Ingediend | 6 november 2014 |
---|---|
Beantwoord | 17 december 2014 (na 41 dagen) |
Indieners | Geert Wilders (PVV), Machiel de Graaf (PVV) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | burgerlijk recht cultuur en recreatie recht religie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z19902.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-837.html |
Ja.
Hier is geen (landelijk) overzicht van beschikbaar.
Ja, het is in strijd met de beginselen van de Nederlandse democratische rechtsstaat als mensen een eigen rechtssysteem hanteren dat zich buiten de kaders van onze rechtsorde begeeft. Het kabinet ziet het als haar taak dit te voorkomen.
Artikel 1:68 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat geen religieuze huwelijken mogen worden gesloten, als daarvoor nog geen burgerlijk huwelijk is voltrokken.
De bedienaar (zoals een dominee, goeroe of imam) van de godsdienst kan bij overtreding hiervan op grond van artikel 449 van het Wetboek van Strafrecht een geldboete worden opgelegd.
De rijkswet op het Nederlanderschap bevat geen bepaling op grond waarvan intrekking van het Nederlanderschap wegens commune strafbare feiten mogelijk is. Invoering van een dergelijke bepaling wordt evenmin overwogen. Het Europees Nationaliteitsverdrag (Trb. 1998, 10), waartoe ook Nederland is toegetreden, staat het invoeren van een dergelijke bepaling niet toe.
Voor zover het vreemdelingen betreft, is voor het beëindigen van het rechtmatig verblijf een onherroepelijke veroordeling nodig waarna aan de hand van de glijdende schaal wordt beoordeeld of het rechtmatig verblijf kan worden beëindigd. Het recht op eerbiediging van privé, familie- en gezinsleven, zoals vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, speelt bij deze beoordeling een belangrijke rol. Als het rechtmatig verblijf van een vreemdeling wordt beëindigd, krijgt hij een inreisverbod opgelegd of wordt hij ongewenst verklaard en moet hij Nederland direct verlaten. Als de vreemdeling dat niet doet, kan hij worden uitgezet.
Zie antwoord vraag 4.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van den leden De Graaf en Wilders (beiden PVV) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Iedereen bij moskee wist van shariahuwelijken» (ingezonden 6 november 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.