Ingediend | 3 april 2015 |
---|---|
Beantwoord | 6 mei 2015 (na 33 dagen) |
Indiener | Helma Lodders (VVD) |
Beantwoord door | Jetta Klijnsma (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | arbeidsvoorwaarden ouderen sociale zekerheid werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z06091.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2170.html |
Niet alle vormen van solidariteit hoeven bij pensioenregelingen tot uiting te komen in de bestuurssamenstelling. De rechtvaardiging van een voorkeur voor een vrouw, een jongere of een allochtoon dient te liggen in het streven naar een zo evenwichtig mogelijke samenstelling van het bestuur. Wanneer bij de samenstelling van het bestuur rekening wordt gehouden met de opbouw van het deelnemersbestand dan zullen deelnemers zich hierin beter herkennen en is het draagvlak groter. De deskundigheid en professionaliteit van het bestuur van pensioenfondsen staan echter altijd voorop.
Nee. Ik heb in mijn eerdere antwoord aangegeven dat bij bedrijfstakpensioenfondsen werkgeversverenigingen en vakbonden verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van de pensioenregeling als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden in de betreffende bedrijfstak, en dat zij er voor kunnen kiezen om zelf betrokken te zijn bij de uitvoering van de pensioenregeling middels bestuursdeelname. De vraag omtrent de representativiteit speelt daarbij geen rol. Uiteraard zijn bestuursleden gehouden aan de wettelijke eis om de belangen van alle deelnemers op evenwichtige wijze af te wegen. De wet versterking bestuur pensioenfondsen en de daarin opgenomen governance-arrangementen zorgen er voor dat alle belanghebbenden een rol hebben in het kader van medezeggenschap en verantwoording.