert waarbij buitenlandse financiering van instanties leidt tot een dergelijk gevaar, kunnen deze zaken in onderzoek worden meegenomen. Over de wijze waarop de AIVD concreet onderzoeken inricht, kunnen in het openbaar geen uitspraken worden gedaan.
Beantwoording van de vragen zal plaatsvinden voor het Algemeen overleg over terrorismebestrijding zoals voorzien op 25 juni 2015.