Ingediend | 22 augustus 2014 |
---|---|
Beantwoord | 13 oktober 2014 (na 52 dagen) |
Indiener | Eric Smaling |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | criminaliteit economie handel natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z14266.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-233.html |
Ja.
Het kabinet zal zich via multilaterale fora en programma’s en projecten blijven inzetten landen te ondersteunen in hun strijd tegen stroperij en illegale handel in producten van wilde dieren (zie o.a. Kamerstuk 28 286, nr. 724, 13 februari 2014).
Ja. Het behoud van en het waarborgen van Internationale Publieke Goederen, waaronder ook de bedreigde diersoorten en hun ecosystemen, is in ieders belang. Dit geldt des te meer gezien de veiligheidsrisico’s rondom de internationaal georganiseerde stroperij voor de soorten en de lokale bevolking. De onvoorzien hoge toename in de illegale handel in ivoor e.d. kan volgens het kabinet slechts in gezamenlijkheid op het mondiale speelterrein worden aangepakt. In de gehele keten wordt getracht de stroperij en de handel een halt toe te roepen. Dit betekent inzet op de bescherming van ecosystemen en behoud van biodiversiteit; de controle van handelsstromen bij grensstreken en havens; regelgeving, internationale afspraken en bewustwordingscampagnes ten aanzien van de handel in en het gebruik van ivoor en andere dierlijke materialen tot en met de handhaving van die afspraken en regels. Nederland draagt daar, zoals uit deze beantwoording blijkt, substantieel aan bij.
Voor de bestrijding van wildlife crime wordt nagenoeg geen ontwikkelingsbudget ingezet.
Voor de komende vier jaar is binnen de begroting van het Ministerie van Economische Zaken, één miljoen euro per jaar vrijgemaakt om specifieke programma’s en projecten te financieren in de strijd tegen stroperij en de illegale handel in wilde dieren (referte Kamerstuk 28 286, nr. 724). De projecten beslaan de gehele keten van de illegale handel.
In april 2014 organiseerde het Ministerie van Buitenlandse Zaken i.s.m. het Global Initiative Against Transnational Organized Crime een internationale bijeenkomst in Den Haag, met daarin aandacht voor de koppeling tussen handhaving en ontwikkelingssamenwerking bij de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit. Bij deze bijeenkomst was ook expliciete aandacht voor «Wildlife/Environmental and Natural Resource Trafficking». Rond dezelfde tijd lanceerden het WNF en het Vredespaleis ook een internationaal platform in Den Haag ter bestrijding van internationale wild life crime.»
Zie antwoord op vraag 4. De meeste projecten en programma’s die een rol kunnen spelen in de strijd tegen stroperij zijn op dit moment in voorbereiding of pas opgestart. De toenemende internationale betrokkenheid bij dit onderwerp heeft geleid tot meer inbeslagnames van partijen ivoor in Afrika en het opleggen van hogere straffen aan stropers en handelaren. Daarnaast worden met enige regelmaat delegaties van landen in Nederland ontvangen voor het uitwisselen van kennis en expertise.
Ja.
Er zijn inderdaad aanwijzingen dat terreurgroepen een deel van hun financiering krijgen uit deze activiteiten. Het is lastig om deze beweringen daadwerkelijk uit onafhankelijke bronnen bevestigd te krijgen. Dit maakt de taak van handhavende organisaties ingewikkeld.
Binnen het Budget Internationale Veiligheid is ruimte voorzien voor de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit en de potentieel zeer negatieve gevolgen ervan op veiligheid en stabiliteit in ontwikkelingslanden. Hierover vindt momenteel nog interdepartementale afstemming plaats.
Nederland ondersteunt in internationale fora o.a. initiatieven om de internationale samenwerking op het gebied van handhaving te ondersteunen. Nederland heeft in 2013 een bijeenkomst van het International Consortium on Combatting Wildlife Crime (ICCWC) gefinancierd. In dit consortium werken CITES UNODC, WCO en Interpol en de Wereldbank samen. Zoals vermeld in antwoord op vraag 4 worden ook projecten van organisaties binnen en buiten ICCWC gesteund.
Nederland is zich bewust van de noodzaak om de vraag naar (producten van) wilde dieren terug te dringen. Nederland ondersteunt daartoe o.a. een project (TRAFFIC) gericht op vraag reductie in China. Het project richt zich vooral op bewustwording van het middenkader van de autoriteiten.
Zowel in multilateraal verband als via de ambassades worden de zorgen over de toename van stroperij en illegale handel onder de aandacht van organisaties en landen gebracht. Nederland pleit met name binnen CITES maar recentelijk ook binnen UNEP (United Nations Environment Programme) en Interpol voor een sterke inzet op dit thema.
Handel in ivoor, neushoornhoorns en dergelijke is een punt van zorg. Nederland benadert dit probleem tot nu toe vooral vanuit de versterking en modernisering van de douane en het vraagstuk van duurzaamheid, o.a. in het kader van de vrijhandelsverdragen die de Europese Unie met derde landen sluit. Ook in de Economische PartnerschapsAkkoorden (EPA’s) die de Europese Unie onderhandelt met diverse Afrikaanse regio’s worden afspraken gemaakt over douane en het faciliteren van de handel. Het versterken van de douanediensten in deze regio’s baant uiteindelijk de weg voor eerlijker handel en kan ertoe bijdragen dat fraude, ontduiking en illegale handel worden gelimiteerd.
De Europese Commissie heeft begin dit jaar een mededeling inzake wildlife crime gepubliceerd. Op 8 april heeft het Kabinet uw Kamer een reactie op de mededeling gestuurd (Kamerstuk 22 112-1827, 8 april 2014). Nederland heeft deelgenomen aan de conferentie die de Commissie over de mededeling organiseerde. De Commissie heeft aangegeven eventuele vervolgstappen over te laten aan de nieuw te benoemen Commissie.
Zie antwoord op vraag 12,